Bloed, bloedgroepen en bloeddonatie

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slagader
Ader
Naar het hart toe
Van het hart af
Dikke gespierde wand
Niet zo'n gespierde wand
Overal kleppen
Kleppen bij het hart
Bloed stroomt snel
Bloed stroomt langzaam

Slide 2 - Sleepvraag

Het hart pompt zuurstofrijk bloed in de:
A
Longslagader
B
Longader
C
Aorta
D
Holle ader

Slide 3 - Quizvraag

welke kant van het hart is meer gespierd?
A
links
B
rechts
C
beide evenveel

Slide 4 - Quizvraag

Zet de typen bloedvaten op de juist plaats.
Ader
Slagader
Haarvaten

Slide 5 - Sleepvraag

Slagader in de kleine bloedsomloop
Ader in de kleine bloedsomloop
Slagader in de grote bloedsomloop
Ader in de grote bloedsomloop
Geef aan in de tabel of de bloedvaten zuurtstofarm of rijk bloed bevatten
Zuurstofarm
Zuurstofarm
Zuurstofrijk
Zuurstofrijk

Slide 6 - Sleepvraag

Wat is de kleine bloedsomloop?
A
hart - alle organen - hart
B
hart - hersenen- hart
C
hart - longen - hart

Slide 7 - Quizvraag

Wie trekken er bij de hartslag als eerste samen?
A
De boezems
B
De kamers
C
Ze trekken tegelijk samen

Slide 8 - Quizvraag

Bloed

Slide 9 - Tekstslide

Bloed
  • Vloeibaar weefsel
  • Zit in je bloedvaten (3 typen vaten)
  • Volwassen persoon: 5-6 Liter bloed 

Slide 10 - Tekstslide

Bloed: functies
Onder andere... 
1. Transport van: 
  • voedingsstoffen 
  • zuurstof en CO2
  •  afvalstoffen 
  • hormonen
2. Bescherming/immuniteit
3. Heling (wondgenezing/bloedstolling)

Slide 11 - Tekstslide

Rode bloedcel

Slide 12 - Tekstslide

Waar bestaat het uit?
1500-4000 per mL

Slide 13 - Tekstslide

Witte bloedcellen

Slide 14 - Tekstslide

Bloedplaatje

Slide 15 - Tekstslide

Samenstelling bloed

Slide 16 - Tekstslide

Bloedgroepen

Slide 17 - Tekstslide

Bloedgroepen
  • Rode bloedcellen hebben (soms) eiwitten op zich = antigen

Slide 18 - Tekstslide

Bloedgroepen
  • In het bloedplasma zitten antistoffen (ook eiwitten) tegen het antigen dat niet op de rode bloedcel zit
  • Antistoffen binden aan antigenen --> klontering

Slide 19 - Tekstslide

Bloedgroepen mengen: bloedgroepbepaling

Slide 20 - Tekstslide

Rhesusfactor

Slide 21 - Tekstslide

Zwangerschap Rh- moeder met Rh+ kind

Slide 22 - Tekstslide

Wat gebeurt er wanneer er als je bloed van een verkeerde donor krijgt?

Slide 23 - Open vraag

Bloedgroep A
Bloedgroep B
Bloedgroep AB
Bloedgroep 0

Slide 24 - Sleepvraag

Kan iemand met bloedgroep A bloed doneren aan iemand met bloedgroep AB?

Slide 25 - Open vraag

Bloedgroep 0 is de universele donor. Van welke bloedgroep(en) kan deze bloed ontvangen?
A
AB en 0
B
0
C
B
D
A

Slide 26 - Quizvraag

Welke antistoffen tegen de bloedgroepen maakt een persoon met bloedgroep AB?
A
Anti A
B
Anti B
C
Anti A en anti B
D
Geen antistoffen

Slide 27 - Quizvraag

Wat is waar over het bloed?
A
Het bloed vervoert voedingsstoffen.
B
Het bloed vervoert afvalstoffen.
C
Het bloed vervoert zuurstof.
D
A,B en C zijn waar.

Slide 28 - Quizvraag