Feedbackmoment Nederlands

Ik vond het examen Nederlands...
1 / 21
volgende
Slide 1: Poll
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Ik vond het examen Nederlands...

Slide 1 - Poll

Wat vond je het moeilijkst aan het examen?

Slide 2 - Open vraag

Wat vond je makkelijk aan het examen?

Slide 3 - Open vraag

Voelde jij je voldoende voorbereid toen je het examenlokaal binnen wandelde?
😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Poll

Hoe heb jij het examen voorbereid?

Slide 5 - Woordweb

Wat werkte bij jou goed en kun je als tip geven aan je klasgenoten?

Slide 6 - Woordweb

LITERATUUR

Slide 7 - Tekstslide

Een personage dat niet uitgediept is en dus oppervlakkig aan bod komt, eerder een 'typetje', noemen we een...
A
Vlak karakter
B
Rond karakter

Slide 8 - Quizvraag

Rond karakter
Een rond karakter is een uitgewerkt personage met meerdere karaktereigenschappen dat veranderingen doormaakt doorheen het verhaal. 
Synoniem: dynamisch karakter

Slide 9 - Tekstslide

Synoniem voor 'vlak karakter' is...

Slide 10 - Open vraag

Leg uit wat de sociale ruimte van een personage is.

Slide 11 - Open vraag

Taal en spelling

Slide 12 - Tekstslide

Welke woorden werden fout gespeld: Het speelt zich af op een vliegveld in hamburger in duitsland.
A
speelt
B
vliegveld
C
hamburger
D
duitsland

Slide 13 - Quizvraag

In welke tijd kan je werkwoord NOOIT op -dt eindigen?
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
C
Toekomende tijd

Slide 14 - Quizvraag

Het voltooid deelwoord van 'slaan' is:
A
geslaan
B
geslagen

Slide 15 - Quizvraag

Wat ga je volgende keer zeker doen in aanloop naar de examenperiode?

Slide 16 - Woordweb

Heb je zelf nog vragen of opmerkingen (over het examen)?

Slide 17 - Open vraag

Bedankt voor een super fijn eerste semester, maar vergeet niet hoe belangrijk taal is! 

Slide 18 - Tekstslide

Geniet van de vakantie! 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Is er iets dat ik als leerkracht kan doen om jou te helpen?
(Wel realistisch zijn hé! 😉 )

Slide 21 - Woordweb