herhaling zelfstandig naamwoord + werkwoord 3G1

herhaling zelfstandig naamwoord en werkwoord
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

herhaling zelfstandig naamwoord en werkwoord

Slide 1 - Tekstslide

Hieronder volgt een poll en een quiz over het zelfstandig naamwoord
Deels hetzelfde als je vorige week hebt gemaakt.
Doel:
je scoort nu beter dan vorige week!

Slide 2 - Tekstslide

Ik kan het rijtje van ἡ μαχη opzeggen
ja
nee
soort van

Slide 3 - Poll

Ik kan het rijtje van ὁ θεος opzeggen
ja
nee
soort van

Slide 4 - Poll

Ik kan het rijtje van το τεκνον opzeggen
ja
nee
soort van

Slide 5 - Poll

τας αδελφας
A
acc. mv. vrl.
B
gen. ev. vrl.
C
nom. mv. onz.
D
gen. mv. onz.

Slide 6 - Quizvraag

τῳ θηριῳ
A
dat. ev. vrl.
B
dat. ev. onz.
C
dat. ev. mnl.
D
nom. mv. mnl.

Slide 7 - Quizvraag

οἱ ἀνθρωποι
A
dat. ev. mnl.
B
gen. ev. onz.
C
nom. mv. mnl.
D
gen. ev. mnl.

Slide 8 - Quizvraag

τα πεδια
A
acc. ev. onz.
B
acc. mv. vrl.
C
acc. mv. onz.
D
nom. ev. mnl.

Slide 9 - Quizvraag

των κεφαλων is
A
acc. mv. mnl.
B
dat. ev. onz.
C
gen. mv. mnl.
D
gen. mv. vrl.

Slide 10 - Quizvraag

Herhaling werkwoord
  1. lees de grammatica over het werkwoord door (blz. 43 'overzicht λαμβανω en εἰμι en blz. 144, 'aspect van het werkwoord')
  2. neem de woorden van les 12 bij de hand en beantwoord de onderstaande vragen

Slide 11 - Tekstslide

Hoe kun je weten of ἐλαμβανετε praesens of imperfectum is?

Slide 12 - Open vraag

Wat is het verschil tussen
A: ἐτυγχανομεν
B: ἐτυχομεν

Slide 13 - Open vraag

Benoem ἐτυχετε

Slide 14 - Open vraag

Benoem ἐτυγχανετε

Slide 15 - Open vraag

Benoem τυγχανετε

Slide 16 - Open vraag

imperf.
aoristus
toestand in het verleden
gebeurtenis in het verleden

Slide 17 - Sleepvraag

Wat ga je doen?
  1. Je zorgt ervoor dat je volgende week dinsdag de grammatica van het werkwoord op zo'n manier kent dat je een voldoende voor een so zou halen
  2. Je kunt dan vormen van εἰμι en λαμβανω herkennen, vertalen en benoemen (praes., imperf., aor., inf. en imperat.)
  3. Hoe je dat doel haalt is aan jou. Op de volgende dia staan een paar suggesties:

Slide 18 - Tekstslide

Suggesties
je maakt ezelsbruggetjes
je maakt een tekening
je maakt een liedje of liedjes
je gaat 'ouderwets' stampen
je gaat oefeningen uit je hulpboek maken
of een combinatie van bovenstaande
In teams stuur je me een berichtje met een concreet plan van aanpak
Vind je het lastig zelf en plan te verzinnen, zoek me dan even op

Slide 19 - Tekstslide

Steekproefje
  1. Zoek in je hulpboek de woorden van les 14 op (blz. 167)
  2. Wacht vol spanning af of jij de gelukkige bent die twee woorden van les 14 mag oplezen

Slide 20 - Tekstslide