Taalverzorging H4
1 / 33
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Wat zijn de 3 lidwoorden?
A
de, het
B
de, een, op
C
de, het, een
D
het, op, een
Slide 6 - Quizvraag
Schrijf alle lidwoorden op:
De oude man loopt in het warme zonnetje en gaat daarna op een bankje zitten.
De oude man loopt in het warme zonnetje en gaat daarna op een bankje zitten.
Slide 7 - Open vraag
Hoe kun je een zelfstandig naamwoord vinden?
Slide 8 - Open vraag
Schrijf alle zelfstandig naamwoorden op:
Gisteren liep Anne langs een mooi winkelcentrum en kocht daar een ijsje.
Gisteren liep Anne langs een mooi winkelcentrum en kocht daar een ijsje.
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
Schrijf het woord goed:
Gisteren heeft het meisje gespor.....(sporten)
Gisteren heeft het meisje gespor.....(sporten)
A
gesport
B
gespord
Slide 11 - Quizvraag
Schrijf het woord goed:
Bas heeft eten bij zijn oma gebrach...
(brengen)
Bas heeft eten bij zijn oma gebrach...
(brengen)
A
gebrachd
B
gebracht
Slide 12 - Quizvraag
Schrijf het woord goed:
Op de catwalk hebben de modellen hun kleren geshow....
(showen)
Op de catwalk hebben de modellen hun kleren geshow....
(showen)
A
geshowt
B
geshowd
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Welke verwijswoorden gebruik je bij het woorden?
A
die, dit
B
deze, dat
C
die, dat
D
dit, dat
Slide 15 - Quizvraag
Welke verwijswoorden gebruik je bij de woorden?
A
Dit, dat
B
die, deze
C
die, dat
D
deze, dit
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Welk verwijswoord?
Lotte is ..... beste vriendin sinds groep 3.
Lotte is ..... beste vriendin sinds groep 3.
A
Mijn
B
Me
C
Mij
Slide 21 - Quizvraag
Ik wil voor (jou/jouw) verjaardag een groot feest geven.
Slide 22 - Open vraag
Ik kan .... telefoon nergens vinden, heb jij hem?
A
Me
B
Mij
C
Mijn
Slide 23 - Quizvraag
Welke verwijswoorden gebruik je bij een bezit?
A
Me, mijn, jouw
B
Me, mij, jou
C
Mijn, me, mij
D
Jouw, mijn
Slide 24 - Quizvraag
Is dit ingeleverde werk van ....?
A
Mij
B
Mijn
C
Me
Slide 25 - Quizvraag
Welke verwijswoord kan je nooit gebruiken als bezit?
