5.6 blessures

Thema 5: Stevigheid en beweging
Je kent de delen van het lichaam.

Je kunt in een afbeelding van het skelet de botten benoemen.

Je kunt de functies van het skelet noemen.
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 5: Stevigheid en beweging
Je kent de delen van het lichaam.

Je kunt in een afbeelding van het skelet de botten benoemen.

Je kunt de functies van het skelet noemen.

Slide 1 - Tekstslide

Welke 4 beenverbindingen zijn er?

Slide 2 - Open vraag

Wij horen bij......
A
zoolgangers
B
topgangers
C
hoefgangers
D
teengangers

Slide 3 - Quizvraag

Kalk lost op in zoutzuur
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Als je een spier ontspant, wordt de spier....
A
korter en dikker
B
langer en dunner
C
korter en dunner
D
langer en dikker

Slide 5 - Quizvraag


Als een spier samentrekt:
hoe lang kun jij dit?
De plank is een statische oefening, wat inhoudt dat je je lichaam een tijdje in een bepaalde houding moet houden zonder te bewegen.
A
wordt de spier korter en dunner
B
wordt de spier langer en dikker
C
wordt de spier korter en dikker
D
wordt de spier langer en dunner

Slide 6 - Quizvraag

Als jongere mensen vallen, breken ze niet zo snel hun botten. Hoe komt dit?
A
doordat er in het bot veel lijmstof is en veel kalk
B
doordat er in het bot veel lijmstof is en weinig kalk
C
doordat er in het bot weinig lijmstof is en weinig kalk
D
doordat er in het bot weinig lijmstof is en veel kalk

Slide 7 - Quizvraag

Bij welke gewricht is er de meeste beweging mogelijk?
A
Kogelgewricht
B
Rolgewricht
C
Scharniergewricht
D
Draaigewricht

Slide 8 - Quizvraag

Spieren kunnen samentrekken, pezen niet.

Is deze bewering juist of onjuist?
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Met welke letter is een pees aangegeven?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 10 - Quizvraag

spiervezels en pezen
Snelle spiervezels gebruik je bij een sprintje of zwaar tillen
Langzame spiervezels gebruik je voor uithoudingsvermogen

Pezen bestaan niet uit bot/ beenweefsel 
en niet uit kraakbeenweefsel
--> wel uit bindweefsel  (= stof die de
weefsels verbindt)

Slide 11 - Tekstslide

Je wervelkolom bestaat uit verschillende onderdelen. Welke zijn dit?
A
wervels, tussenwervelschijven, spieren en zenuwen
B
wervels
C
wervels, tussenwervelschijven en spieren
D
wervels en tussenwervelschijven

Slide 12 - Quizvraag

Wat zijn de functies van de tussenwervelschijven?
A
het beschermt je ruggenmerg
B
hierdoor kan je je rug een beetje bewegen
C
ze vangen schokken op
D
hierdoor wordt je rug een beetje langer

Slide 13 - Quizvraag

Hoe wordt de vorm van de wervelkolom genoemd?

(maak geen gebruik van tekens gebruiken.)

Slide 14 - Open vraag

Bij welke plaatje heeft de persoon een goede houding?
    A                 B               C
A
B
C

Slide 15 - Quizvraag

Sleep de persoon naar het vakje waar hij bij hoort.
Goede houding 
Slechte houding

Slide 16 - Sleepvraag

Tussencelstof van lijmstof
Tussencelstof van kalkzouten
Met uitlopers blijven cellen met elkaar in contact
Cellen hebben geen uitlopers en liggen in groepjes bij elkaar 
Kraakbeenweefsel
Botweefsel

Slide 17 - Sleepvraag

Wervelkolom
-Bestaat uit wervels met tussenwervelschijven (schokbrekers) van kraakbeen

-Heeft een  'dubbele S-vorm'. 
Hierdoor worden schokken opgevangen tijdens het lopen en is de rug een beetje beweeglijk



Slide 18 - Tekstslide

Een goede zithouding
Bij een goede zithouding is het belangrijk dat je je rug zoveel mogelijk recht houdt. 


Slide 19 - Tekstslide

Tillen
Vaak en zwaar tillen: rugklachten
Juiste manier van tillen:

  • Buk en til niet onnodig
  • Til niet teveel ineens
  • Til nooit met gedraaide rug
  • Til met twee handen zo dicht mogelijk bij je lichaam
  • Buig niet verder voorover dan nodig en gebruik je beenspieren.
  • Til niet hoger dan schouderhoogte

Slide 20 - Tekstslide

Lesdoelen
-Ik weet wat een botbreuk, kneuzing, verzwikking en ontwrichting is en hoe dit kan ontstaan
-Ik weet wat rsi is en hoe dit ontstaat

Slide 21 - Tekstslide

0

Slide 22 - Video

LESS 
Spierpijn
Heb je soms na het sporten. het kan verschillende oorzaken hebben:

  • Als je iets doet wat je niet gewend bent.
  • Als spieren beschadigd raken
  • Als de spieren opeens sterk afkoelen.

Slide 23 - Tekstslide

Spierkramp en spierscheuring 
Spierkramp:  een spier trekt zich plotseling heel sterk samen.
Je moet stoppen met de beweging, ga je door dan kan de spier scheuren. 

Een plotselinge spierscheuring = een zweepslag (beschadiging van de kuitspier)

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

LESS 
Botbreuk 

Met een botbreuk moet je naar het ziekenhuis.

Slide 26 - Tekstslide

LESS 
In het ziekenhuis:

  • Röntgenfoto
  • Bot zetten
  • Gips verband

Vaak duurt het ongeveer 6 weken tot het weer genezen is (Er groeit weer nieuw been)

Slide 27 - Tekstslide

Verzwikking / verstuiking

Wordt het gewrichtskapsel en de kapselbanden beschadigd.

Zwelling
Koelen: helpt tegen de pijn en zwelling wordt minder dik.


Slide 28 - Tekstslide

Kneuzing 
Ontstaat vaak door
  • Duw
  • trap
  • Stomp

Blauwe plek ontstaat. 
    --> bloedvaten zijn dan kapot gegaan.
Je kunt ook een zwelling krijgen

Ook bij een kneuzing helpt koelen

Slide 29 - Tekstslide

Ontwrichting 

De gewrichtskogel schiet dan 
uit de kom. 

Kan gebeuren als je verkeerd valt.

De arts moet je gewrichtskogel weer in de kom brengen

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Voetbalknie:
 Meniscus = schijfje kraakbeen in de knie

De noppen blijven in het veld staan en de knie draait --> kniegewricht of meniscus gaat kapot


Slide 32 - Tekstslide

Gescheurde banden

Als een sporter in volle vaart stopt en het lichaam draait kunnen de banden afscheuren. Meestal is dat de voorste kruisband. 

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

RSI
Blessure als gevolg van steeds dezelfde beweging

Blessure als gevolg van het werken op de computer --> muisarm

Andere voorbeelden: whats app vinger - sms duim - tenniselleboog

Slide 35 - Tekstslide

Blessures voorkomen.

  • Warming-up
  • Rekoefeningen
  • Cooling-down




Slide 36 - Tekstslide

Aan het (huis) werk
-Lees blz. 22 t/m 27
-Maak basisstof 5.6: opdracht 19 t/m 24 (digitaal)
--> kijk de filmpjes en lees goed terug in de tekst!

Klaar? Test jezelf 5.1 t/m 5.6 maken

Slide 37 - Tekstslide

Lesdoelen gehaald?
-Ik weet wat een botbreuk, kneuzing, verzwikking en ontwrichting is en hoe dit kan ontstaan
-Ik weet wat rsi is en hoe dit ontstaat




Slide 38 - Tekstslide