2km woordenschat H2 les 1

Welkom!

Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint:

  • leesboek
  • lesboek Nieuw Nederlands
  • collegeblok/schrift
  • pen
timer
2:00
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom!

Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint:

  • leesboek
  • lesboek Nieuw Nederlands
  • collegeblok/schrift
  • pen
timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
  • Opening/welkom
  • lezen
  • nakijken
  • startopdracht
  • Uitleg theorie + aantekening
  • Opdrachten maken
  • Evaluatie les 

Slide 2 - Tekstslide

Stil lezen
Pak je boek. 
Je blijft stil. 
Ik zie je lezen.
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen

Ik kan figuurlijk taalgebruik herkennen en begrijpen. 

Ik kan de betekenis van onbekende uitdrukkingen opzoeken in het woordenboek of op internet. 

Ik weet de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen van woordenschat H2. 

Slide 4 - Tekstslide

Nakijken opdracht 2 blz. 33
  1. Birgit weigerde de baan als vakkenvuller vanwege het lage loon.
  2. Ik verloor mijn horloge in de vakantie.
  3. Afgelopen week reed Karim met zijn fiets tegen een paaltje.
  4. Tijdens de lancering ontplofte de NASA-raket.
  5. De conciërge leidde ons naar de tafels die we moesten schoonmaken.
  6. In het watergevecht richtten de jongens hun supersoakers op de meisjes.

Slide 5 - Tekstslide

Maak de startopdracht blz. 50

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video


Letterlijk taalgebruik

Dit vertelt precies wat er gebeurd is, er zit geen andere betekenis achter

Bijvoorbeeld: tegen de lamp lopen --> je bent écht tegen de lamp aangelopen

Slide 8 - Tekstslide


Figuurlijk taalgebruik

Dit heeft een andere betekenis dan dat er staat.

'Tegen de lamp lopen' kan in dit geval ook betekenen: je deed iets stiekem en bent nu gesnapt

Slide 9 - Tekstslide

Figuurlijk taalgebruik

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Oplossing spreekwoord/uitdrukking:
Als de kat van huis is dansen de muizen op tafel.

Betekenis: 
zonder toezicht doet men waar men zin in heeft.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Oplossing spreekwoord/uitdrukking:
De hond in de pot vinden.

Betekenis: 
Te laat zijn voor het eten (alles is op).

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Oplossing spreekwoord/uitdrukking:
Zo ziek als een hond.

Betekenis: 
Heel erg ziek zijn.

Slide 16 - Tekstslide

Letterlijk of figuurlijk? 

Slide 17 - Tekstslide

Ze kookt van woede.
A
Figuurlijk taalgebruik
B
Letterlijk taalgebruik

Slide 18 - Quizvraag

Ik heb een wond aan mijn hoofd
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 19 - Quizvraag

Ik heb er een hard hoofd in of ik dit jaar ga slagen voor mijn eindexamen
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 20 - Quizvraag

Ik heb een zere keel
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 21 - Quizvraag

Mijn broer krijgt de baard in de keel
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 22 - Quizvraag

Helaas kwam er geen kip naar de gratis tennisles
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 23 - Quizvraag

Je moet het nou eens goed in je oren knopen, dat je op tijd moet komen
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 24 - Quizvraag

Opdracht 1 blz. 50
  1. kous, betekenis: Daarmee is het afgelopen.
  2. klap, betekenis: iets vervelends waarmee ik niet op gerekend had.
  3. buitensluiten, betekenis: niet mee mogen doen
  4. vlinders, betekenis: Ben je verliefd?
  5. ijs, betekenis: goed voorbereid zijn
  6. voet, betekenis: onderaan de berg

Slide 25 - Tekstslide

Zelfstandig werken

Maak opdracht 1 en 2 op blz. 50 en 51


Gebruik woorden.org of een woordenboek bij opdracht 1. 

Bij vraag 12 zet je de woorden en de betekenis / het synoniem 

in je schrift. Deze betekenissen leer je 

voor de toets. 






timer
5:00

Slide 26 - Tekstslide

Huiswerk

Maak:

opdracht 1 en 2 blz. 50-51

Let op: bij opdracht 2 vraag 12 zet je het woord en de betekenis in je schrift. Deze woorden en betekenissen moet je straks ook leren. 



Slide 27 - Tekstslide

Evaluatie les
  1. Wat heb je deze les geleerd?
  2. Wat ging deze les goed?
  3. Waar gaan we de volgende les met elkaar op letten / voor zorgen?

veilig - vriendelijk - verantwoordelijk - optimaal - ongestoord

Slide 28 - Tekstslide

Wat ging deze les goed?

Slide 29 - Woordweb

Opruimen en vertrekken
Je mag nu opruimen. 

Wacht op je plek tot je docent zegt dat je mag vertrekken. 
Zet je tafel recht en schuif je stoel aan
Verlaat rustig het lokaal. 

Slide 30 - Tekstslide