PeuL_Relativpronomen

Relativpronomen
Relativpronomen
PeuL
5V
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Relativpronomen
Relativpronomen
PeuL
5V

Slide 1 - Tekstslide

Relativpronomen 
(betrekkelijk voornaamwoord)
Het betrekkelijk voornaamwoord verbindt hoofd- en (betrekkelijke) bijzin.
- Het verwijst naar een zelfstandig naamwoord in de hoofdzin. "Het betrekt zich op een eerder genoemd zelfstandig naamwoord". Dat gedeelte noemen we een antecedent.
- De naamval is afhankelijk van de functie van het woord in de bijzin.

De man, die daar staat, is mijn oom.
= Der Mann, der dort steht, ist mein Onkel.

Slide 2 - Tekstslide

Relativpronomen
De pen, die ik gisteren kocht, is nu al kapot. 
= Der Kugelschreiber, .......... ich gestern kaufte, ist jetzt schon kaputt.
1. die verwijst naar "de pen".
2. der Kugelschreiber = mannelijk.
3. "die ik gisteren kocht". Die is in deze zin te vervangen voor hem.

Dus:
= Der Kugelschreiber, den ich gestern kaufte, ist jetzt schon kaputt.

Slide 3 - Tekstslide

Schema (!)

Betrekkelijk voornaamwoord

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Het zinsdeel waarop het betrekkelijk voornaamwoord betrekking heeft, noemen we het...
A
Anticedent
B
Antecedent
C
Antecedant
D
Anticadent

Slide 6 - Quizvraag

In de bijzin wordt … op de gebruikelijke manier bepaald.
A
het geslacht
B
de naamval
C
het getal
D
het lidwoord

Slide 7 - Quizvraag

Het betrekkelijk voornaamwoord wijkt in welke vormen af van het normale lidwoordschema?
A
de Nominativ
B
de Genitiv
C
de Dativ
D
de Akkusativ

Slide 8 - Quizvraag

Het betrekkelijk voornaamwoord begint altijd met een...
A
a
B
b
C
c
D
d

Slide 9 - Quizvraag

Ist die Wahl, .... letztes Jahr stattfand, ehrlich verlaufen?

Slide 10 - Open vraag

Das sind die Menschen, mit .... wir zusammengearbeitet haben.

Slide 11 - Open vraag

Wann fängt die Demonstration an, ... vor dem Rathaus stattfindet?

Slide 12 - Open vraag

Der Streit, gegen ... wir protestieren muss ein Ende haben!

Slide 13 - Open vraag

Notiere 2 Sachen, die du in der Stunde gelernt hast.

Slide 14 - Open vraag

Diese Frage (1!) habe ich noch zum Thema.

Slide 15 - Open vraag

Aufgaben!
Für die nächste Stunde:
- Mache Kapitel 5: 

Relativpronomen: 25 + 26
Vergleichungswort: 27


timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide