Ligging maag, lever, galblaas, alvleesklier en twaalfvingerige darm
Lever maakt gal
Opslag gal = galblaas
Verschillende enzymen: vetten, eiwitten, koolhydraten
Slide 15 - Tekstslide
Dunne darm
Darmsap: verschillende enzymen voor verdere afbraak: eiwitten en KH
Door oppervlakte en dunne wand-> opname voedingsstoffen en verteringsproducten in bloed snel
Via poortader naar lever, naar rest van lichaam
Slide 16 - Tekstslide
Blindedarm, dikke darm, endeldarm
Vanuit dunne darm: waterige brij van onverteerde resten
Nuttige bacteriën:
- aanmaak vit. K
- Afbraak cellulose
Endeldarm: ingedikte, onverteerbare voedselresten
Kringspier
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Thema 12 Voeding en vertering
Enzymen
Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
Voeding en leefstijl
Het verteringsstelsel
De organen voor vertering
Planteneters, vleeseters en alleseters
Slide 19 - Tekstslide
Lesdoelen
1. Je kunt delen van een tand of kies noemen met hun kenmerken
2. Je kunt bij zoogdieren het verband aangeven tussen de voedselkeuze, de lengte van het darmkanaal en de kenmerken en functies van de tanden en kiezen
3. Je kunt omschrijven wat tandplak en tanderosie is
Slide 20 - Tekstslide
Bouw van het gebit
Slide 21 - Tekstslide
Bouw van het gebit
Kroon: bovenste deel van de tand
Wortel: zit vast in het kaakbeen
Glazuur: beschermt het tandbeen
Tandbeen: is bedekt met een laagje cement
Tandholte: hierin liggen de zenuwen en bloedvaten
Wortelvlies: bevestigd de wortel in de kaak
Slide 22 - Tekstslide
Verzorging gebit
Tandplak: plakkerig laagje, met bacteriën zetten koolhydraten om in zuur tandbederf
Tanderosie: aantasten glazuur door zuren voeding
Fluoride: sterker glazuur
Tandplak kan tandsteen worden
Gaatje in kies
Slide 23 - Tekstslide
planteneters
-lang darmkanaal
-plooikiezen
-meestal geen hoektanden
Slide 24 - Tekstslide
Planteneters
Lang darmkanaal verteren van celwanden
Plooikiezen harde richels fijnmalen voedsel
Geen hoektanden
Slide 25 - Tekstslide
Vleeseters
-knipkiezen. -grote hoektanden
Slide 26 - Tekstslide
Vleeseters
Kort darmkanaal
Knipkiezen scherp
Bovenkaak breder dan onderkaak kiezen glijden langs elkaar
Altijd hoektanden
Slide 27 - Tekstslide
Alleseters
-middellang darmkanaal
-knobbelkiezen
-vaak ook hoektanden
Slide 28 - Tekstslide
Alleseters
Middellang darmkanaal
Knobbelkiezen malen voedsel
Meestal hoektanden
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Het gebit
Planteneters
Cellulose in celwanden
Plooikiezen
Lang verteringsstelsel met bacteriën
Vleeseters
Geen celwanden
Hoektanden en knipkiezen
Kort verteringsstelsel
Alleseters
Knobbelkiezen
Middellang verteringsstelsel
Slide 31 - Tekstslide
Wat is een kenmerk van plooikiezen?
A
Hebben knobbels aan de bovenzijde van de kroon
B
Geschikt voor het eten van vlees
C
Geschikt voor het malen van plantaardig voedsel
D
Korte, scherpe randen
Slide 32 - Quizvraag
Wat is de functie van glazuur?
A
Voorkomt tandplakvorming
B
Verbetert de smaak
C
Beschermt het tandbeen
D
Versterkt het wortelvlies
Slide 33 - Quizvraag
Wat is de lengte van het darmstelsel van vleeseters?
A
kort
B
middellang
C
lang
D
dat is bij elk dier even lang
Slide 34 - Quizvraag
Wat is tanderosie?
A
Doorbreken van de verstandskiezen.
B
Slijtage van de glazuurlaag van de tanden.
C
Vervanging van de melktanden door de definitieve tanden.
D
Vervanging van de natuurlijke tanden door een kunstgebit.
Slide 35 - Quizvraag
Welke verteringssappen bevatten stoffen die bacteriën in voedsel doden? Meerdere antwoorden...
A
maagsap
B
speeksel
C
alvleessap
D
darmsap
Slide 36 - Quizvraag
Examenvraag: Een vegetariër eet geen vlees. Welke voedingsstof zal een vegetariër via andere voedingsmiddelen moeten binnenkrijgen om voldoende bouwstoffen voor zijn spieren binnen te krijgen?
A
vetten
B
vitaminen
C
eiwitten
D
koolhydraten
Slide 37 - Quizvraag
Koraal bedreigd!
Voor de teruggang van de koraalriffen worden diverse oorzaken genoemd. Eén daarvan is de temperatuurstijging ten gevolge van het versterkte broeikaseffect. Temperatuurstijging leidt tot een verstoring van de fotosynthese bij de algen. De verstoring van de fotosynthese zou veroorzaakt
kunnen worden doordat de betrokken enzymen niet meer optimaal werken. Waardoor vermindert de enzymwerking als de temperatuur hoger is dan de optimumtemperatuur?
Slide 38 - Open vraag
In onze voeding zitten voedingsstoffen. Sommige voedingsstoffen leveren energie, andere voedingsstoffen leveren geen energie. Welk van de volgende rijtjes voedingsstoffen bevatten uitsluitend energieleverende voedingsstoffen?