Scheidingsmethodes: Hoe haal je mengsels uit elkaar?

Scheidingsmethodes: Hoe haal je mengsels uit elkaar?
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Scheidingsmethodes: Hoe haal je mengsels uit elkaar?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van de les ken je verschillende scheidingsmethodes en weet je voor welke mengsels iedere methode geschikt is.

Slide 2 - Tekstslide

Introduceer het doel van de les. Leg uit dat de leerlingen verschillende scheidingsmethodes gaan leren en waarom dit belangrijk is.
Wat weet je al over het scheiden van mengsels?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Bezinken
Bezinken is geschikt voor mengsels waarbij vaste deeltjes naar de bodem zakken. Bijvoorbeeld bij het zuiveren van water.

Slide 4 - Tekstslide

Vertel kort iets over bezinken. Laat eventueel een afbeelding zien van een opstelling voor bezinken.
Filtreren
Filtreren is geschikt om vaste deeltjes uit een vloeistof te halen. Bijvoorbeeld bij het filteren van koffie.

Slide 5 - Tekstslide

Vertel kort iets over filtreren. Laat eventueel een afbeelding zien van een opstelling voor filtreren.
Centrifugeren
Centrifugeren is geschikt om mengsels met vaste deeltjes te scheiden van vloeistoffen. Bijvoorbeeld bij het scheiden van bloedcellen en plasma.

Slide 6 - Tekstslide

Vertel kort iets over centrifugeren. Laat eventueel een afbeelding zien van een opstelling voor centrifugeren.
Extraheren
Extraheren is geschikt om een stof uit een mengsel te halen met behulp van een oplosmiddel. Bijvoorbeeld bij het maken van parfum.

Slide 7 - Tekstslide

Vertel kort iets over extraheren. Laat eventueel een afbeelding zien van een opstelling voor extraheren.
Indampen
Indampen is geschikt om een opgeloste stof uit een oplosmiddel te halen door het oplosmiddel te laten verdampen. Bijvoorbeeld bij het maken van zout.

Slide 8 - Tekstslide

Vertel kort iets over indampen. Laat eventueel een afbeelding zien van een opstelling voor indampen.
Destilleren
Destilleren is geschikt om vloeistoffen met een verschillend kookpunt van elkaar te scheiden. Bijvoorbeeld bij het maken van sterke drank.

Slide 9 - Tekstslide

Vertel kort iets over destilleren. Laat eventueel een afbeelding zien van een opstelling voor destilleren.
Adsorberen
Adsorberen is geschikt om stoffen uit een gas of vloeistof te halen. Bijvoorbeeld bij het zuiveren van lucht.

Slide 10 - Tekstslide

Vertel kort iets over adsorberen. Laat eventueel een afbeelding zien van een opstelling voor adsorberen.
Chromatografie
Chromatografie is geschikt om stoffen te scheiden op basis van hun eigenschappen. Bijvoorbeeld bij het analyseren van bloed.

Slide 11 - Tekstslide

Vertel kort iets over chromatografie. Laat eventueel een afbeelding zien van een opstelling voor chromatografie.
Welke scheidingsmethode is geschikt?
Bij het kiezen van een scheidingsmethode moet je kijken naar de eigenschappen van de stof die je wilt scheiden. Bijvoorbeeld de kookpunten van vloeistoffen bij destilleren.

Slide 12 - Tekstslide

Leg uit dat verschillende scheidingsmethodes geschikt zijn voor verschillende mengsels. Bespreek welke eigenschappen van de stof belangrijk zijn bij het kiezen van een methode.
Opstellingen
Laat de leerlingen afbeeldingen zien van de verschillende opstellingen.

Slide 13 - Tekstslide

Laat afbeeldingen zien van de verschillende opstellingen voor de scheidingsmethodes. Bespreek kort wat er op de afbeelding te zien is.
Oefening
Laat de leerlingen een aantal mengsels zien en laat ze bedenken welke scheidingsmethode geschikt is.

Slide 14 - Tekstslide

Laat de leerlingen in groepjes werken en geef ze een aantal mengsels. Laat ze nadenken welke scheidingsmethode geschikt is. Bespreek daarna gezamenlijk de antwoorden.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 15 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 16 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 17 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.