Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint:
In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Ik kan figuurlijk taalgebruik herkennen en begrijpen.
Ik kan de betekenis van onbekende uitdrukkingen opzoeken in het woordenboek of op internet.
Ik weet de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen van woordenschat H2.
Dit vertelt precies wat er gebeurd is, er zit geen andere betekenis achter
Bijvoorbeeld: tegen de lamp lopen --> je bent écht tegen de lamp aangelopen
Dit heeft een andere betekenis dan dat er staat.
'Tegen de lamp lopen' kan in dit geval ook betekenen: je deed iets stiekem en bent nu gesnapt
Maak opdracht 1 en 2 op blz. 50 en 51
Gebruik woorden.org of een woordenboek bij opdracht 1.
Bij vraag 12 zet je de woorden en de betekenis / het synoniem
in je schrift. Deze betekenissen leer je
voor de toets.
Maak:
opdracht 1 en 2 blz. 50-51
Let op: bij opdracht 2 vraag 12 zet je het woord en de betekenis in je schrift. Deze woorden en betekenissen moet je straks ook leren.