De student kan aangeven welke stoffen er gevormd worden tijdens fotosynthese.
De student kan aangeven hoe suikers worden opgeslagen in de tarwekorrel.
De student kan aangeven welke eiwitten worden gevormd in tarwekorrels.
De student kan de toepassingen benoemen van de verschillende soorten meel- en bloem.
De student kan de wettelijke eisen van meel- en bloem aangeven.