Argumenteren 6e ed cursus 6

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4,5

Argumenteren 

Voor de toets leesvaardigheid in  de laatste toetsweek moet je Cursus 6  Argumenteren paragraaf 1 t/m  4 leren. 

Verder moet je van Basis paragraaf 1 t/m 8 leren en van Lezen paragraaf 1 t/m 3.

0

Argumenteren par. 1: argumenten

feitelijk argument

Voorbeeld: Ik ga liever niet mee naar Parijs (standpunt), want Parijs is een grote, dichtbevolkte stad (argument).

waarderend argument (niet-feitelijk argument)

Voorbeeld: Ik ga graag mee naar Parijs (standpunt), want Parijs heeft de mooiste musea van de hele wereld (argument).

tegenargumenten en weerleggingen

Met een tegenargument ontkracht je een standpunt; met een weerlegging ontkracht je een argument.

Voorbeelden:

De kans is groot dat ze je na je overlijden als orgaandonor zullen gebruiken (standpunt); ze zitten immers te springen om donororganen (argument). 

Slechts één op de vijfduizend overledenen wordt gebruikt als orgaandonor (tegenargument). 

Ik wil niet meer naar Italië op vakantie (standpunt), want je kunt er in restaurants nauwelijks vegetarische gerechten krijgen (argument).

Wat een onzin: de Italiaanse keuken is juist beroemd om zijn groente- en kaasschotels (weerlegging).

Ik denk dat Mark Rutte de verkiezingen gaat winnen. Hij is immers veruit de beste in de debatten.

1. De eerste zin is het argument en het is een waarderende uitspraak.
2. De tweede zin is het argument en het is een waarderende uitspraak.
3. De eerste zin is het argument en het is een feitelijke uitspraak.
4. De tweede zin is het argument en het is een feitelijke uitspraak.

De kans is erg klein dat je iets wint bij de Postcodeloterij. Je kunt er beter niet aan deelnemen.

1. De eerste zin is het argument en het is een waarderende uitspraak
2. De tweede zin is het argument en het is een waarderende uitspraak.
3. De eerste zin is het argument en het is een feitelijke uitspraak.
4. De tweede zin is het argument en het is een feitelijke uitspraak.

Zijn er nog vragen over paragraaf 1?

Argumenteren par. 2: argumentatiestructuren

Er zijn vier basisstructuren van argumentatie en sommige structuren komen ook in combinatie voor. 

enkelvoudige argumentatie

Er moet een databank met DNA van alle Nederlanders komen.

Na een ramp of ongeluk zijn onherkenbare slachtoffers te identificeren.

onderschikkende argumentatie

Er moet een databank met DNA van alle Nederlanders komen.

Er zullen minder misdaden gepleegd worden.

Mogelijke daders weten dat de pakkans veel groter is.

nevenschikkende argumentatie (onafhankelijk)

     Er moet een databank met DNA van alle Nederlanders komen.
      
     

        

Er zullen minder misdaden                  Na een ramp of een ongeluk

gepleegd worden.                                    zijn onherkenbare     
                                                                           slachtoffers te identificeren.
          
       

        2
       

       

       
         
           
              Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.
           
         
       

       
       
         
           
              Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
           
         
       

       
         
           
              Differentiëer
           
         
         

           
             
                Differentiëer
             
             
             

             
                Instellingen
             
           
         
       

       
   
     
 
   
   
   
   
   

   
   

   
   
     
       
          onderschikkende argumentatie
       
     
   

   
   
     
        Er moet een databank met DNA van alle Nederlanders komen.Er zullen minder misdaden gepleegd worden.Mogelijke daders weten dat de pakkans veel groter is.
     
   

   
  
   
    
 
   
   
   
 
  
  
 
 
 
 
 
   
  
   
    
 
   
   
   
 
  
  
 
 
 
 
 
   
  
 

 
 
 
   
   
   
     
       
       
       
 
   
   
    Slide
 
 
       
       
     
   
 
       

       

       
   
   
     
     
   
 
     

     

     
   

nevenschikkende argumentatie (afhankelijk)

Er moet een databank met DNA van alle Nederlanders komen.

