VWO 4 - Democratische Rechtsstaat - Les 13 (Schoolstrijd)

Vandaag
Welkom!

Terugblik vorige les

Toetsvragen oefenen

Uitleg: de schoolstrijd

Lesdoel evaluatie
Aan het einde van de les kun je:
  • Een uitleg geven bij de politiek-maatschappelijke stromingen.
  • Je inleven in de standpunten van een politiek-maatschappelijke stroming.

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
Welkom!

Terugblik vorige les

Toetsvragen oefenen

Uitleg: de schoolstrijd

Lesdoel evaluatie
Aan het einde van de les kun je:
  • Een uitleg geven bij de politiek-maatschappelijke stromingen.
  • Je inleven in de standpunten van een politiek-maatschappelijke stroming.

Slide 1 - Tekstslide

Karl Marx en het proletariaat
  • 1848: Communistisch Manifest

  • Klassenstrijd tussen bourgeoisie en proletariaat

  • Keer op keer revoluties: doormiddel van 5 fasen zou er een communistische heilstaat ontstaan

  • Zijn aanhangers: communisten

Slide 2 - Tekstslide

Terughoudend - dingen bij het oude laten - macht bij de koning
Godsdienstige ideeën moeten via de politiek tot uiting komen.
Politieke stroming die opkomt voor de zwakkeren (vaak arbeiders).
Vrijheid voor de burger, tegenstanders van de volledige macht van de koning.
Stroming die streeft naar emancipatie voor de vrouw.
Conservatisme
Liberalisme
Confessionalisme
Feminisme
Socialisme

Slide 3 - Sleepvraag

Opdracht: toetsvragen
Oefenen met bronopgaven

Wat? Je beantwoordt de bronopgaven die op het werkblad staan. Denk goed na over hoe je de opdracht gaat aanpakken. 
Waarom? Met deze werkvorm oefen je met het beantwoorden van bronvragen. Hierdoor zul je vragen op de toets beter kunnen beantwoorden.
Hoe? Je werkt in duos/drietallen.
Hoe lang? 15 minuten

timer
15:00

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 1
Gebruik bronnen 1 en 2
  • Geef twee redenen waarom de Amerikaanse opstandelingen het plakkaat van Verlatinghe een inspirerend voorbeeld vonden. (2p)
  • Tegen welke vorst was het plakkaat van Verlatinghe gericht en tegen welke de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring? (2p)
  • Uit welke zinsneden uit beide bronnen blijkt dat opstand tegen een vorst is toegestaan? (2p)
  • Beredeneer wat de filosoof Thomas Hobbes van beide verklaringen zou hebben gevonden. (2p)

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 1
  • Een vorst is niet door God aangesteld, dus ook de koning van Groot-Brittannië niet. Als een koning niet goed functioneert, mag hij worden afgezet.
  • Het plakkaat van Verlatinghe tegen Filips II, de Onafhankelijkheidsverklaring tegen koning George III.
  • Het plakkaat van Verlatinghe: ‘mogen zijn onderdanen hem afzweren’. De Onafhankelijkheidsverklaring: ‘het volk het recht heeft de regeringsvorm (en dus de regering) te veranderen of teniet te doen.’
  • Hobbes vond dat de koning voor altijd, bij contract was aangesteld en dus niet mocht worden afgezet. Hij zou het oneens zijn met beide verklaringen.

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 2
Gebruik bron 3.
  • Verklaar waarom de tekenaar Emily Davison zo heeft getekend en licht toe welke rol zij speelde in de strijd om het vrouwenkiesrecht. (2p)
  • Noem een verschil en een overeenkomst tussen de Nederlandse en de Britse suffragettes. (2p)

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 2
  • Emily Davison was een Britse suffragette, die zich uit protest voor het paard van de koning wierp en zo aan haar eind kwam. Daarom is ze (bijvoorbeeld haar hoofd en armen) als een skelet getekend.
  • Verschil: De Britse suffragettes gebruikten veel hardere methoden, zoals het inslaan van ruiten van warenhuizen, zich vastketenen aan het hek van Buckingham Palace of, zoals Emily Davison, zich voor het paard van de koning werpen, wat ze met de dood moest bekopen. De Nederlandse feministen zochten het meer in organisatie van vrouwen, congressen en demonstraties.
  • Overeenkomst: Veel van de feministes in beide landen waren afkomstig uit de gegoede burgerklasse.

Slide 8 - Tekstslide

Deze les:

Slide 9 - Tekstslide

Grondwet van 1848
  • Door de grondwet verbod op discriminatie

  • Nederland was altijd een protestants land geweest --> alle belangrijke posten/banen

  • Door nieuwe grondwet krijgen katholieken en arbeiders mogelijkheden om emancipatie  (= gelijkstelling) te verkrijgen!

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Katholieken
  • 1/3 van de bevolking katholiek

  • Katholieke kerk was niet toegestaan (katholieke geloof wel!)

  • Vanaf 1848 kerk weer toegestaan --> Paus vestigt bisdommen in Nederland
  • Vinden de protestanten niet leuk!!

  • Ontstaan confessionalisme (religie als politieke stroming)


Slide 12 - Tekstslide

Protestanten
  • Boos dat NL niet meer alleen een protestants land was!

  • Abraham Kuyper --> soevereiniteit in eigen kring
  • Eigen protestantse school, krant, organisaties, politieke partij (Antirevolutionaire Partij, ARP)


  • Katholieken volgen --> verzuiling

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Schoolstrijd
  • Begin 19e eeuw alleen openbare scholen met een algemeen christelijk inslag
  • Confessionelen steeds minder tevreden      --> te weinig aandacht voor geloof

  • 1848: vrijheid eigen school op te richten --> bijzonder onderwijs
  • Werd niet bekostigd door de overheid!

  • 1917: einde schoolstrijd --> ook bijzonder onderwijs uit de staatskas

Slide 15 - Tekstslide

Lesdoel evaluatie
Aan het einde van de les kun je:
  • Een uitleg geven bij de politiek-maatschappelijke stromingen.
  • Je inleven in de standpunten van een politiek-maatschappelijke stroming.

Slide 16 - Tekstslide