Economie 3k paragraaf 4,2 rekenen

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Annelies biedt € 190.000 op het huis.Hoeveel zijn de bijkomende kosten in procenten van de aankoopprijs? 

Slide 2 - Tekstslide

Annelies biedt € 190.000 op het huis.Hoeveel zijn de bijkomende kosten in procenten van de aankoopprijs? 
Wat : waarvan x 100
bijkomende kosten : aankoopprijs x 100

bijkomende kosten = €201.415 - €190.000= 
€11.415

11.415 : 190.000 X 100= 6%

Slide 3 - Tekstslide

Arnold en Loes kopen de woning voor een aankoopprijs van € 180.000 k.k.
Ze nemen een lening van € 170.000. De rest van de aankoopprijs en de bijkomende kosten betalen ze van hun spaargeld.

Bereken de bijkomende kosten bij de aankoop van hun woning en zet ze in de tabel.

Slide 4 - Tekstslide

Arnold en Loes kopen de woning voor een aankoopprijs van € 180.000 k.k.
Ze nemen een lening van € 170.000. De rest van de aankoopprijs en de bijkomende kosten betalen ze van hun spaargeld.

Bereken de bijkomende kosten bij de aankoop van hun woning en zet ze in de tabel.
180.000
3.600
overdrachtbelasting =
2% van €180.000 = 180.000:100x2= €3.600 

provisie makelaar =
1,85% van €180.000=€1.80.000:100x1,85=€3.330

afsluitprovisie=
1,1% van €170.000=€170.000:100x1,1=€1.870

taxatiekosten
0,15% van €170.00=170.000:100x0,15=
3.330
1.300
0
1.870
255
190.355

Slide 5 - Tekstslide

Arnold en Loes kopen de woning voor een aankoopprijs van € 180.000 k.k.
Ze nemen een lening van € 170.000. De rest van de aankoopprijs en de bijkomende kosten betalen ze van hun spaargeld.

Hoeveel spaargeld hebben Arnold en Loes nodig om de woning te kunnen kopen?

180.000
3.600
3.330
1.300
0
1.870
255
190.355

Slide 6 - Tekstslide

Arnold en Loes kopen de woning voor een aankoopprijs van € 180.000 k.k.
Ze nemen een lening van € 170.000. De rest van de aankoopprijs en de bijkomende kosten betalen ze van hun spaargeld.

Hoeveel spaargeld hebben Arnold en Loes nodig om de woning te kunnen kopen?

180.000
3.600
3.330
1.300
0
1.870
255
190.355
€190.355 - €170.000= 20.355

Slide 7 - Tekstslide

Arnold en Loes kopen de woning voor een aankoopprijs van € 180.000 k.k.
Ze nemen een lening van € 170.000. De rest van de aankoopprijs en de bijkomende kosten betalen ze van hun spaargeld.

Hoeveel bedragen de bijkomende kosten in procenten van de aankoopprijs?
180.000
3.600
3.330
1.300
0
1.870
255
190.355

Slide 8 - Tekstslide

Arnold en Loes kopen de woning voor een aankoopprijs van € 180.000 k.k.
Ze nemen een lening van € 170.000. De rest van de aankoopprijs en de bijkomende kosten betalen ze van hun spaargeld.

Hoeveel bedragen de bijkomende kosten in procenten van de aankoopprijs?
180.000
3.600
3.330
1.300
0
1.870
255
190.355
Wat : waarvan x 100
bijkomende kosten : aankoopprijs x 100

bijkomende kosten = €190.355- €180.000= 
€10.355

10.355 : 180.000 X 100= 5,8%

Slide 9 - Tekstslide

De prijs van brood was € 1,99. Deze week betaal je €1,00. Met hoeveel % is de prijs gedaald/ gestegen?

Slide 10 - Tekstslide

De prijs van brood was € 1,99. Deze week betaal je €1,00. Met hoeveel % is de prijs gedaald/ gestegen?
Stijging of daling in %:
(nieuw -oud) : oud x100

(1,00 - 1,99) : 1,99 =
 -0,99 : 1,99 = - 49,8% = -50%

Je komt in de min uit dus een daling!

Slide 11 - Tekstslide

De prijs van een paar sneakers was € 99,00. Een jaar later betaal je € 119,00. Met hoeveel % is de prijs gedaald/ gestegen?

Slide 12 - Tekstslide

De prijs van een paar sneakers was € 99,00. Een jaar later betaal je € 119,00. Met hoeveel % is de prijs gedaald/ gestegen?
Stijging of daling in %:
(nieuw -oud) : oud x100

(119,00-99,00) : 99,00 x100
20,00 : 99,00 x100 = 20,2% =20%

Je komt in de plus/ boven nul uit dus een stijging! 

Slide 13 - Tekstslide