Hoofdstuk 4

• Stage 3
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 4

Hoofdstuk 4 

Hoe hoort het op het werk. 

Wat zijn jouw positieve eigenschappen?

Ik kan omgaan met lastige eigenschappen van mezelf en anderen.

ja

nee

Ik kan telefoongesprekken voeren met collega's en klanten.

ja

nee

Waar moet je op letten bij het voeren van een telefoongesprek met klanten of collega's

Dit leer je dit hoofdstuk

Je kunt uitleggen welke regels er zijn in bedrijven en op jouw stageplek. 

Je kunt uitleggen waarom je je aan die regels moet houden.

Je kunt uitleggen hoe je veilig moet werken. 

vul de juiste woorden in:
op je _______ zijn veel mensen. Je werkt er samen met collega's. Soms zijn er _____. Het is ______ dat iedereen zijn werk goed en veilig uitvoert. Daarom zijn er _____ en _____. Iedereen moet zich daaraan houden. Dan wordt het werk goed uitgevoerd. En er gebeuren geen _____ Volgens de ______ werken is _____.

regels op het werk 

1. regels om goed met elkaar om te gaan 

2. regels voor de veiligheid, gezondheid en hygiëne. 

3. Regels om goed werk te leveren. 

4. Regels om het milieu te beschermen. 

bij welk soort regel hoort het:
wie goed wil blijven horen, beschermt hier zijn oren!

1. Regel goed met elkaar om te gaan:
2. Regel om goed werk te leveren
3. Regel voor de veiligheid en de gezondheid
4. Regel om het milieu te beschermen.

bij welk soort regel hoort het:
We doen alles met gemak in de goede afvalbak

1. Regel goed met elkaar om te gaan:
2. Regel om goed werk te leveren
3. Regel voor de veiligheid en de gezondheid
4. Regel om het milieu te beschermen.

bij welk soort regel hoort het:
Al het bestek heeft zijn eigen plek!

1. Regel goed met elkaar om te gaan:
2. Regel om goed werk te leveren
3. Regel voor de veiligheid en de gezondheid
4. Regel om het milieu te beschermen.

bij welk soort regel hoort het:
Een vriendelijke groet is altijd goed.

1. Regel goed met elkaar om te gaan:
2. Regel om goed werk te leveren
3. Regel voor de veiligheid en de gezondheid
4. Regel om het milieu te beschermen.

omgaan met gevaarlijke situaties. 

Op je stageplek kunnen gevaarlijke situaties voorkomen. Bijvoorbeeld: er zijn scherpe gereedschappen, er zijn dieren die kunnen bijten of schoppen, er zijn gevaarlijke stoffen, er wordt op ladders gewerkt. Het is belangrijk dat je de regels voor veilig werken goed kent. Dan weet je precies wat je moet doen. Een belangrijke regel voor jezelf is: als je iets niet weet, vraag het aan je begeleider. 

wat zou er kunnen gebeuren?

je loopt stage bij een groenbedrijf. Het is er druk, er lopen veel mensen heen en weer. Je ziet een hark op de grond liggen met de tanden omhoog. Je weet wat er kan gebeuren als iemand daarop stapt.
Wat doe je?

1. Je lost het zelf op
2. je vraagt hulp

Je loopt stage in een supermarkt. Je haalt een kar met dozen uit het magazijn. Het is een zware kar. De kar rijdt scheef. Je ziet dat er iets mis is met een wiel. Dit kan heel erg mis gaan.
Wat doe je?

1. Je lost het zelf op
2. je vraagt hulp

Je loopt stage in een fabriek. Er is een grote deur aan de zijkant. Op de deur staat: Deur vrijhouden. Nooduitgang.
Maar er staat een kar met gereedschap voor de deur.
Wat doe je?

1. Je lost het zelf op
2. je vraagt hulp

veiligheid 

Iedereen in het bedrijf moet veilig werken. Voor veel soorten werk is bescherming nodig. Bijvoorbeeld oorbeschermers, een valhelm of werkschoenen met stalen neuzen. En er gelden speciale regels waaraan iedereen zich moet houden. Dat zijn regels voor persoonlijke veiligheid en gezondheid. Van jou en van je collega's! 

Houd je altijd aan die regels. 

waar denk je aan bij veilig werken.

Heb je al eens gewerkt met bescherming?

ja

nee

Welke bescherming heb jij al eens gebruikt op werk/ stage/ school

Hoe vond je het om met bescherming te werken?

welke vragen over veiligheid zou je op jouw stageplek kunnen stellen?