4: onderwerp en hoofdgedachte (leestekst)

Leesvaardigheid
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Leesvaardigheid

Slide 1 - Tekstslide

 Onderwerp en hoofdgedachte

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Ik weet wat onderwerp en hoofdgedachte zijn en wat voorkeursplaatsen hiervoor zijn.
  2. Ik kan een onderwerp en hoofdgedachte in een tekst of uiting herkennen.
  3. Ik kan in mijn eigen woorden omschrijven wat de hoofdgedachte van een tekst of uiting is en bijzonderheden over het onderwerp en de hoofdgedachte herkennen.
  4. Ik kan zelf een hoofdgedachte en deelonderwerpen bedenken of de hoofdgedachte van een bestaand(e) tekst(gedeelte) of uiting in een of enkele zinnen samenvatten.

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik les 3
  1. Wat was ook alweer het verschil tussen een onderwerp en een hoofdgedachte?
  2. Op welke voorkeursplaatsen vond je de hoofdgedachte vaak terug in een tekst? 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Wat hebben deze zes mensen
met elkaar gemeen?

Slide 6 - Woordweb

KI/AI
Kunstmatige of artificiële intelligentie
Kent veel verschijningsvormen:
  • Deep fakes
  • Taalcomputers en robots
  • Smart home-apparaten

Slide 7 - Tekstslide

Wie heeft er thuis een vorm van kunstmatige intelligentie?
Misschien wel iets
Ja, een paar dingen
Heel veel!

Slide 8 - Poll

Aan de slag!
We gaan weer oefenen met het lezen van een tekst. Pak daarom de tekst Welk opvoedboekje houdt AI Barbie erop na?  erbij op pagina 36 van je oefenboekje. Op pagina 37 vind je de vragen.

We bekijken eerst samen de vragen. Daarna leest je docent de tekst. Jullie beantwoorden de vragen daarna in LessonUp (of in je schrift als dat beter uitkomt qua tijd).

Slide 9 - Tekstslide

De vragen
10. Wat is het onderwerp van de tekst?
11. Welk probleem wordt in alinea 1 aan de orde gesteld?
12. Welk voordeel van gezelschapsrobots wordt in de tekst genoemd?
13. In alinea 5 is een gesprekje tussen een kind en AI Barbie als voorbeeld opgenomen. Wat moet dit voorbeeld duidelijk maken? Leg uit in je eigen woorden.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

10. Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 15 - Open vraag

11. Welk probleem wordt in alinea 1 aan de orde gesteld?

Slide 16 - Open vraag

12. Welk voordeel van gezelschapsrobots wordt in de tekst genoemd?

Slide 17 - Open vraag

13. In alinea 5 is een gesprekje tussen een kind en AI Barbie opgenomen als voorbeeld. Wat moet dit voorbeeld duidelijk maken?

Slide 18 - Open vraag

Leerdoelen § 2
  1. Ik weet wat onderwerp en hoofdgedachte zijn en wat voorkeursplaatsen hiervoor zijn.
  2. Ik kan een onderwerp en hoofdgedachte in een tekst of uiting herkennen.
  3. Ik kan in mijn eigen woorden omschrijven wat de hoofdgedachte van een tekst of uiting is en bijzonderheden over het onderwerp en de hoofdgedachte herkennen.
  4. Ik kan zelf een hoofdgedachte en deelonderwerpen bedenken of de hoofdgedachte van een bestaand(e) tekst(gedeelte) of uiting in een of enkele zinnen samenvatten.

Slide 19 - Tekstslide

In hoeverre heb jij het idee dat je deze leerstof hebt begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Als je terugkijkt op paragraaf 1 (communicatie) en paragraaf 2 (onderwerp & hoofdgedachte), welke stof wil jij dan graag nog herhalen in een volgende les?

Slide 21 - Open vraag

Huiswerk
  • Je zorgt dat jouw antwoorden uit deze les in je schrift of werkdocument komen te staan.

Volgende les
We starten met paragraaf 3 over tekstsoorten.

Slide 22 - Tekstslide