Eco po

Economie PO
Huiswerkopgave 3: gemeenschappelijk landbouwbeleid op de schop


1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Economie PO
Huiswerkopgave 3: gemeenschappelijk landbouwbeleid op de schop


Slide 1 - Tekstslide

Protectionistisch landbouwbeleid

  • Gefocust op het beschermen van de landbouweconomie

Vrije marktwerking


  • Geen regels om de landbouweconomie te beschermen

Slide 2 - Tekstslide

Moeilijke begrippen
  • Interventieprijzen: de prijs waartegen interventiebureaus van een economische unie     producten verplicht zijn producten aan te kopen (opkoopregeling) die niet verkocht worden     op de gewone markt. 
  • Invoerrechten: indirecte belastingen op goederen die een land binnenkomen. Daardoor     wordt de eigen markt beschermd. 
  • Vrije marktwerking: vraag en aanbod bepaalt de prijs en wat producenten produceren. 
  • Mondiale welvaart: de welvaart over de hele wereld
  • Welvaart in enge zin: koopkracht, welvaart uitgedrukt in geld
  • Welvaart in ruime zin: alle factoren die je welvaart bepalen worden hierin meegewogen, zoals hoe gelukkig je bent
  • Allocatie van productiefactoren: hoe de productiefactoren KANO verdeeld zijn 

Slide 3 - Tekstslide

Wat zou een bezwaar kunnen zijn op het protectionistisch landbouwbeleid?

Slide 4 - Open vraag

In een protectionistisch landbouwbeleid zijn er bepaalde afspraken en regels zoals interventieprijzen en invoerrechten. Deze regels zijn er om de productie in eigen land te beschermen tegen concurrentie uit het buitenland. Hierdoor wordt de mondiale welvaart (wereldwijde welvaart) beperkt, en veel landen kunnen daar kritiek op hebben omdat het de specialisatie in een land tegen gaat.

Slide 5 - Tekstslide

Opgave 1
Landen gaan zich specialiseren in die goederen en diensten, waarbij zij relatieve kostenvoordelen hebben. Hierdoor kan er prijsdaling / kwaliteitsverbetering ontstaan, waardoor de mondiale productie en mondiale welvaart kan toenemen. 

Slide 6 - Tekstslide

Opgave 2
Lager. Uit bron 3 blijkt dat de producentenprijzen voor een groot deel de uiteindelijke consumentenprijzen betalen. De producentenprijzen liggen op de wereldmarkt voor landbouwproducten een stuk lager dan in Agrië, waardoor vrijgegeven van de markt zal gaan leiden tot lagere consumentenprijzen voor landbouwproducten. 

Slide 7 - Tekstslide

Opgave 3
Groter. Uit bron 4 blijkt dat de waarde van de negatieve externe effecten van de landbouw groter is georden dan de bijdrage van de landbouw aan het bbp. Hierdoor kan de welvaart in ruime zin in Agrië toenemen als de landbouw uit Agrië verdwijnt. 

Slide 8 - Tekstslide

Opgave 4
Toename bbp. Uit bron 1 blijkt dat de in de landbouw ingezette productiefactor arbeid een relatief kleine bijdrage levert aan het bbp (7% van de werkgelegenheid levert 3% van het bbp op), hetgeen betekent dat de reallocatie van arbeid naar andere sectoren zou kunnen leiden tot een stijging van het bbp. 

Slide 9 - Tekstslide

Leg uit wat er gebeurt met de welvaart in enge zin in Agrië.

Slide 10 - Open vraag

De welvaart in enge zin is de gemeten welvaart uitgedrukt in geld. De welvaart in enge zin wordt vaak uitgedrukt in het BBP van een land. Het BBP van Agrië is als als gevolg van de invoering van het beleidsvoorstel gestegen en dus zal de welvaart in enge zin stijgen.

Slide 11 - Tekstslide

Opgave 5
Lager. Uit bron 2 blijkt dat er door het verdwijnen van de landbouwproductie uit Agrië meer grond beschikbaar komt voor woningbouw, waardoor de woningbouwgrondprijzen kunnen dalen, en (nieuwe) woningen goedkoper kunnen worden. 

Slide 12 - Tekstslide