M3 Nask1 H1 Elektriciteit Nova Max

FST
Fleur Sterk
Natuurkunde en T&T
Hoogbegaafdheid
PCS
Bakken, koken, dieren, hockey, klussen, gamen

1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

FST
Fleur Sterk
Natuurkunde en T&T
Hoogbegaafdheid
PCS
Bakken, koken, dieren, hockey, klussen, gamen

Slide 1 - Tekstslide

M3 Nask1
Elke les:
  • Boek
  • A4 schrift ruitjes
  • Rekenmachine
  • Geodriehoek
  • Potlood
  • Puntenslijper
  • Gum
  • Pen

Slide 2 - Tekstslide

M3 Nask 1
  • 8 hoofdstukken: 8x 10%
  • 4 P.O.'s (praktijk opdracht): 4x 5%
  • 3 H.O.'s (handelings opdracht): 3x v/g

H.O.'s moeten voldoende:
  1. Om over te mogen gaan naar Mavo 4
  2. Om een positief advies te krijgen voor Nask1

Slide 3 - Tekstslide

H1 Elektriciteit



  • 4 paragrafen
  • 12 lessen
  • 3 toetsen

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Tabel achterin het schrift
Neem deze tabel over achterin je schrift.

Slide 6 - Tekstslide

Nu maak je de voorkennistoets
Bladzijde 8 en 9
timer
15:00

Slide 7 - Tekstslide

Stroom
Een beweging van elektronen
door een gesloten stroomkring

Slide 8 - Tekstslide

0

Slide 9 - Video

1.1 Elektrische stroom
Elektriciteit is eigen alleen maar het rondgaan van elektronen
Tijdens het rondgaan kunnen elektronen energie overdragen


Slide 10 - Tekstslide

1.1 Elektrische stroom
I, stroomsterkte in Ampère, A

Ampère = De hoeveelheid elektronen per seconde. 
Dat kan je alleen meten in serie.

1 A = 1000 mA

Slide 11 - Tekstslide

1.1 Elektrische stroom
Stroom in een serieschakeling overal hetzelfde





Stroom in een parallelschakeling verdeelt over de 'takken'

Itotaal=I1=I2=I3=...
Itotaal=I1+I2+I3+...

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

De stroomsterkte wordt uitgedrukt in ... ?
A
Volt
B
Ohm
C
Ampère
D
kiloWatt

Slide 14 - Quizvraag

Door deze 3 lampjes gaat
een stroom van 0,1 A.

Hoe groot is de stroomsterkte van de spanningsbron?
A
-0,3 A
B
0,3 A
C
-0,1 A
D
0,1 A

Slide 15 - Quizvraag

Door deze drie lampjes gaat een stroom van 0,1 A .

Hoe groot is de stroomsterkte uit de spanningsbron?
A
-0,3 A
B
0,3 A
C
-0,1 A
D
0,1 A

Slide 16 - Quizvraag

Paragraaf 1
Bladzijde 10 t/m 20
Blz 14-20: opgave 1 t/m 15
Practicum met stempeltjes: P.O. (5%)
Praktijktoets 'werken met een stroommeter': H.O. (v/g)

Slide 17 - Tekstslide

1.2 Elektriciteit in huis
Huisinstallatie

Dikke stroomkabel komt binnen in meterkast. 
Gaat via een kWh meter (kilowattuur meter)
Gaat naar stoppen/groepen kast 
Verdeeld zich daar over verschillende groepen.

Slide 18 - Tekstslide

Een huisinstallatie is te vergelijken met
A
Serie-schakeling
B
Gemengde schakeling
C
Parallel schakeling

Slide 19 - Quizvraag

1.2 Elektriciteit in huis
Bedrading in huis
(Als alles goed is aangesloten) 
bruine draad is fase draad (230 V)
blauwe draad is nuldraad (0 V)

Groen gele draad is aarde draad (0 V), 
maar verbonden met de aarde

Zwarte draad is schakeldraad (0 of 230 V)

Slide 20 - Tekstslide

1.2 Elektriciteit in huis
Draden zijn gemaakt van geleidend koper en isolerend PVC eromheen.

Bij kortsluiting is er bijna geen weerstand en kan de stroomsterkte heel hoog worden:  brandgevaar
Bij overbelasting wordt de totale stroomsterkte te hoog door het aansluiten van teveel apparaten: brandgevaar

Zekeringen!!!

