-> Je kunt niet met zekerheid zeggen wat er gaat gebeuren
-> Inschatting van wat zal komen
Slide 4 - Tekstslide
Maak opgave (31) 36 tot en met 39 in je schrift. Je vind deze opgaven terug in je boek p 25 t/m 27.
Slide 5 - Tekstslide
Aan de slag
t/m 39
Slide 6 - Tekstslide
OPDRACHT
39. Een geldstuk heeft twee kanten. De kant waar het bedrag op staat noemen we munt. De andere kant heet kop. Dat is omdat er vaak het hoofd van de koning op afgebeeld staat.
Je gooit een geldstuk op en kijkt welke kant boven is.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
A - kansberekenen
Werkwijze berekenen van kansen
Kijk hoeveel mogelijkheden er in totaal zijn;
Onderzoek hoe vaak de gevraagde mogelijkheid voorkomt;
Bereken de kans door de deling te maken Kans = aantal keer voorkomen / totaal aantal mogelijkheden
(!) Opschrijven als breuk of percentage
Slide 9 - Tekstslide
OPDRACHT
40. Stefan gooit met een munt en een dobbelsteen tegelijk.
Slide 10 - Tekstslide
Maak opgave 41 tot en met 48 in je schrift. Je vind de opgaven in je boek p 28 t/m 30.
Slide 11 - Tekstslide
Uitleg conclusies (1.2)
Een conclusie is een soort samenvatting van de gegevens
Let op: - de titel - de gegevens in de tabel of het diagram - de legenda