Quiz over het trainen van snelheid

Quiz over het trainen van snelheid
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Quiz over het trainen van snelheid

Slide 1 - Tekstslide

Welke van de onderstaande woorden hoort NIET bij maximale snelheid?
A
Absolute snelheid
B
Startsnelheid
C
Basissnelheid
D
Topsnelheid

Slide 2 - Quizvraag

Welke 2 bewegingseigenschappen zetten we in om onze maximale kracht te bereiken?
A
Kracht & coördinatie
B
Coördinatie & lenigheid
C
Kracht & lenigheid
D
Lenigheid & Coordinatie

Slide 3 - Quizvraag

Wat is acceleratiesnelheid?
A
Het vermogen om zo snel mogelijk te reageren op een prikkel?
B
Het vermogen om zo snel mogelijk een herhalende beweging met de juiste techniek uit te voeren.
C
Het vermogen om ondanks optredende vermoeidheid de maximale snelheid vast te houden
D
Het vermogen om in een zo kort mogelijke tijd een zo hoog mogelijke snelheid te bereiken.

Slide 4 - Quizvraag

Wanneer is de acceleratie snelheid het hoogste?
A
2 en 5 meter
B
5 en 8 meter
C
8 en 12 meter
D
12 en 15 meter

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de definitie van snelheid uithoudingsvermogen?
A
Het vermogen om ondanks optredende vermoeidheid de (sub)maximale snelheid vast te houden
B
Het vermogen om over een langere periode handelingen op een normaal tempo vol te houden
C
Het vermogen om snelle acties en versnellingen te realiseren specifieke coördinatie patroon
D
Het vermogen om handelingen op een tempo te kunnen blijven uitvoeren over een langere peridoe.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is reactie snelheid?
A
Het vermogen om een relatief lage weerstand te overwinnen in een zo kort mogelijke tijd.
B
Het vermogen om zo snel mogelijk op een (signaal) prikkel te reageren.
C
Het vermogen om snelle acties en versnellingen te realiseren binnen een wedstrijd situatie.
D
Het vermogen om een prikkel uit te kunnen voeren over een langere periode.

Slide 7 - Quizvraag

Welk van de onderstaande zintuigen speelt geen rol bij de reactiesnelheid?
A
Het ruiken
B
Het centrale zenuwstelsel
C
De zenuwbanen
D
Spierkracht

Slide 8 - Quizvraag

Bij welke sport komt cyclische snelheid NIET terug?
A
100m Sprint
B
1000m vrijeslag
C
4000m schaatsen
D
Kickboksen

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een sport waarbij een acyclische beweging terugkomt?

A
Speerwerpen
B
Basketbal
C
Tennis
D
Discuswerpen

Slide 10 - Quizvraag

Welke snelheid noemen we ook wel ''Actiesnelheid''?
A
Reactiesnelheid
B
Cyclische snelheid
C
Handelingssnelheid
D
Snelkracht

Slide 11 - Quizvraag

Wat is kenmerkend voor snelkracht?
A
Het vermogen van een sporter om een relatief lage weerstand in een zo kort mogelijke tijd te overwinnen.
B
Het vermogen van een sporter om snelle acties en versnellingen te realiseren.
C
Het vermogen om ondanks optredende vermoeidheid een beweging te kunnen blijven uitvoeren.
D
Het vermogen om zo snel mogelijk te reageren op een signaal.

Slide 12 - Quizvraag