Herhaliing woordenschat en spelling H4

Goedemorgen klas 1D

Vandaag...

-Extra voorbereiden voor de toets!

Maak de startopdracht in stilte:

Klaar? --> Lezen uit je leesboek.

timer

10:00

1 / 15

Slide 1: Tekstslide

NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

Lesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen klas 1D

Vandaag...

-Extra voorbereiden voor de toets!

Maak de startopdracht in stilte:

Klaar? --> Lezen uit je leesboek.

timer

10:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel: ik heb de stof voor de toets van aankomende vrijdag herhaald en weet wat ik nog moet leren.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag?

Startopdracht nakijken 5 min
Kennisoverzicht herhalen 20 minuten
Vragenronde 5 minuten
Kijk- en luistervaardigheden 35 minuten
Huiswerk & afsluiten 5 minuten

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden startopdracht

Pak een andere kleur pen!

Voltooid 8. verstuurd 15. gekomen
Gevangen 9. gerenoveerd
Uitgenodigd 10. verstopt
omvergeblazen 11. ondergegaan
opgeruimd 12. gekookt
gebakken 13. geschreven
begonnen 14. gespeeld

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kennisoverzicht

Tegenstellingen zijn woorden die precies het tegenovergestelde van elkaar betekenen.

Enkele voorbeelden zijn;

warm - koud

actief - inactief

mooi -lelijk

ingang - uitgang

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kennisoverzicht

Woordraadstrategie: tegenstelling

Je kunt de betekenis van een onbekend woord soms begrijpen doordat: er in de tekst een tegenstelling staat.

Tom zijn ouders sliepen in een riante caravan, maar hij lag zelf in een kleine tent.c

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kennisoverzicht

Hoe kun je een tegenstelling herkennen in een zin?

Een tegenstelling volgt vaak na een signaalwoord:

maar, daarentegen, echter, anderzijds, evenwel,

hoewel, aan de andere kant, tegenover.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kennisoverzicht

Woord: Betekenis:

Riant Aantrekkelijk

Prijzig Duur

Traag Langzaam

IJverig Niet lui

Internationaal Ook in andere landen

Alledaags Gewoon

Spectaculair Bijzonder

Mentaal Geestelijk

Ogenblikkelijk Meteen

De gevorderde Met veel ervaring

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kennisoverzicht

Woord: Betekenis:

Riskant Gevaarlijk

Obstakel Hindernis

Twijfelen Aarzelen/het niet zeker weten

Door dik en dun Onder alle omstandigheden

Bij hoog en laag Krachtig/vasthoudend

Niet warm of koud worden van iets Zich er niets van aantrekken

Als water en vuur zijn Vijanden zijn

Vroeg of laat Ooit

Na veel plussen en minnen na piekeren/ nadenken

De toename Groei

Gering Klein

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kennisoverzicht

Woord: Betekenis:

Streven naar Proberen

Het imago Het beeld

De welgestelden De rijken

Overstag gaan Gemakkelijk worden overgehaald

Irrealistisch Onwerkelijk

Complex Moeilijk

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kennisoverzicht

Voltooid deelwoord = Een vorm van een werkwoord.

Staat altijd samen met een: vorm van hebben, zijn of worden.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sommige werkwoorden hebben een vd dat op -en eindigt: gegeten, gevallen, gekozen
Sommige werkwoorden hebben een vd dat op een -d of -t eindigt: hiervoor gebruik je de verlengproef of 't ex fokschaap

Zo schrijf het vd:

Slide 12 - Tekstslide

Uitleg:

Een voegwoord ‘voegt’ of ‘metselt', woorden maar vooral zinnen (zinsdelen) aan elkaar.

Voegwoorden kun je vaak herkennen door de komma die ervoor staat, maar die hoeft er niet altijd te staan.

Vind de stam (de ik-vorm)
Kijk naar de laatste letter van de stam
Deze letter wel in 't ex fokschaap --> het vd eindigt op een t Deze letter niet in 't ex fokschaao --> het vd eindigt op een d

't ex fokschaap