3.3 woordformules HSX

Wiskunde H3 paragraaf 3
WELKOM
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wiskunde H3 paragraaf 3
WELKOM

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Herhaling par 2: van woordformule naar grafiek

Par 3: lineaire formule

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het einde van deze les:
We kunnen van een aantal gegevens een woordformule maken.
We kunnen een grafiek tekenen die bij de woordformule hoort.
We weten wat een startgetal en een hellingsgetal zijn.

Slide 3 - Tekstslide

Woordformule naar grafiek
Marieke laat haar kamer verven. De verf kost 40 euro. De kosten van de arbeiders is 25 euro per uur

Maak een woordformule voor de totale kosten. 

Slide 4 - Tekstslide

Woordformule naar grafiek
Marieke laat haar kamer verven. De verf kost 40 euro. De kosten van de arbeiders is 25 euro per uur

Maak een woordgrafiek voor de totale kosten. 

Uren x 25 + 40 = totale kosten

Slide 5 - Tekstslide

Woordformule naar grafiek
Uren x 25 + 40 = totale kosten

1. Maak een tabel bij deze formule
a. Wat is het startgetal?
b.  Wat is het hellingsgetal?
2. Maak een grafiek bij deze formule

Slide 6 - Tekstslide

Grafiek
Uren x 25 + 40 = totale kosten

Startgetal: 40
Hellingsgetal: 25


Slide 7 - Tekstslide

Grafiek
Uren x 25 + 40 = totale kosten

Gaat de grafiek door punt (12,340) heen?



Slide 8 - Tekstslide

Grafiek
Uren x 25 + 40 = totale kosten

Gaat de grafiek door (12,340) heen?

12 x 25 + 40 = 340
Ja hij gaat er doorheen!


Slide 9 - Tekstslide

Sponserloop
rondjes x 1,5 + 2 = opbrengst
Wat is het startgetal?
Wat is het hellingsgetal?

Gaat de grafiek door (10,17) heen?

Slide 10 - Tekstslide

Sponsorloop
rondjes x 1,5 + 2 = opbrengst
Wat is het startgetal? 2
Wat is het hellingsgetal? 1,5

Gaat de grafiek door (10,17) heen?
10 x 1,5 +2 = 17

Slide 11 - Tekstslide

Sponserloop
rondjes x 1,5 + 2 = opbrengst

Grafiek met een rechte lijn =
Lineaire grafiek


(leer dit woord voor de toets!)

Slide 12 - Tekstslide

Resumerend
Wat weten/ kunnen we nu?
We kunnen van een aantal gegevens een woordformule maken.
We kunnen een grafiek tekenen die bij de woordformule hoort.
We weten wat een startgetal en een hellingsgetal zijn.

Slide 13 - Tekstslide