Apostrof
Wat gaan we doen deze les?
Spelling: apostrof
- Uitleg (filmpje)
- Klassikaal een opdracht maken + nakijken
Aan het einde van de les:
weet je wanneer je een apostrof gebruikt.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2
In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Wat gaan we doen deze les?
Spelling: apostrof
- Uitleg (filmpje)
- Klassikaal een opdracht maken + nakijken
Aan het einde van de les:
weet je wanneer je een apostrof gebruikt.
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Opdracht: schrijf de woorden juist
Op de volgende slide staan 5 zinnen.
Op de puntjes moet een woord met apostrof komen te staan. Schrijf die op je blaadje. Schrijf de regel ernaast/eronder.
Je maakt de opdracht alleen en je hebt 4 minuten de tijd.
Slide 3 - Tekstslide
Noteer het woord en de regel
- Er zitten 120 ............... (pagina) in dat boek.
Regel: ............................................................................................................................................................... - ............... (de jas van Ivo) was drijfnat geworden.
Regel: ............................................................................................................................................................... - ............... (het voetbalteam van Bas) bakte er niks van.
Regel: ............................................................................................................................................................... - Het ............... (baby, klein) kon alleen maar huilen.
Regel: ............................................................................................................................................................... - De ............... (iemand van het vmbo) haalde met vlag en wimpel zijn diploma.
Regel: ...............................................................................................................................................................
timer
4:00
Slide 4 - Tekstslide
Noteer het woord en de regel
- Er zitten 120 ............... (pagina) in dat boek.
Regel: ............................................................................................................................................................... - ............... (de jas van Ivo) was drijfnat geworden.
Regel: ............................................................................................................................................................... - ............... (het voetbalteam van Bas) bakte er niks van.
Regel: ............................................................................................................................................................... - Het ............... (baby, klein) kon alleen maar huilen.
Regel: ............................................................................................................................................................... - De ............... (iemand van het vmbo) haalde met vlag en wimpel zijn diploma.
Regel: ...............................................................................................................................................................
Slide 5 - Tekstslide
Noteer het woord en de regel
- Er zitten 120 pagina's (pagina) in dat boek.
Regel: ............................................................................................................................................................... - ............... (de jas van Ivo) was drijfnat geworden.
Regel: ............................................................................................................................................................... - ............... (het voetbalteam van Bas) bakte er niks van.
Regel: ............................................................................................................................................................... - Het ............... (baby, klein) kon alleen maar huilen.
Regel: ............................................................................................................................................................... - De ............... (iemand van het vmbo) haalde met vlag en wimpel zijn diploma.
Regel: ...............................................................................................................................................................
Slide 6 - Tekstslide
Noteer het woord en de regel
- Er zitten 120 pagina's (pagina) in dat boek.
Regel: apostrof bij het mv van woorden die eindigen op een a, i, o, u of y. - ............... (de jas van Ivo) was drijfnat geworden.
Regel: ............................................................................................................................................................... - ............... (het voetbalteam van Bas) bakte er niks van.
Regel: ............................................................................................................................................................... - Het ............... (baby, klein) kon alleen maar huilen.
Regel: ............................................................................................................................................................... - De ............... (iemand van het vmbo) haalde met vlag en wimpel zijn diploma.
Regel: ...............................................................................................................................................................
Slide 7 - Tekstslide
Noteer het woord en de regel
- Er zitten 120 pagina's (pagina) in dat boek.
Regel: apostrof bij het mv van woorden die eindigen op een a, i, o, u of y. - Ivo's jas (de jas van Ivo) was drijfnat geworden.
Regel: ............................................................................................................................................................... - ............... (het voetbalteam van Bas) bakte er niks van.
Regel: ............................................................................................................................................................... - Het ............... (baby, klein) kon alleen maar huilen.
Regel: ............................................................................................................................................................... - De ............... (iemand van het vmbo) haalde met vlag en wimpel zijn diploma.
Regel: ...............................................................................................................................................................
Slide 8 - Tekstslide
Noteer het woord en de regel
- Er zitten 120 pagina's (pagina) in dat boek.
Regel: apostrof bij het mv van woorden die eindigen op een a, i, o, u of y. - Ivo's jas (de jas van Ivo) was drijfnat geworden.
Regel: apostrof als je wilt aangeven dat iets van iemand is. - ............... (het voetbalteam van Bas) bakte er niks van.
Regel: ............................................................................................................................................................... - Het ............... (baby, klein) kon alleen maar huilen.
Regel: ............................................................................................................................................................... - De ............... (iemand van het vmbo) haalde met vlag en wimpel zijn diploma.
Regel: ...............................................................................................................................................................
Slide 9 - Tekstslide
Noteer het woord en de regel
- Er zitten 120 pagina's (pagina) in dat boek.
