Lessonstudy BO7


Interactie strategieën
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
MBOStudiejaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les


Interactie strategieën

Slide 1 - Tekstslide

3 pagina's uitleg
Today
  • Wat zijn interactie strategieën?
  • Most used item in your toolbox
  • Rollenspel
  • Hoe ging het?

Goal of today: Wat zijn interactie strategieën en hoe gebruik ik ze.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn interactie strategieën en welke zijn er?
  • Vragen om uitleg  
  • Een woord generaliseren  
  • Een woord omschrijven  
  • Een voorbeeld geven  

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen om uitleg
- "Sorry, ik ken dit woord niet, wat betekent dat?"
-"Wat bedoel je daarmee?"

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een woord generaliseren
Persoon 1: "We moeten nog naar uhm, uhm, die WINKEL."
Persoon 2: "Welke WINKEL bedoel je?" 
Persoon 1: "Die naast de drogist, op de 2e verdieping."  
Persoon 2:" Ooh je bedoeld de Blokker."

Person 1: Thank you!  

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een woord omschrijven
- "Kun je mij dat ding, uh dat ding waarmee je belt aangeven?"
- "Waar zijn die dingen waarop je je glas neerzet op tafel?"

  

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een voorbeeld geven
Persoon 1: He hoe heten die ....? 
Persoon 2: Bedoel je ...? 
Persoon 1: Ja die bedoel ik! 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Person 1: Could you hand me uhm, uhm, a, a TOOL.
Person 2: Which TOOL do you mean?
Person 1: The one on the left, next to the nails.
Person 2: Oh, you mean a HAMMER! Here you go.
Person 1: Thank you!
A
Vragen om uitleg
B
Een woord generaliseren
C
Een woord omschrijven
D
Een voorbeeld geven

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Person 1: Help me remember, what's the name for words like FYI, B2B, RSVP or IMO?
Person 2: You mean abbreviations?
Person 1: Yeah, that's the word! Thank you.
A
Vragen om uitleg
B
Een woord generaliseren
C
Een woord omschrijven
D
Een voorbeeld geven

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Person 1: Where’s the uhm, you know, that thing you can undo a bolt with?
Person 2: You mean a wrench?
Person 1: No, an automatic one.
Person 2: Oh, an impact driver?
Person 1: Yes, where’s the thing gone?
A
Vragen om uitleg
B
Een woord generaliseren
C
Een woord omschrijven
D
Een voorbeeld geven

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Person 1: Does that company sell B2B or B2C?
Person 2: I'm sorry, what does that mean?
Person 1: Oh, it's an abbreviation for business to business or business to client.
Person 2: Right, they focus on businesses.
A
Vragen om uitleg
B
Een woord generaliseren
C
Een woord omschrijven
D
Een voorbeeld geven

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een woord generaliseren 
Een woord omschrijven 
Een voorbeeld geven 
Vragen om uitleg
Person 1: Could you hand me uhm, uhm, a, a TOOL. 
Person 2: Which TOOL do you mean? 
Person 1: The one on the left, next to the nails.  
Person 2: Oh, you mean a HAMMER! Here you go. 
Person 1: Thank you!  

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een woord generaliseren 
Een woord omschrijven 
Een voorbeeld geven 
Vragen om uitleg
Person 1: Help me remember, what's the name for words like FYI, B2B, RSVP or IMO? 
Person 2: You mean abbreviations? 
Person 1: Yeah, that's the word! Thank you. 

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een woord generaliseren 
Een woord omschrijven 
Een voorbeeld geven 
Vragen om uitleg
Person 1: Where’s the uhm, you know, that thing you can undo a bolt with? 
Person 2: You mean a wrench? 
Person 1: No, an automatic one. 
Person 2: Oh, an impact driver? 
Person 1: Yes, where’s the thing gone? 

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een woord generaliseren 
Een woord omschrijven 
Een voorbeeld geven 
Vragen om uitleg
Person 1: Does that company sell B2B or B2C? 
Person 2: I'm sorry, what does that mean? 
Person 1: Oh, it's an abbreviation for business to business or business to client. 
Person 2: Right, they focus on businesses. 

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Assignment
 "Most used item in your toolbox"

-In pairs
-Pick an item
-Describe the item
-Switch roles

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rollenspel
- Employer -> What is the complaint? Solve it
- Customer -> I have a complaint
-Control group-> How are they doing? Write it down

When the timer goes off -> SWITCH ROLES
timer
15:00

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rollenspel
When the timer goes off -> SWITCH ROLES
timer
15:00

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bespreek en schijf op
- Hoeveel verschillende interactie strategieën heb je gehoord/gezien?
- Welke interactie strategie is volgens jullie het meest nuttig?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel verschillende interactie strategieën heb je gehoord/gezien?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke interactie strategie is volgens jullie het meest nuttig?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat valt op?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Individueel:
- Wat ging er goed tijdens het klachtengesprek?
- Wat ging er niet goed tijdens het klachtengesprek?
- Noem 2 interactiestrategieën die goed werkte

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies