Grammatica: zinsbouw 2B

• NT2
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Zinsbouw

Hoofdzinnen (3-2-1-zinnen)

Programma

1) Doelen bespreken.

2) Naar de uitleg luisteren.

3) Oefeningen in LessonUp maken.

4) In tweetallen oefeningen in je werkboekje maken.

5) Terugkijken naar de doelen.

Doelen

1)   Je kunt zinsdelen herkennen.

2)  Je kunt 3-2-1-zinnen maken.

Doelen  1) Je kunt zinsdelen herkennen.

2) Je kunt 3-2-1-zinnen maken.

Uitleg zinsdelen

Een hoofdzin bestaat uit zinsdelen. 

Een zinsdeel is één woord of

een groep woorden die bij elkaar horen

Doelen  1) Je kunt zinsdelen herkennen.

2) Je kunt 3-2-1-zinnen maken.

Uitleg

De persoonsvorm (pv) is een zinsdeel.

Het onderwerp (ond) is ook een zinsdeel.

In een hoofdzin staan de persoonsvorm

en het onderwerp altijd naast elkaar.

In een hoofdzin komt de persoonsvorm

bijna altijd op de tweede plaats.

Doelen  1) Je kunt zinsdelen herkennen.

2) Je kunt 3-2-1-zinnen maken.

Uitleg

Het onderwerp = 1

De persoonsvorm = 2

Een ander zinsdeel = 3

Voorbeeld

Vandaag	gaat	de leerling	naar school.
3 (ander zins-deel) (wanneer).	2 (persoonsvorm)	1 (onderwerp)	3 (ander zins-deel) (waar )

Doelen 1) Je kunt zinsdelen herkennen.

2) Je kunt 3-2-1-zinnen maken.

Voorbeelden

Om 8.30 uur	is	zij	op het sportveld.
3 (az) (wanneer)	2 (pv)	1 (ond)	3 (az) (waar)

Maandag	gaat	hij	met de bus	naar huis.
3 (az) (wanneer)	2 (pv)	1 (ond)	3 (az) (hoe)	3 (az) (waar)

Doelen 1) Je kunt zinsdelen herkennen.

2) Je kunt 3-2-1-zinnen maken.

Volgorde in een 3-2-1-zin

De andere zinsdelen kunnen ook in een andere volgorde staan.

ander zinsdeel (wanneer)	persoonsvorm	onderwerp	ander zinsdeel (hoe) (wat) (met wie)	ander zinsdeel (waar)
3	2	1	3	3

Doelen 1) Je kunt zinsdelen herkennen.

2) Je kunt 3-2-1-zinnen maken.

Opdracht

Maak 3-2-1-zinnen. 

Sleep de woorden naar de goede plaats.

3 az wanneer

2 pv

1 ond

3 az

wat

heeft

om half 9

de eerste les

de leerling

3 az wanneer

2 pv

1 ond

3 az

wie

3 az

waar

met zijn vrienden

de leerling

op het school-plein

in de pauze

is

3 az wanneer

2 pv

1 ond

3 az

wie

3 az

waar

met haar vrienden

zij

op het plein

elke pauze

voetbalt

Vragen?

1) Je kunt zinsdelen herkennen.

2) Je kunt 3-2-1-zinnen maken.

Heb je nog vragen?

Opdracht

Wat? Maak de volgende oefeningen: __________________.

Zinnen maken met de volgende woorden: A2: ___________.

B1: _____________________________________________.

Met wie? Werk samen met de klasgenoot naast je.

Hoe? Lees om de beurt een zin en geef antwoord.

Praat samen. Je moet hetzelfde antwoord opschrijven.

Hulp? De docent loopt rondes. Tijd? __ minuten. Klaar? __.

Terugkijken naar de doelen

Doelen

1) Je kunt zinsdelen herkennen.

2) Je kunt 3-2-1-zinnen maken.

Vraag

Wat is de volgorde in een 3-2-1-zin?

Denk hier in stilte over na (halve minuut).

Bespreek het met de klasgenoot naast je (halve minuut).

Ik kan zinsdelen herkennen.

1. Ik heb nog hulp nodig.
2. Ik kan het goed.

Ik kan een 3-2-1-zin maken.

1. Ik heb nog hulp nodig.
2. Ik kan het goed.