Regel: apostrof bij het mv van woorden die eindigen op een a, i, o, u of y. - Ivo's jas (de jas van Ivo) was drijfnat geworden.
Regel: apostrof als je wilt aangeven dat iets van iemand is. - Bas' voetbalteam (het voetbalteam van Bas) bakte er niks van.
Regel: ............................................................................................................................................................... - Het ............... (baby, klein) kon alleen maar huilen.
Regel: ............................................................................................................................................................... - De ............... (iemand van het vmbo) haalde met vlag en wimpel zijn diploma.
Regel: ...............................................................................................................................................................
Slide 10 - Tekstslide
Noteer het woord en de regel
- Er zitten 120 pagina's (pagina) in dat boek.
Regel: apostrof bij het mv van woorden die eindigen op een a, i, o, u of y. - Ivo's jas (de jas van Ivo) was drijfnat geworden.
Regel: apostrof als je wilt aangeven dat iets van iemand is. - Bas' voetbalteam (het voetbalteam van Bas) bakte er niks van.
Regel: zie uitleg bij 2 + eindigt het woord op een s-klank, dan schrijf je alleen een apostrof. - Het ............... (baby, klein) kon alleen maar huilen.
Regel: ............................................................................................................................................................... - De ............... (iemand van het vmbo) haalde met vlag en wimpel zijn diploma.
Regel: ...............................................................................................................................................................
Slide 11 - Tekstslide
Noteer het woord en de regel
- Er zitten 120 pagina's (pagina) in dat boek.
Regel: apostrof bij het mv van woorden die eindigen op een a, i, o, u of y. - Ivo's jas (de jas van Ivo) was drijfnat geworden.
Regel: apostrof als je wilt aangeven dat iets van iemand is. - Bas' voetbalteam (het voetbalteam van Bas) bakte er niks van.
Regel: zie uitleg bij 2 + eindigt het woord op een s-klank, dan schrijf je alleen een apostrof. - Het baby'tje (baby, klein) kon alleen maar huilen.
Regel: ............................................................................................................................................................... - De ............... (iemand van het vmbo) haalde met vlag en wimpel zijn diploma.
Regel: ...............................................................................................................................................................
Slide 12 - Tekstslide
Noteer het woord en de regel
- Er zitten 120 pagina's (pagina) in dat boek.
Regel: apostrof bij het mv van woorden die eindigen op een a, i, o, u of y. - Ivo's jas (de jas van Ivo) was drijfnat geworden.
Regel: apostrof als je wilt aangeven dat iets van iemand is. - Bas' voetbalteam (het voetbalteam van Bas) bakte er niks van.
Regel: zie uitleg bij 2 + eindigt het woord op een s-klank, dan schrijf je alleen een apostrof. - Het baby'tje (baby, klein) kon alleen maar huilen.
Regel: apostrof bij verkleinwoorden die eindigen op een y. - De ............... (iemand van het vmbo) haalde met vlag en wimpel zijn diploma.
Regel: ...............................................................................................................................................................
Slide 13 - Tekstslide
Noteer het woord en de regel
- Er zitten 120 pagina's (pagina) in dat boek.
Regel: apostrof bij het mv van woorden die eindigen op een a, i, o, u of y. - Ivo's jas (de jas van Ivo) was drijfnat geworden.
Regel: apostrof als je wilt aangeven dat iets van iemand is. - Bas' voetbalteam (het voetbalteam van Bas) bakte er niks van.
Regel: zie uitleg bij 2 + eindigt het woord op een s-klank, dan schrijf je alleen een apostrof. - Het baby'tje (baby, klein) kon alleen maar huilen.
Regel: apostrof bij verkleinwoorden die eindigen op een y. - De vmbo'er (iemand van het vmbo) haalde met vlag en wimpel zijn diploma.
Regel: ...............................................................................................................................................................
Slide 14 - Tekstslide
Noteer het woord en de regel
- Er zitten 120 pagina's (pagina) in dat boek.
Regel: apostrof bij het mv van woorden die eindigen op een a, i, o, u of y. - Ivo's jas (de jas van Ivo) was drijfnat geworden.
Regel: apostrof als je wilt aangeven dat iets van iemand is. - Bas' voetbalteam (het voetbalteam van Bas) bakte er niks van.
Regel: zie uitleg bij 2 + eindigt het woord op een s-klank, dan schrijf je alleen een apostrof. - Het baby'tje (baby, klein) kon alleen maar huilen.
Regel: apostrof bij verkleinwoorden die eindigen op een y. - De vmbo'er (iemand van het vmbo) haalde met vlag en wimpel zijn diploma.
Regel: apostrof na cijfers en bij woorden die afkortingen zijn.
Slide 15 - Tekstslide
Vragen?
