Argumenteren - standpunt en argumenten

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Woordenschat
Taken in Kwizl: 
- Woordenschat Goed gebekt deel 3 taak 1 t/m taak 5 
- Oefenen proefwerk woordenschat deel 3, taak 1 t/m 4
- Oefenen proefwerk woordenschat  deel 3, taak 5 + Bambi + Incidenten 

Slide 2 - Tekstslide

Argumenteren
Dat kan je leren!

Slide 3 - Tekstslide

Vandaag
- Opfrissen soorten standpunten en argumenten
- Quizvragen beantwoorden 
- Fragment Arjan Lubach: standpunt + argumenten 
- Taak Kwizl klasgenoot nakijken 
- Twijfels bespreken

Slide 4 - Tekstslide

Argumenteren

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Argumenten
  • Onderbouwen/ondersteunen standpunt

Signaalwoorden:
 want, omdat, aangezien, immers, namelijk, dat blijkt uit,
 de reden hiervoor is, ten eerste, bovendien.

Argumentatie = geheel van standpunt en argumenten

Slide 8 - Tekstslide

"Op elke school moet een Coming-Outdag gevierd worden."
A
positief standpunt
B
negatief standpunt
C
standpunt van twijfel

Slide 9 - Quizvraag


"Bibliotheken zijn niet overbodig."
A
positief stanpunt
B
negatief standpunt
C
standpunt van twijfel

Slide 10 - Quizvraag

"Ik weet niet wat ik van die winkel vind."
A
positief standpunt
B
negatief standpunt
C
standpunt van twijfel

Slide 11 - Quizvraag

"Je moet niet iedere burger verplichten een cursus brandblussen te volgen."
A
positief standpunt
B
negatief standpunt
C
standpunt van twijfel

Slide 12 - Quizvraag

Herkennen standpunt-argument

Je kunt ze onderscheiden door de want/dus-proef
 (standpunt), want (argument)
 (argument), dus (standpunt)
  • Ik stop ermee, want ik heb genoeg gewerkt voor vandaag.
  • Ik heb genoeg gewerkt voor vandaag, dus ik stop ermee.

Slide 13 - Tekstslide

Parijs heeft de mooiste musea van de wereld. Ik ga graag naar Parijs.
A
standpunt - argument
B
argument - standpunt

Slide 14 - Quizvraag

Lezen is goed voor je. Het vermindert stress en je traint je concentratievermogen.
A
standpunt - argument
B
argument - standpunt

Slide 15 - Quizvraag

Lezen vermindert stress en je traint je concentratievermogen. Lezen is goed voor je.
A
standpunt - argument
B
argument - standpunt

Slide 16 - Quizvraag

Het vaccinatieprogramma begint in januari.
Feitelijk of waarderend?
A
feitelijk
B
waarderend

Slide 17 - Quizvraag

Ambtenaren worden vaak gezien als saaie en luie mensen.
Feitelijk of waarderend?
A
feitelijk
B
waarderend

Slide 18 - Quizvraag

Die demonstratie liep gigantisch uit de hand.
Feitelijk of waarderend?
A
feitelijk
B
waarderend

Slide 19 - Quizvraag

Pak pen en papier
  • Noteer het standpunt uit het fragment van Lubach 
  • Noteer de argumenten bij het standpunt

  • Geef aan wat voor standpunt het is: positief, negatief of van twijfel
  • Geef aan wat voor argument het is: feitelijk of waarderend

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Vertel! 
Standpunt en argumenten? 

Slide 22 - Tekstslide