TRK 7.2 Snelheid

Les 7.2 Snelheid 


Mitchell Hage 
CIOS Haarlem 
Leerjaar 2 
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 7.2 Snelheid 


Mitchell Hage 
CIOS Haarlem 
Leerjaar 2 

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een efferent signaal?
A
Signaal naar de hersenen toe
B
Signaal van de hersenen af
C
Een effectief signaal
D
Een onwillekeurig signaal

Slide 2 - Quizvraag

Waarom passen wij op het CIOS veel expliciete instructies toe ipv. impliciete instructies?

Slide 3 - Open vraag

De chemische stofjes die zorgen voor de overdracht van zenuwcel naar zenuwcel heten de:
A
Synaps
B
Axon
C
Neurotransmitters
D
Dendrieten

Slide 4 - Quizvraag

Het parasympatische deel van het zenuwstelsel zorgt o.a. voor:
A
Rust en herstel
B
Rust en actie
C
Heeft geen functie in het zenuwstelsel
D
Stress en actie

Slide 5 - Quizvraag

Waar denk je aan bij snelheid?

Slide 6 - Woordweb

Na deze les weet je... 
... de 4 bepalende factoren van snelheid 
... de 4 verschijningsvormen van snelheid
... met welke variabelen de verschillende vormen te trainen zijn
... wat de trainingsadaptaties zijn van snelheidstrainingen

Slide 7 - Tekstslide

Definitie
  • Snelheid = motorische actie(s) in een zo kort mogelijke tijd volbrengen.
  • Dat kunnen de snelheid zijn van ledematen, maar ook van het lichaam als geheel.


  • Versnelling (acceleratie):
  • hoe snel verandert de snelheid in de tijd?

Slide 8 - Tekstslide

Wat is volgens jou een bepalende factor van snelheid? Denk in stelsels of systemen

Slide 9 - Open vraag

4 bepalende factoren van snelheid
1. Musculair:
 De verhouding tussen type 1- en type 2 spiervezels


2. Centrale zenuwstelsel:
 Alertheid en mentale drive



Slide 10 - Tekstslide

4 bepalende factoren van snelheid 
3. Neuromusculair:
 De samenwerking tussen spieren en zenuwen (intra/intermusculaire coördinatie). -hoeveelheid myeline-werking motor units


4. Stofwisseling:
werking van het fosfaatsysteem
 -hoeveelheid CP & ATP

Slide 11 - Tekstslide

Welke verschijningsvormen van snelheid ken jij?

Slide 12 - Woordweb

4 verschijningsvormen van snelheid 
  1. Reactiesnelheid 
  2. Acceleratiesnelheid 
  3. Maximale snelheid 
  4. Snelheidsuithoudingsvermogen 

Slide 13 - Tekstslide

Reactiesnelheid 
Acceleratiesnelheid 
Maximale snelheid 
Snelheiduithoudingsvermogen
Zo snel mogelijk op een prikkel reageren 
In een zo kort mogelijke tijd een zo hoog mogelijke snelheid bereiken
Hoogste snelheid die je kunt bereiken 
Hoe lang kun je de snelheid volhouden? 

Slide 14 - Sleepvraag

Waar hoort wat te staan? 

Slide 15 - Tekstslide

Reactiesnelheid 
De reactiesnelheid kunnen we opdelen:
  •  anticipatiefase: hoe snel verwerk je een signaal?
  •  reactiefase: hoe snel reageer je vervolgens?

  • Afhankelijk van geestelijke toestand (“arousal”).

  • Enkelvoudig vs. Complex

Slide 16 - Tekstslide

Is reactiesnelheid te trainen?
Ja je kunt veel resultaten bereiken.
Ja maar er is weinig verbetering mogelijk
Nee, dit kan niet.

Slide 17 - Poll

Trainen van reactiesnelheid 
Bijna niet te trainen (max. 5% verbetering)
 
Uitgangshouding is belangrijk: ‘athletic stance’
Varieer in de soorten startsignalen:
  •  - visueel (zien)
  •  - akoestisch (horen)
  •  - tactiel (voelen)




Slide 18 - Tekstslide

Trainen van reactiesnelheid 
Trainingsvariabelen:
  • 4-6 herhalingen, 1 serie
  • Enkele seconden
  • 1-2 min pauze
  • Snelheid: 100%
  • 1-2 x per week

Slide 19 - Tekstslide

Acceleratiesnelheid 
  • Goed te combineren met reactiesnelheid 
  • Versnellen en vertragen decelereren trainen 
  • Van belang:
  1. - veel kracht (explosief en snelkracht)
  2. - Techniek
  3. - Mentale drive


Slide 20 - Tekstslide

Acceleratiesnelheid 
Intermusculaire coördinatie is belangrijk.
Sportspecifiek trainen!

  • Trainingsvariabelen
  • 4-6 herhalingen x 1 serie
  • Tot 6 seconden (je traint geen UHV!)
  • 2-6 min pauze
  • Snelheid: 100%
  • 1-2 x per week

Slide 21 - Tekstslide

Maximale snelheid 
Hulpmiddelen 
Techniek 
Trainingsvariabelen 
Synoniemen
Paslengte x pasfrequentie 
  • 6 herhalingen max. x 1 serie
  • tot 6 seconden
  • 6 min. Pauze
  • Snelheid: 100%
  • 1-2 x per week
Topsnelheid, absolute snelheid 

Slide 22 - Sleepvraag

Snelheid UHV
Het behouden maximale snelheid
Capaciteit van het anaeroob alactisch systeem

Trainingsvariabelen
  • max. 6 herhalingen
  • 6 sec vasthouden van max. snelheid
  • 6 min. pauze
  • 90-100% van wedstrijdniveau
  • 1-2 x per week

Slide 23 - Tekstslide

Welke aanpassingen zullen er in je lichaam plaatsvinden als je veel op snelheid traint?

Slide 24 - Woordweb

Adaptaties snelheidstrainingen
  • Hypertrofie van vooral type-IIB-vezels
  • Verbeterde voorraad ATP en CP (‘de fosfaatpool’)
  • Verbeterde intramusculaire coördinatie
  • Verbeterde intermusculaire coördinatie
  • Verbeterde glycogeenvoorraad (bij Snelheid UHV)
  • Verbeterde enzymwerking (bij Snelheid UHV)

Slide 25 - Tekstslide

Na deze les weet je... 
... de 4 bepalende factoren van snelheid 
... de 4 verschijningsvormen van snelheid
... met welke variabelen de verschillende vormen te trainen zijn
... wat de trainingsadaptaties zijn van snelheidstrainingen

Slide 26 - Tekstslide

Ik vond deze manier van lesgeven...
Heeel veel chiller/beter/leerzamer dan een powerpoint
Leuk maar liever een powerpoint
Niet leerzamer dan een powerpoint
Geen idee

Slide 27 - Poll

Ik zou vaker les willen krijgen dmv. lesson up
Nee
Ja

Slide 28 - Poll

Hoe vaak zou je les willen krijgen dmv. een lesson-up
Alle TRK lessen
1/2 van de TRK lessen per periode
Alleen de vogelvluchtles
NOOIT!

Slide 29 - Poll

Wat moet ik nu doen?
A
Slapen
B
Werkboekje 7.2 maken en inleveren
C
Hersenen laten rusten
D
Wachten tot de volgende les

Slide 30 - Quizvraag