VWO 4 - Democratische Rechtsstaat - Les 14 (Herhaling h1-4)
Vandaag
Welkom!
De kern van h. 1 t/m 4
- Opdracht: oefenen met toetsvragen
Lesdoel evaluatie
Werken aan huiswerkopdrachten
Aan het einde van de les kun je:
Een uitleg geven bij de politiek-maatschappelijke stromingen.
Toetsvragen met bronnen op een juiste manier beantwoorden.
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Vandaag
Welkom!
De kern van h. 1 t/m 4
- Opdracht: oefenen met toetsvragen
Lesdoel evaluatie
Werken aan huiswerkopdrachten
Aan het einde van de les kun je:
Een uitleg geven bij de politiek-maatschappelijke stromingen.
Toetsvragen met bronnen op een juiste manier beantwoorden.
Slide 1 - Tekstslide
Opdracht: toetsvragen
Oefenen met bronopgaven
Wat? Je beantwoordt de bronopgaven die op het werkblad staan. Denk goed na over hoe je de opdracht gaat aanpakken. Maak eventueel gebruik van je 'Denk Historisch' boekje.
Waarom? Met deze werkvorm oefen je met het beantwoorden van bronvragen. Hierdoor zul je vragen op de toets beter kunnen beantwoorden.
Hoe? Je werkt in duos/drietallen.
Hoe lang? 15 minuten
Als je eerder klaar bent? Feniks TK h4
timer
15:00
Slide 2 - Tekstslide
Opdracht 1
Gebruik bronnen 1 en 2
Geef twee redenen waarom de Amerikaanse opstandelingen het plakkaat van Verlatinghe een inspirerend voorbeeld vonden. (2p)
Tegen welke vorst was het plakkaat van Verlatinghe gericht en tegen welke de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring? (2p)
Uit welke zinsneden uit beide bronnen blijkt dat opstand tegen een vorst is toegestaan? (2p)
Beredeneer wat de filosoof Thomas Hobbes van beide verklaringen zou hebben gevonden. (2p)
Slide 3 - Tekstslide
Opdracht 1
Een vorst is niet door God aangesteld, dus ook de koning van Groot-Brittannië niet. Als een koning niet goed functioneert, mag hij worden afgezet.
Het plakkaat van Verlatinghe tegen Filips II, de Onafhankelijkheidsverklaring tegen koning George III.
Het plakkaat van Verlatinghe: ‘mogen zijn onderdanen hem afzweren’. De Onafhankelijkheidsverklaring: ‘het volk het recht heeft de regeringsvorm (en dus de regering) te veranderen of teniet te doen.’
Hobbes vond dat de koning voor altijd, bij contract was aangesteld en dus niet mocht worden afgezet. Hij zou het oneens zijn met beide verklaringen.
Slide 4 - Tekstslide
Opdracht 2
Gebruik bron 3.
Waaruit kun je afleiden dat tekenaar Albertus Verhoesen het tekenen van deze spotprent als een vorm van actief burgerschap zag? (2p)
Waartegen protesteerden de Belgen in 1829? (1p)
Welke boodschap wilde Albertus Verhoesen overdragen? Gebruik elementen uit de spotprent bij je antwoord. (2p)
Slide 5 - Tekstslide
Opdracht 2
Hij geeft met zijn spotprent zijn mening weer over hoe de Belgen tegen vrijheid van meningsuiting aankeken en draagt zo een politiek standpunt uit. Dat zie je aan...
Tegen de beperking van de persvrijheid.
Dat de Belgen niet zo moeten zeuren, omdat de journalisten toch alleen maar verkeerde dingen schrijven en de Belgen net doen alsof de duivel zich over Willem I uitspreekt. Dat zie je aan...
Slide 6 - Tekstslide
Opdracht 3
Gebruik bron 4.
Verklaar waarom de tekenaar Emily Davison zo heeft getekend en licht toe welke rol zij speelde in de strijd om het vrouwenkiesrecht. (2p)
Noem een verschil en een overeenkomst tussen de Nederlandse en de Britse suffragettes. (2p)
Slide 7 - Tekstslide
Opdracht 3
Emily Davison was een Britse suffragette, die zich uit protest voor het paard van de koning wierp en zo aan haar eind kwam. Daarom is ze (bijvoorbeeld haar hoofd en armen) als een skelet getekend.
Verschil: De Britse suffragettes gebruikten veel hardere methoden, zoals het inslaan van ruiten van warenhuizen, zich vastketenen aan het hek van Buckingham Palace of, zoals Emily Davison, zich voor het paard van de koning werpen, wat ze met de dood moest bekopen. De Nederlandse feministen zochten het meer in organisatie van vrouwen, congressen en demonstraties.
Overeenkomst: Veel van de feministes in beide landen waren afkomstig uit de gegoede burgerklasse.
Slide 8 - Tekstslide
Lesdoel evaluatie
Aan het einde van de les kun je:
Een uitleg geven bij de politiek-maatschappelijke stromingen.
Toetsvragen met bronnen op een juiste manier beantwoorden.
Slide 9 - Tekstslide
Huiswerk
A. Vond je het beantwoorden van de toetsvragen lastig?
TK h4. opdrachten: 13 en 15
B. Ging het beantwoorden van de toetsvragen je goed af?
TK h4. opdrachten: 15 en 18
Had je dat al gemaakt? Dan mag je wat voor jezelf doen!