Op een plaats delict is DNA                     Met DNA is iedereen te

te vinden van iedereen                              identificeren.

die daar is geweest.

Argumenteren par. 3: argumentatieschema's

Geheel van argumenten en standpunt = redenering / argumentatie

Verband tussen argument(en) en standpunt = argumentatieschema

argumentatieschema's

• op basis van oorzaak en gevolg
• op basis van kenmerk of eigenschap
• op basis van voor- en nadelen
• op basis van voorbeelden
• op basis van vergelijking
• op basis van autoriteit

Omdat jij je taalgebruik niet serieus neemt, zal je scriptie niet geaccepteerd worden

1. autoriteit
2. oorzaak en gevolg
3. vergelijking
4. voorbeelden

Het Nederlands verloedert want jongeren gebruiken steeds meer Engelse woorden als cool, relaxed en chill.

1. autoriteit
2. oorzaak en gevolg
3. vergelijking
4. voorbeelden

Als Jett Rebel volgend jaar optreedt op Lowlands gaan we zeker weer naar het festival. Vorige keer was hij ook top.

1. autoriteit
2. oorzaak en gevolg
3. vergelijking
4. voorbeelden

Wij komen nooit meer op tijd, deze file staat tot Utrecht
.

1. autoriteit
2. oorzaak en gevolg
3. vergelijking
4. voorbeelden

We krijgen zeker een mondelinge toets, want 4V heeft over dezelfde stof ook een mondelinge toets gekregen.

1. autoriteit
2. oorzaak en gevolg
3. vergelijking
4. voorbeelden

Volgens de raad van huisartsen is het onnodig om elke dag je temperatuur te meten als je geen verkoudheidsverschijnselen hebt.

1. autoriteit
2. oorzaak en gevolg
3. vergelijking
4. voorbeelden

Wat is het standpunt in deze zin?

Suiker blijkt veel ongezonder dan onverzadigd vet te zijn. Het Voedingscentrum presenteert dit in zijn nieuwe Schijf van Vijf en biedt alternatieven. 

Wat is het argument in de volgende zin?
Een beschaafde Nederlander laat zijn kinderen inenten. Het RIVM maakt zich ernstige zorgen over het grote aantal kinderen dat niet meer beschermd wordt door zijn ouders.

1. Een beschaafde Nederlander laat zijn kinderen inenten
2. het grote aantal kinderen dat niet meer beschermd wordt door zijn ouders.
3. Het RIVM maakt zich ernstige zorgen over het grote aantal kinderen dat niet meer beschermd wordt door zijn ouders.
4. Het RIVM maakt zich ernstige zorgen

Suiker blijkt veel ongezonder dan onverzadigd vet te zijn. Het Voedingscentrum presenteert dit in zijn nieuwe Schijf van Vijf en biedt alternatieven. 

1. autoriteit
2. oorzaak en gevolg
3. vergelijking
4. voorbeelden

Poetin zal in zijn eigen land niet veel kritiek krijgen. Vandaar dat hij veel moeite heeft met de kritiek uit de EU

1. oorzaak en gevolg
2. voor- en nadelen
3. kenmerken of eigenschappen
4. vergelijking

Het was mooi om te zien dat zoveel supporters ons kwamen steunen. Ook bij een eerdere uitwedstrijd was dit het geval en toen liep het goed af. Ik verwacht zaterdag met twee bussen supporters dan ook een overwinning bij de wedstrijd tegen Amsterdam.

1. voorbeelden
2. voor- en nadelen
3. oorzaak en gevolg
4. vergelijking

Welke tekststructuur is het?
In het slot staat een afweging en aanbeveling.

1. probleem-en-oplossingstructuur
2. voor-en-nadelenstructuur
3. verschijnsel-en-besprekingstructuur
4. bewering-en-argumentatiestructuur