Les 7 Argumenteren 3

Leesvaardigheid VWO4
Argumenteren hoofdstuk 3
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Leesvaardigheid VWO4
Argumenteren hoofdstuk 3

Slide 1 - Tekstslide

Wat heb je tot nu toe geleerd?

Slide 2 - Woordweb

Wat begrijp je al goed?

Slide 3 - Woordweb

Wat vind je moeilijk?

Slide 4 - Woordweb

Welke argumentatieschema's hebben we de vorige keer behandeld?

Slide 5 - Woordweb

Vandaag
Argumentatie schema's


Slide 6 - Tekstslide

Verschil argumentatiestructuur en -schema

Een argumentatiestructuur is hoe de argumenten gestructureerd zijn in de tekst.

Een argumentatieschema is het geheel van standpunt en argumenten: de redenering

Slide 7 - Tekstslide

Argumentatieschema's
Argumentatie op basis van voorbeelden
“Ik denk dat hij zich nauwelijks betrokken voelt bij het bedrijf en zijn collega’s (standpunt). Zo heeft hij zich gisteren ziek gemeld, terwijl hij ‘s middags wel in de sportschool was en met het bedrijfsuitje ging hij ook al niet mee (voorbeelden).”


Slide 8 - Tekstslide

Argumentatieschema's
Argumentatie op basis van vergelijking
“Ik vrees dat de leerkrachten in het basisonderwijs de zo gewenste loonsverhoging niet zullen krijgen(standpunt); de docenten in het voortgezet onderwijs kregen laatst immers ook niet meer salaris(argument -vergelijking).”

Slide 9 - Tekstslide

Argumentatieschema's
Argumentatie op basis van autoriteit
“Het is de hoogste tijd dat de lonen van Nederlanders omhooggaan (standpunt). De president van De Nederlandsche Bank heeft dat laatst in een interview ook gezegd (autoriteit-argument).”

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht
Van welk argumentatieschema is hier sprake?

Slide 11 - Tekstslide


A
Autoriteit
B
Voorbeeld
C
Oorzaak en gevolg
D
Vergelijking

Slide 12 - Quizvraag


A
Autoriteit
B
Voorbeeld
C
Oorzaak en gevolg
D
Vergelijking

Slide 13 - Quizvraag


A
Autoriteit
B
Voorbeeld
C
Oorzaak en gevolg
D
Vergelijking

Slide 14 - Quizvraag


A
Autoriteit
B
Voor- en nadelen
C
Oorzaak en gevolg
D
Vergelijking

Slide 15 - Quizvraag


A
Autoriteit
B
Voor- en nadelen
C
Oorzaak en gevolg
D
Vergelijking

Slide 16 - Quizvraag


A
Autoriteit
B
Kenmerk of eigenschap
C
Vergelijking
D
Voorbeeld(en)

Slide 17 - Quizvraag


A
Autoriteit
B
Kenmerk of eigenschap
C
Vergelijking
D
Voorbeeld(en)

Slide 18 - Quizvraag


A
Autoriteit
B
Kenmerk of eigenschap
C
Vergelijking
D
Voorbeeld(en)

Slide 19 - Quizvraag


A
Autoriteit
B
Kenmerk of eigenschap
C
Vergelijking
D
Voorbeeld(en)

Slide 20 - Quizvraag

Maak opdracht 5 en 6
Hoofdstuk 3, blz. 208/209

Slide 21 - Tekstslide