5HAV0/6V - leidende vraag 1 - afsluiting lv 1

Afsluiting leidende vraag 1
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Afsluiting leidende vraag 1

Slide 1 - Tekstslide

1) Wat was de start van de Tweede Wereldoorlog?
A
De Anschluss met Oostenrijk
B
De bezetting van Tsjecho-Slowakije
C
De Conferentie van München
D
De aanval op Polen

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de Holocaust
A
De gaskamers die in de concentratiekampen werden gebruikt
B
De massale moord op joden tijdens de WO2
C
Mensen die joden haten.
D
Een manier van Hitler om aan de macht te komen

Slide 3 - Quizvraag

2) Wie kwamen er in concentratiekampen terecht?
A
joden
B
politieke tegenstanders
C
psychiatrische patienten
D
alle drie

Slide 4 - Quizvraag

2) Het eerste concentratiekamp was bedoeld voor:
A
voor joden
B
zigeuners
C
werklozen
D
politieke gevangenen

Slide 5 - Quizvraag

3) De Tweede Wereldoorlog duurde van:
A
1940 - 1945
B
1939 - 1944
C
1914 - 1918
D
1939 - 1945

Slide 6 - Quizvraag

Hoe worden de Joden in de concentratiekampen vermoord?
A
vergassing
B
door een vuurpeleton
C
marteling
D
gedwongen tot zelfmoord

Slide 7 - Quizvraag

4) Met de term "appeasement" wordt bedoeld dat ....
A
er altijd vrede moet zijn
B
een oorlog maar kort mag duren
C
er maar één oorlog tegelijk mag zijn
D
dat je alles doet om een oorlog te voorkomen

Slide 8 - Quizvraag

5) Was de Conferentie van München succesvol?
A
Op de korte termijn niet, op de lange termijn wel
B
Op de korte termijn niet, op de lange termijn niet
C
Op de korte termijn wel, op de lange termijn niet
D
Op de korte termijn wel, op de lange termijn wel

Slide 9 - Quizvraag

Adolf Hitler
Niet Adolf Hitler

Fascisme
Lebensraum
Verdrag van Versailles
Machtigings-wet
NSNAP
Gestapo

Slide 10 - Sleepvraag

6) Wat is lebensraum?
A
Meer levensruimte voor Duitsers in Oost-Europa
B
Meer levensruimte voor Duitsers in West-Europa
C
Meer soldaten voor Duitsers in Oost-Europa
D
Meer grondstoffen voor Duitsers in West-Europa

Slide 11 - Quizvraag

7) De Duitse media werd gecontroleerd door
A
de entartete kunst
B
de rijkscultuurkamer
C
het ministerie van voorlichting
D
de commisie van beeld en geluid

Slide 12 - Quizvraag

8) De Republiek van Weimar
A
Is een parlementaire democratie geregeerd door een groep centrumpartijen met alle vertrouwen van het volk
B
Is een absolute monarchie geregeerd door een groep extremistische partijen
C
Is een parlementaire democratie geregeerd door een groep centrumpartijen met weinig vertrouwen van het volk
D
Is een absolute monarchie geregeerd door een groep centrumpartijen met weinig vertrouwen van het volk

Slide 13 - Quizvraag

9) Republiek van Weimar
A
1923-1935
B
1918-1933
C
1929-1933
D
1917-1923

Slide 14 - Quizvraag

10) Wanneer was de rijksdagbrand?
A
26 februari 1933
B
25 februari 1933
C
27 februari 1933
D
28 februari 1933

Slide 15 - Quizvraag

11) Waardoor was de situatie in Duitsland tijdens het Interbellum slechter dan andere landen?
A
Verdrag van Versailles
B
Beurskrach
C
Republiek Weimar
D
Dawesplan

Slide 16 - Quizvraag

12) Wie had de macht in de Republiek van Weimar?
A
Een keizer
B
Het parlement
C
Een dictator
D
Een koning

Slide 17 - Quizvraag

13) De Rijksdagbrand
A
vormde het startpunt van het totalitarisme in Duitsland
B
bracht Hitler aan de macht
C
leidde tot de Kristallnacht
D
was het werk van een internationale communistische samenzwering

