Par 8.1: Wat is welvaart?

Wat is welvaart ? 
  1. Waar denk je aan bij het begrip 'Welvaart'?
  2. Is Nederland een welvarend land? Waarom?
  3. Waar verdient Nederland als land veel geld mee?
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat is welvaart ? 
  1. Waar denk je aan bij het begrip 'Welvaart'?
  2. Is Nederland een welvarend land? Waarom?
  3. Waar verdient Nederland als land veel geld mee?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning van vandaag
  1. Uitleg leerdoelen
  2. Uitleg 8.1
  3. Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Na afloop van deze les ken/kan ik ...
  1. ... uitleggen wat het verschil is tussen welvaart in ruime en enge zin
  2. ... uitleggen dat welvaart in enge zin gemeten wordt met behulp van het bbp en dat de stijging zorgt voor economische groei
  3. ... de 4 productiefactoren noemen en aangeven hoe ze nodig zijn
  4. ... de 4 productiesectoren noemen en voorbeelden geven.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welvaart
  • Welvaart: de mate waarin mensen in hun behoeften kunnen voorzien
  • Welvaart in ruime zin: behoeften die niet in geld uit te drukken zijn > leefomgeving, gezondheid
    > moeilijk te meten
  • Welvaart in enge (beperkte) zin: welvaart in geld uitdrukken -> koopkracht genoemd > meetbaar

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welvaart

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welvaart
Welvaart in enge zin <--------------------> Welvaart in ruime zin
puur koopkracht                                 ook zaken als vrije tijd en milieu


Welvaart <---------------------------------> Welzijn
                                                                  ook niet economische factoren,
                                                                                 geluk

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe meten we welvaart (in enge zin)
  • Met het BBP: Het BBP (bruto binnenlands product) is de totale waarde van alle geproduceerde goederen en diensten in een land
  • Als het BBP toeneemt, neemt de welvaart van het land toe => economische groei.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BBP
Bruto binnenlands product

Alles wat geproduceerd wordt in een jaar in een land. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk:
  • Leren: § 8.1 t/m blz 213 (2H)
  • Leren: § 8.1 t/m blz 233 (2V)
  • Maken: 1 t/m 6
  • Kennen: leerdoelen 1 en 2

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welvaart

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pak je wisbordje en

maak de volgende vragen:
  1. Welvaart uitgedrukt in geld, ook wel "koopkracht" genoemd, noem je welvaart .. .... ...
  2. De welvaart in een land meten we aan de hand van het ..... ......... ......
  3. In Nederland hebben we te maken met een hoge/lage economische groei.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning van vandaag
  1. Herhaling leerdoelen
  2. Uitleg 8.1
  3. Huiswerk bespreken

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Na afloop van deze les ken/kan ik ...
  1. ... uitleggen wat het verschil is tussen welvaart in ruime en enge zin
  2. ... uitleggen dat welvaart in enge zin gemeten wordt met behulp van het bbp en dat de stijging zorgt voor economische groei
  3. ... de 4 productiefactoren noemen en aangeven hoe ze nodig zijn
  4. ... de 4 productiesectoren noemen en voorbeelden geven.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meten BBP => productie =>
Alles wat je nodig hebt om te kunnen produceren, kun je
indelen in de volgende productiefactoren:
Kapitaal
Arbeid
Natuur
Ondernemerschap

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Productiesectoren   

Slide 18 - Tekstslide

De ondernemingen waarbij je kunt werken, zijn verdeeld in vier productiesectoren.

De primaire sector: hier horen bedrijven bij die grondstoffen maken zoals boeren, vissers, de houtkap en mijnbedrijven.

De secundaire sector: hier horen bedrijven bij die de grondstoffen van de primaire sector nemen en verwerken tot iets anders. Fabrieken, bouwbedrijven, pottenbakkers en soortgelijke bedrijven.

De tertiaire sector: hierin vind je alle bedrijven die een dienst leveren (en dus niet een goed maken!) en deze met winst proberen te verkopen. Alle winkels horen hierbij, maar ook de bank, de NS, de kapper en klusbedrijven,

De quartaire sector: hier vallen alle bedrijven onder die een dienst leveren en deze niet met winst proberen te verkopen. De diensten die in de quartaire sector worden geleverd zijn grotendeels openbaar. Hieronder vallen de politie, brandweer en het onderwijs.

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk + bespreken:
  • Bespreken 3,4,5,6
  • Leren: § 8.1 t/m blz 235 
  • Maken: 7 t/m 11
  • Kennen: leerdoelen 3 en 4 (+ 1 en 2)

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk:
  • Leren: § 8.1 t/m blz 215 (2H)
  • Leren: § 8.1 t/m blz 235 (2V)
  • Maken: 7 t/m 12
  • Kennen: leerdoelen 3 en 4 (+ 1 en 2)

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies