3M2: H6 - 6.1

Ga op de goede plek zitten en pak je spullen
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 52 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Ga op de goede plek zitten en pak je spullen

Slide 1 - Tekstslide

Programma

  • Magister
  • H6 - Verschillende verbanden
  • Opgaven maken
 
Programma
Pak jouw: boek + schrift + pen + rekenmachine

Slide 2 - Tekstslide

Magister controle
Hoor je je naam?
Houd dan je boek en rekenmachine 
in de lucht

Slide 3 - Tekstslide

Waar gaat H6 over?
H6: periodieke verbanden

Slide 4 - Tekstslide

Waar gaat H6 over?
H6: periodieke verbanden
  • periodieke grafieken

Slide 5 - Tekstslide

Waar gaat H6 over?
H6: periodieke verbanden
  • periodieke grafieken
  • kwadratische grafieken

Slide 6 - Tekstslide

Waar gaat H6 over?
H6: periodieke verbanden
  • periodieke grafieken
  • kwadratische grafieken
  • wortelverbanden

Slide 7 - Tekstslide

Waar gaat H6 over?
H6: periodieke verbanden
  • periodieke grafieken
  • kwadratische grafieken
  • wortelverbanden
  • machtsverbanden

Slide 8 - Tekstslide

leerdoelen deze les
Na deze les kan je bij een periodiek verband
dit uitrekenen:
  • maximum/minimum
  • periode
  • evenwichtsstand
  • amplitude
  • frequentie
  • de hoogte bij een bepaalde tijd
 

Slide 9 - Tekstslide

leerdoelen deze les
Eerst worden de begrippen uitgelegd
  • dan oefen je met een opgave
  • daarna komt het rad

Slide 10 - Tekstslide

6.1: periodieke verbanden
Hartslag is een grafiek met een periodiek verband

Slide 11 - Tekstslide

6.1: periodieke verbanden
Hartslag is een grafiek met een periodiek verband
Periodiek - lijkt op periode - betekent herhaling

Slide 12 - Tekstslide

6.1: periodieke verbanden
Eb en vloed hebben ook een periodiek verband

Slide 13 - Tekstslide

6.1: periodieke verbanden
Eb en vloed hebben ook een periodiek verband
Wat is het maximum van de grafiek?

Slide 14 - Tekstslide

6.1: periodieke verbanden
Eb en vloed hebben ook een periodiek verband
Wat is het maximum van de grafiek?  6 meter

Slide 15 - Tekstslide

6.1: periodieke verbanden
Eb en vloed hebben ook een periodiek verband
Wat is het minimum van de grafiek?  

Slide 16 - Tekstslide

6.1: periodieke verbanden
Eb en vloed hebben ook een periodiek verband
Wat is het minimum van de grafiek?  -2 meter

Slide 17 - Tekstslide

6.1: periodieke verbanden
Eb en vloed hebben ook een periodiek verband
Wat is de periode? Dus hoe lang duurt die? 

Slide 18 - Tekstslide

6.1: periodieke verbanden
Eb en vloed hebben ook een periodiek verband
Wat is de periode? Dus hoe lang duurt die? 12 sec.

Slide 19 - Tekstslide

6.1: periodieke verbanden
De evenwichtsstand is het gemiddelde van het maximum en het minimum

Slide 20 - Tekstslide

6.1: periodieke verbanden
Wat is hier de evenwichtsstand?

Slide 21 - Tekstslide

6.1: periodieke verbanden
Wat is hier de evenwichtsstand?
2(500+200)
___________________________

Slide 22 - Tekstslide

6.1: periodieke verbanden
Wat is hier de evenwichtsstand?
2(500+200)
=350meter
___________________________

Slide 23 - Tekstslide

6.1: periodieke verbanden
Amplitude = maximum - evenwichtsstand
___________________________

Slide 24 - Tekstslide

6.1: periodieke verbanden
Amplitude = maximum - evenwichtsstand
500350=150meter
___________________________
___________________________

