HIN 3TB - Grammatica ZD Enkelvoudige en samengestelde zinnen

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Fijn dat je er bent!
Pak blz 184 voor, je schrift en je pen. We gaan vandaag aan de slag met enkelvoudige en samengestelde zinnen.  

Log in op deze LessonUp. Leg daarna je iPad plat op tafel. 
timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
  • Herhaling benoemen in zinsdelen 
  • Uitleg enkelvoudige en samengestelde zinnen 
  • Aan de slag
  • Vragen over woordsoorten? 
  • Vrijdag toets: woordsoorten 
  • Evaluatie 

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel
Je herkent enkelvoudige en samengestelde zinnen.

Je kunt het onderwerp en de persoonsvorm in een samengestelde zin vinden. 

Slide 4 - Tekstslide

C5 Grammatica
Enkelvoudige en samengestelde zinnen


Slide 5 - Tekstslide

Welke zinsdelen ken je nog? Zet de zinsdelen in de juiste volgorde!

Slide 6 - Open vraag

Zinsdelen
Een zin | bestaat | uit zinsdelen.
Kijk welk deel voor de persoonsvorm kan staan.
Dit deel is dan een zinsdeel.

Slide 7 - Tekstslide

Soorten zinsdelen:
Persoonsvorm
Onderwerp
Gezegde
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Bijwoordelijke bepaling

Slide 8 - Tekstslide

Vragende voornaamwoorden
  • Er zijn vier vragende voornaamwoorden (vrag.vnw):
    wie, wat, welk(e), wat voor (een).

  • Een vrag.vnw staat meestal aan het begin van een vraag. Welke spieren train je met hardlopen?

  • Wanneer een vrag.vnw midden in een zin staat, kun je er een vraag van maken waarin het vragend voornaamwoord vooraan komt te staan.

    Weet jij wie er morgen op je verjaardag komen
    Wie komen er vanavond op je verjaardag, weet jij dat?
    Wie = vragend voornaamwoord



Heb je nog vragen?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Persoonsvorm (pv)
Je hebt eerst de persoonsvorm nodig. Die vind je door de zin in een andere tijd te zetten.​

                       Het werkwoord dat van tijd verandert, is de persoonsvorm.
Vandaag krijgen de nieuwe medewerkers hun bedrijfskleding.
Vandaag kregen de nieuwe medewerkers hun bedrijfskleding.


Slide 11 - Tekstslide

enn...???

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Welke zin is een enkelvoudige zin?
A
Morgenavond zal Ajax van Feyenoord winnen!
B
Overmorgen zal Feyenoord van PSV winnen, want PSV mist Lozano.

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Welke zinnen zijn samengestelde zinnen?
A
Nu is een selfie in een seconde gepiept, maar is het resultaat daarom minder waard?
B
Tijdens het Museumweekend presenteerde de organisatie het allereersteSelfiemuseum.
C
Geen van beide

Slide 22 - Quizvraag

Marieke zit op de bank terwijl Maarten opruimt.
A
samengestelde zin
B
enkelvoudige zin

Slide 23 - Quizvraag

De boze jongen kan zich nu niet meer inhouden.
A
Enkelvoudige zin
B
Samengestelde zin

Slide 24 - Quizvraag

Hij wacht niet langer af en pakt zijn spullen in.
A
samengestelde zin
B
enkelvoudige zin

Slide 25 - Quizvraag

Netflix is de enige afleiding voor het luie meisje dat op de bank zit.
A
samengestelde zin
B
enkelvoudige zin

Slide 26 - Quizvraag

Aan de slag
Maak opdracht 1 t/m 3 zelfstandig. 

Klaar? Maak opdracht 4 in duo's. 

timer
15:00

Slide 27 - Tekstslide

Vragende voornaamwoorden
  • Er zijn vier vragende voornaamwoorden (vrag.vnw):
    wie, wat, welk(e), wat voor (een).

  • Een vrag.vnw staat meestal aan het begin van een vraag. Welke spieren train je met hardlopen?

  • Wanneer een vrag.vnw midden in een zin staat, kun je er een vraag van maken waarin het vragend voornaamwoord vooraan komt te staan.

    Weet jij wie er morgen op je verjaardag komen
    Wie komen er vanavond op je verjaardag, weet jij dat?
    Wie = vragend voornaamwoord



Heb je nog vragen?

Slide 28 - Tekstslide

3 dingen die ik heb geleerd vandaag:

Slide 29 - Open vraag


1 vraag die ik nog wil stellen:

Slide 30 - Open vraag

Ik kan samengestelde zinnen herkennen
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll