4: onderwerp en hoofdgedachte (leestekst)

Vooraf: blijf in LessonUp en doe mee tot het eind! 
  • Welkom! 
  • Ga alvast naar LessonUp via de klas (dus niet via de Pincode die je onderaan in beeld ziet). Houd je schrift bij de hand
  • Blijf in de les (en in LessonUp!), totdat de les echt afgelopen is (dat is vandaag om 13.50 uur pas!). Om 13.40 uur ronden we af. Daarna is de les pas afgelopen en dáárna begint pas de pauze
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vooraf: blijf in LessonUp en doe mee tot het eind! 
  • Welkom! 
  • Ga alvast naar LessonUp via de klas (dus niet via de Pincode die je onderaan in beeld ziet). Houd je schrift bij de hand
  • Blijf in de les (en in LessonUp!), totdat de les echt afgelopen is (dat is vandaag om 13.50 uur pas!). Om 13.40 uur ronden we af. Daarna is de les pas afgelopen en dáárna begint pas de pauze

Slide 1 - Tekstslide

4H - Stoomcursus Leesvaardigheid 
Les 4 van 12

Slide 2 - Tekstslide

Globale planning per week

Slide 3 - Tekstslide

2 Onderwerp en hoofdgedachte

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen § 2: vandaag verder!
  1. Ik weet wat onderwerp en hoofdgedachte zijn en wat voorkeursplaatsen hiervoor zijn.
  2. Ik kan een onderwerp en hoofdgedachte in een tekst of uiting herkennen.
  3. Ik kan in mijn eigen woorden omschrijven wat de hoofdgedachte van een tekst of uiting is en bijzonderheden over het onderwerp en de hoofdgedachte herkennen.
  4. Ik kan zelf een hoofdgedachte en deelonderwerpen bedenken of de hoofdgedachte van een bestaand(e) tekst(gedeelte) of uiting in een of enkele zinnen samenvatten.

Slide 5 - Tekstslide

Terugblik les 3
  1. Wat was ook alweer het verschil tussen een onderwerp en een hoofdgedachte?
  2. Op welke voorkeursplaatsen vond je de hoofdgedachte vaak terug in een tekst? 

Slide 6 - Tekstslide

Oriëntatie op het onderwerp
  • Een goede voorbereiding op het beter begrijpen op teksten die je gaat lezen is dat je 'je oriënteert op het onderwerp'
  • Daardoor activeer je voorkennis die je al in je hoofd hebt
  • Je haalt dus 'aanwezige kennis naar boven'
  • Het onderwerp waarop we ons vandaag oriënteren is 'artificiële intelligentie'
  • We bekijken een filmpje en  foto's die hiermee te maken hebben

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Wat hebben deze zes mensen
met elkaar gemeen?

Slide 9 - Woordweb

KI/AI
Kunstmatige of artificiële intelligentie
Kent veel verschijningsvormen:
  • Deep fakes
  • Taalcomputers en robots
  • Smart home-apparaten

Slide 10 - Tekstslide

Wie heeft er thuis een vorm van kunstmatige intelligentie?
Nee, niks
Misschien wel iets
Ja, een paar dingen
Heel veel!

Slide 11 - Poll

Aan de slag!
We gaan weer oefenen met het lezen van een tekst. Pak daarom de tekst Welk opvoedboekje houdt AI Barbie erop na?  erbij op pagina 36 van je oefenboekje. Op pagina 37 vind je de vragen.

We bekijken eerst samen de vragen. Daarna lezen we samen de tekst. Jullie beantwoorden de vragen daarna in LessonUp (of in je schrift als dat beter uitkomt qua tijd).

Slide 12 - Tekstslide

De vragen
10. Wat is het onderwerp van de tekst?
11. Welk probleem wordt in alinea 1 aan de orde gesteld?
12. Welk voordeel van gezelschapsrobots wordt in de tekst genoemd?
13. In alinea 5 is een gesprekje tussen een kind en AI Barbie als voorbeeld opgenomen. Wat moet dit voorbeeld duidelijk maken? Leg uit in je eigen woorden.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

10. Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 18 - Open vraag

11. Welk probleem wordt in alinea 1 aan de orde gesteld?

Slide 19 - Open vraag

12. Welk voordeel van gezelschapsrobots wordt in de tekst genoemd?

Slide 20 - Open vraag

13. In alinea 5 is een gesprekje tussen een kind en AI Barbie opgenomen als voorbeeld. Wat moet dit voorbeeld duidelijk maken?

Slide 21 - Open vraag

Leerdoelen § 2
  1. Ik weet wat onderwerp en hoofdgedachte zijn en wat voorkeursplaatsen hiervoor zijn.
  2. Ik kan een onderwerp en hoofdgedachte in een tekst of uiting herkennen.
  3. Ik kan in mijn eigen woorden omschrijven wat de hoofdgedachte van een tekst of uiting is en bijzonderheden over het onderwerp en de hoofdgedachte herkennen.
  4. Ik kan zelf een hoofdgedachte en deelonderwerpen bedenken of de hoofdgedachte van een bestaand(e) tekst(gedeelte) of uiting in een of enkele zinnen samenvatten.

Slide 22 - Tekstslide

In hoeverre heb jij het idee dat je deze leerstof hebt begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

Als je terugkijkt op paragraaf 1 (communicatie) en paragraaf 2 (onderwerp & hoofdgedachte), welke stof wil jij dan graag nog herhalen in een volgende les?

Slide 24 - Open vraag

Huiswerk
  • Je zorgt dat jouw antwoorden uit deze les in je schrift of werkdocument komen te staan.

Volgende les
We starten met paragraaf 3 over tekstsoorten.

Slide 25 - Tekstslide