Slide 25 - Tekstslide

6.1: periodieke verbanden
Frequentie = hoe vaak de periode in een minuut/uur past

Slide 26 - Tekstslide

6.1: periodieke verbanden
Frequentie = hoe vaak de periode in een minuut/uur past
Periode = 3 minuten

Slide 27 - Tekstslide

6.1: periodieke verbanden
Frequentie = hoe vaak de periode in een minuut/uur past
Periode = 3 minuten
Frequentie per uur = 

Slide 28 - Tekstslide

6.1: periodieke verbanden
Frequentie = hoe vaak de periode in een minuut/uur past
Periode = 3 minuten
Frequentie per uur = 
360=20

Slide 29 - Tekstslide

6.1: periodieke verbanden
Maak opgave 4 a t/m d. Na 5 minuten het rad.

Slide 30 - Tekstslide

10.2
3M2

Slide 31 - Tekstslide

6.1: periodieke verbanden
Maak opgave 4 a t/m d. Na 5 minuten het rad.

Slide 32 - Tekstslide

6.1: periodieke verbanden
Maak opgave 4 e en f. Na 5 minuten het rad.

Slide 33 - Tekstslide

10.2
3M2

Slide 34 - Tekstslide

6.1: periodieke verbanden
Maak opgave 4 e en f. Na 5 minuten het rad.

Slide 35 - Tekstslide

6.1: periodieke verbanden
Maak opgave 4 g. Na 3 minuten het rad.

Slide 36 - Tekstslide

10.2
3M2

Slide 37 - Tekstslide

6.1: periodieke verbanden
Maak opgave 4 g. Na 3 minuten het rad.

Slide 38 - Tekstslide

Opgaven maken

6.1:      6.1: 2, 3, 4, 5, 8, 9, 10

Slide 39 - Tekstslide

6.1: periodieke verbanden
Weer even het vorige voorbeeld
Wat is de waterhoogte na 4 sec.?    

Slide 40 - Tekstslide

6.1: periodieke verbanden
Wat is de waterhoogte na 4 sec.?   0 meter 

Slide 41 - Tekstslide

6.1: periodieke verbanden
Wat is de waterhoogte na 124 sec.?   

Slide 42 - Tekstslide

6.1: periodieke verbanden
Wat is de waterhoogte na 124 sec.?  -> rekenwerk  

Slide 43 - Tekstslide

6.1: periodieke verbanden
Rekenwerk voor waterhoogte na 124 sec.    

Slide 44 - Tekstslide

6.1: periodieke verbanden
1 periode = 12 seconden  
Rekenwerk voor waterhoogte na 124 sec.    

Slide 45 - Tekstslide

6.1: periodieke verbanden
1 periode = 12 seconden  
10 periode = 120 seconden  
Rekenwerk voor waterhoogte na 124 sec.   

Slide 46 - Tekstslide

6.1: periodieke verbanden
1 periode = 12 seconden  
10 periode = 120 seconden  
dus 124 seconden = 10 periode + 4 sec.
Rekenwerk voor waterhoogte na 124 sec.    

Slide 47 - Tekstslide

6.1: periodieke verbanden
1 periode = 12 seconden  
10 periode = 120 seconden  
dus 124 seconden = 10 periode + 4 sec.
dus 124 seconden <=> 4 sec.
Rekenwerk voor waterhoogte na 124 sec.    

Slide 48 - Tekstslide

6.1: periodieke verbanden
Wat is de waterhoogte na 124 sec.?   
Hetzelfde als bij 4 sec. dus 0 meter 

Slide 49 - Tekstslide

6.1: periodieke verbanden
Wat is de waterhoogte na 58 sec.?   

Slide 50 - Tekstslide

6.1: periodieke verbanden
Wat is de waterhoogte na 58 sec.?   
58 = 4 x 12  + 10 sec.  

Slide 51 - Tekstslide

6.1: periodieke verbanden
Wat is de waterhoogte na 58 sec.?   
58 = 4 x 12  + 10 sec.  
->  hetzelfde als 10 sec  = 0 meter

Slide 52 - Tekstslide