In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Economie M3
Hoofdstuk 2.2.
Slide 1 - Tekstslide
1. Wat wordt bedoeld met de warenwet?
A
Wet die gevaarlijk voedsel verbiedt
B
Wet die gezond voedsel verbiedt
C
Wet die alle waren beschrijft
D
Wet die te maken heeft met kleding
Slide 2 - Quizvraag
2. Wat is de warenwet?
A
Beschrijft hoe lang eten goed blijft
B
Regels waar producten aan moeten voldoen
C
Een wet voor dieren
D
Iets met deugdelijke producten
Slide 3 - Quizvraag
3. Wat staat er NIET in de warenwet
A
hoe de voedingsmiddelen moeten zijn samengesteld.
B
In welk soort ruimte de voedingsmiddelen bewaard moeten worden.
C
Met welke diploma's je mag werken in de horeca
Slide 4 - Quizvraag
4. Je koopt een serie kinderboeken van een verkoper aan de deur. De boeken kosten € 65,-. Je bedenkt je en wil je geld terug na 4 dagen. Via welke wet kun je je geld terugkrijgen?
A
Wet Product-aansprakelijkheid
B
Wet koop op afstand
C
Warenwet
D
Colportagewet
Slide 5 - Quizvraag
5. Deze wet zorgt voor onder andere veilig speelgoed
A
Wet product-aansprakelijkheid
B
Colportagewet
C
Wet koop op afstand
D
Warenwet
Slide 6 - Quizvraag
6. Welke wet beschermt je bij verkopen aan de deur?
A
wet koop op afstand
B
warenwet
C
colportagewet
D
wet product- aansprakelijkheid
Slide 7 - Quizvraag
7. Welke wet zorgt ervoor dat er geen bedorven voedsel verkocht mag worden?
A
wet koop op afstand
B
warenwet
C
colportagewet
D
wet product-
aansprakelijkheid
Slide 8 - Quizvraag
8. Welke wet is van toepassing als je iets via internet koopt?
A
Warenwet
B
Wet Koop op afstand
C
Colportagewet
D
Wet Product-aansprakelijkheid
Slide 9 - Quizvraag
9. Welke wet schrijft voor dat de juiste productinformatie op de verpakking staat?
A
Wet koop op afstand
B
Colportagewet
C
Warenwet
D
Wet product- aansprakelijkheid
Slide 10 - Quizvraag
10. Welke wet beschermt de consument tegen gevolgschade van een gebrekkig product?