5.8

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Welkom!

Wat ligt er op je tafel?

           

           Kom binnen en  
           ga zitten op                     jouw plek.

1

WELKOM!

2

• je weet hoe je een voltooid deelwoord (vd) spelt;
  
• je weet hoe je een bijvoeglijk naamwoord spelt (bn);
• je kent de 8 dicteewoorden.

LESDOELEN H5.8

voltooid deelwoord

Het voltooid deelwoord (vd) is een vorm van het werkwoord. 

Het staat vaak achteraan in de zin. 

Een voltooid deelwoord begint met ge-, be-, her-, ver- of ont-.

tegenwoordige tijd  -  verleden tijd   -  voltooid deelwoord

        ik slaap                          ik sliep                     ik heb geslapen

       ik ontbijt                          ik ontbeet              ik heb ontbeten

       ik trouw                          ik trouwde              ik ben getrouwd

voltooid deelwoord (vervolg)

Let op! 

Bij sterke werkwoorden (die veranderen van klank) hoor je gemakkelijk hoe je het vd schrijft:

gedaan, vergeten, gelopen, verdacht, ontvangen

Bij zwakke werkwoorden eindigt een vd altijd op een -d of een -t

verbaasd, verbrand, gefietst, herinnerd, bezeerd, belast

Maak het woord dan langer om te horen of het een -d of een -t moet zijn.

Kies de juiste spelling van het voltooid deelwoord:
"Ik heb dit al aan de docent ........................"

1. gevraagt
2. gevraagd
3. gevraagdt
4. gevragen

Kies de juiste spelling van het voltooid deelwoord:
"Ik heb alle stickers ......................................"

1. verzameld
2. verzamelt
3. verzamelen

Kies de juiste spelling van het voltooid deelwoord:
"Mijn oom is op straat ......................................"

1. beroof
2. beroven
3. beroofd
4. berooft

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?

Maak deze opdrachten in max online. 

Ben je klaar:

• Numo
• Test jezelf, versterk jezelf

Maak opdracht 1-2-3 (5.8) blz. 113 en 114

bijvoeglijk naamwoord

Een bijvoeglijk naamwoord (bn) hoort altijd bij een zelfstandig naamwoord. Dit heb je ook al geleerd in hoofdstuk 5.7.

Een bijvoeglijk naamwoord staat vaak tussen een lidwoord en een zelfstandig naamwoord  in.

de stoere jongen - het knappe meisje - een geweldig feest

 Wanneer eindigt een bijvoeglijk naamwoord (bn) op een -e en wanneer niet?

• bij een zn dat begint met het lidwoord de eindigt het bn op een -e, 
  dat is ook zo als je het lidwoord de verandert in een:

de gezonde maaltijd – een gezonde maaltijd

• Hoort het bn bij een zn met het lidwoord het? Dan eindigt het bn ook op -e. MAAR!!! je schrijft géén -e als je het lidwoord een gebruikt.

het scherpe mes – een scherp     mes

het gekleurde kleed – een gekleurd      kleed

tot slot

• Lees de leerteksten van 5.8 spelling in Talent 
• Bekijk de filmpjes van 5.8
  
• Maak de opdrachten van 5.8
  

0

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?

Je hebt net geleerd het werkwoord te verlengen. Er is ook een andere manier: het ex kofschip. De video op de volgende dia legt uit hoe het werkt.

Hielp die video?

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?

Dan gaan we nu aan de slag. Open alvast opdracht 4 van Hoofdstuk 5.8. Klaar, nakijken bij de docent.

Als de opdracht goed is, mag je door naar opdracht 5.

Video's bekeken?

Welke truc gebruik jij het liefst om te weten hoe je het voltooid deelwoord spelt? Geef er een voorbeeld bij! Samen, niet inloggen.

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?

Maken 5.8 opdracht 6, 7 en 8

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?

Maken 5.8 opdracht 9

Zoek bij elk woord een plaatje en bewaar het.

Voorbeeld:

Uitbundig