Slide 18 - Quizvraag

14) Wat is de juiste historische volgorde?
1: Operatie Barbarossa
2: D-Day
3: Invasie van Polen
4: Conferentie van München
5: Invoering machtingswet
A
1,2,3,4,5
B
3,4,5,1,2
C
4,5,3,2,1
D
5,4,3,1,2

Slide 19 - Quizvraag

Wat was een gevolg van de Rijksdagbrand?
A
Communisten in Duitsland opgepakt
B
Hitler werd afgezet als bondskanselier
C
Het Duitse parlement werd ontbonden
D
Marinus van der Lubbe werd vrijgesproken

Slide 20 - Quizvraag

15) Was de republiek van Weimar succesvol?
A
Ja, er kwam eindelijk een democratie in Duitsland
B
Ja, veel Duitsers stonden achter deze regering
C
Nee, veel Duitsers voelden zich verraden door Weimar
D
Nee, de republiek van Weimar was een dictatuur

Slide 21 - Quizvraag

16) Onder Volksgemeinschaft verstaan we onder meer
A
Een gelijkheidsideaal
B
Een raciaal-ideaal
C
Een economische ideaal
D
Een geopolitiek ideaal

Slide 22 - Quizvraag

Fascisme
Nationaal-Socialisme
Allebei
Één sterke leider
Nationalisme
Leger heropbouwen
Rassenleer
Geweld is een goed middel

Slide 23 - Sleepvraag

Entartete Kunst - bepaal welke kunst entartet is.
Entartete kunst
'geaarde' kunst
juiste kunst in
 nationaal-
socialisme

Slide 24 - Sleepvraag

19) Kies de kenmerken van het fascisme.
Fascisme
antidemocratisch
communistisch
gewelddadig
kapitalistisch
nationalistisch
totalitair

Slide 25 - Sleepvraag

Fascisme
Nationaal-Socialisme
Allebei
Één sterke leider
Nationalisme
Leger heropbouwen
Rassenleer
Geweld is een goed middel

Slide 26 - Sleepvraag

21) Welk K.A. hoort bij de afbeelding?
A
Het begin van de Europese Expansie.
B
De crisis van het wereldkapitalisme.
C
Discussies over de Sociale Kwestie.
D
Het voeren van twee wereldoorlogen.

Slide 27 - Quizvraag

22) De Holocaust hoort bij kenmerkend aspect?
A
Het in de praktijk brengen van totalitaire ideologieën communisme en fascisme/nationaal-socialisme
B
Het voeren van twee wereldoorlogen.
C
Racisme en discriminatie die leiden tot genocide, in het bijzonder op de joden.
D
Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering.

Slide 28 - Quizvraag

22) Welk Kenmerkend Aspect past het beste bij deze foto?
A
Het voeren van twee wereldoorlogen
B
Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de joden
C
De Duitse bezetting van Nederland
D
De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie

Slide 29 - Quizvraag

Welke kenmerkende aspecten hebben we al gehad?
A
Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologie fascisme / nationaalsocialisme.
B
De economische wereldcrisis.
C
Het racistische en totalitaire karakter van het nationaalsocialisme.
D
Het voeren van twee wereldoorlogen (in dit hoofdstuk de Tweede wereldoorlog).

Slide 30 - Quizvraag

23) Welk kenmerkend aspect past het best bij de Conferentie van München?
A
crisis van het wereldkapitalisme
B
het voeren van twee wereldoorlogen
C
de Duitse bezetting van Nederland
D
racisme en discriminatie die leidden tot genocide

Slide 31 - Quizvraag

Open vragen

Slide 32 - Tekstslide

E/F Leg het verschil uit tussen socialisten en communisten en leg uit op welke wijze dit tot uiting kwam tijdens de Republiek van Weimar.

Slide 33 - Open vraag

E/F Leg uit waarom het weggeven van Sudetenland tijdens de conferentie van München aan Hitler een vorm van appeasementpolitiek was en leg uit door welke 2 gebeurtenissen er een einde kwam aan de appeasementpolitiek van Engeland en Frankrijk.

Slide 34 - Open vraag