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Weerstand
Weerstand geeft aan hoe goed stroom wordt tegen gehouden
Elk apparaat heeft weerstand
  • meer weerstand → minder stroom
  • minder weerstand → meer stroom

Slide 23 - Tekstslide

Wisselspanning en gelijkspanning
Gelijkspanning: Een batterij heeft een 
+ en - symbool en levert gelijkspanning.


Wisselspanning: Stopcontact wisselt 
+ en - razendsnel.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Welke kleur heeft een schakeldraad
A
Bruin
B
Zwart
C
Blauw
D
Groengeel

Slide 26 - Quizvraag

Welke kleur heeft een fasedraad
A
Bruin
B
Zwart
C
Blauw
D
Groengeel

Slide 27 - Quizvraag

Paragraaf 2
Bladzijde 21 t/m 31
Blz 24-31: opgave 1 t/m 12
Demo huisinstallatie

Slide 28 - Tekstslide

1.3 Vermogen en Energie
Apparaten zetten energie om: 
De hoeveelheid energie per seconde is het vermogen
Symbool voor vermogen = P   (van Power)
Eenheid van vermogen = W  (van Watt)

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

1.3 Vermogen en Energie
Berekenen van vermogen:
Vermogen = Spanning x Stroomsterkte
Formule P = U x I
P is vermogen in Watt (W)
U is spanning in Volt (V)
I is stroomsterkte in Ampère (A)

Slide 31 - Tekstslide

1.3 Vermogen en Energie
Om uit te rekenen hoeveel elektrische energie je gebruikt (en dus moet betalen) is er een kWh meter geplaatst.

Energieverbruik = Totale vermogen x tijd in uur
E = P x t
kWh = kW x aantal uur

Slide 32 - Tekstslide

Hoeveel kWh verbruik je als je 1 uur een afzuigkap aan met een vermogen van 100 W gebruikt
A
100 kWh
B
10 kWh
C
1 kWh
D
0,1 kWh

Slide 33 - Quizvraag

1 kWh kost 0,25 €
Hoeveel kost het om 1 uur lang de afzuigkap van 100 W aan te hebben staan?
A
0,025 €
B
0,25 €
C
2,5 €
D
25 €

Slide 34 - Quizvraag

Paragraaf 3
Bladzijde 32 t/m 44
Blz 36-44: opgave 1 t/m 14
Tosti practicum

Slide 35 - Tekstslide

2.4 Elektriciteit en veiligheid
Gevaren van elektriciteit
Brand
Elektrocutie

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Slide 38 - Video

Slide 39 - Tekstslide

1.4 Elektriciteit en veiligheid
Lichaamsweerstand
Contactweerstand  vochtig: kleine weerstand
                               droog: grote weerstand

Slide 40 - Tekstslide

1.4 Electriciteit en veiligheid
Beveiliging tegen overbelasting (teveel stroom door de draden):  
Zekering  (smeltveiligheid of elektronische zekering)

Aardlekschakelaar  schakelt bij 30 mA

Slide 41 - Tekstslide

1.4 Elektriciteit en veiligheid

Niet geaard                             Geaard 

Slide 42 - Tekstslide

1.4 Elektriciteit en veiligheid
Bij een apparaat met dubbele isolatie is er een extra isolatielaag en meestal een plastic buitenkant.

Slide 43 - Tekstslide

Er gaat een stroomsterkte van 15 A (via de fasedraad) het huis in
en er komt een stroomsterkte van 14,8 A (via de nuldraad) terug.

Slaat de aardlekschakelaar om?
A
Ja
B
Nee

Slide 44 - Quizvraag

Paragraaf 4
Bladzijde 45 t/m 55
Blz 49-55: opgave 1 t/m 13
Zekering bouwen

Slide 45 - Tekstslide

Oefentoetsen
Online methode: werkt niet als je geen opgaves hebt gemaakt
LessonUp
Kahoot

Slide 46 - Tekstslide