Lesweek 2/3: Casus 1

Verpleegkundig redeneren
Casus 1
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Verpleegkundig redeneren
Casus 1

Slide 1 - Tekstslide

Stap 1: Oriëntatie op de situatie: verpleegkundig beeld (hoe gaat het, er is iets aan de hand).
Bij deze stap kijk je naar de gehele situatie en maak je vooral gebruik van je zintuigen (wat zie je, wat valt op, wat is anders, wat zegt de zorgvrager, enz).

Wat zie je bij en rondom de zorgvrager?
Wat is het verpleegkundige beeld?
Medicatie?
Ziektebeelden?
Voorgeschiedenis?
Wat is anders dan normaal?


Slide 2 - Tekstslide

Wat zie je bij en rondom de zorgvrager?
Wat is het verpleegkundige beeld?
Medicatie? Ziektebeelden? Voorgeschiedenis? Wat is anders dan normaal?

Slide 3 - Open vraag

Stap 2: Beoordeling observatie: verpleegkundige probleemstelling (wat is er aan de hand met de zorgvrager?)
Bij deze stap filter je de informatie uit stap 1, en stel je een verpleegkundige (verpleegkundige) probleemstelling op.

Wat is er precies aan de hand? (stel je probleem/ verpleegkundige diagnose op aan de hand van de PES)


Slide 4 - Tekstslide


Wat is er precies aan de hand? (stel je probleem/ verpleegkundige diagnose op aan de hand van de PES)

Slide 5 - Open vraag

Stap 3: Analyseren: diagnose stellen met behulp van aanvullend verpleegkundig onderzoek (welke aanvullende onderzoeken zijn nodig?
Bij deze stap ga je meedenken welke aanvullende onderzoeken 
- Arts: lichamelijk onderzoek, aanvullend bloedonderzoek, inzetten van radiologisch onderzoek of inzetten functieonderzoeken
- VP: aanvullende anamnese, vragen stellen, observatie, controle van de vitale functies. 
 
Is er nog meer informatie nodig? 
Zijn er aanvullende onderzoeken nodig?

Slide 6 - Tekstslide


Is er nog meer informatie nodig?
Zijn er aanvullende onderzoeken nodig?

Slide 7 - Open vraag

Stap 4: Vaststellen en plannen van interventies: verpleegkundig beleid (wat moet ik doen?)
Bij deze stap wordt het verpleegkundig beleid bepaald. 
- Je weet dat er iets aan de hand is, 
- Je hebt een vermoeden wat er aan de hand is en er is aanvullend onderzoek gedaan om dat vermoeden te bevestigen. 

Stel je doel op aan de hand van je verpleegprobleem/verpleegkundige diagnose. 
Welke verpleegkundige interventies kun jij inzetten aan de hand van de vastgestelde verpleegkundige diagnoses? 
Welke verpleegkundige interventies zet je nog meer in aan de hand van het beleid van de arts?

Slide 8 - Tekstslide

Welke verpleegkundige interventies kun jij inzetten aan de hand van de vastgestelde verpleegkundige diagnoses?
Welke verpleegkundige interventies zet je nog meer in aan de hand van het beleid van de arts?

Slide 9 - Open vraag

Stap 5: Uitvoering: verpleegkundig verloop (wat kan ik verwachten, waarop moet ik letten?)
Bij deze stap richt je je vooral op de effecten van het verpleegkundige beleid. 
- Je stelt vragen als: wat mag ik verwachten van de interventies, of hoelang zal/mag het duren voordat er resultaat waarneembaar is? 
- Je denkt in deze fase ook alvast na over wat je kunt of moet doen als de interventies niet het gewenste effect hebben. Wanneer moet je dan waarschuwen? Ook in deze fase is observeren erg belangrijk. Vanuit deze observaties beïnvloed je het verpleegkundige proces, wat jou verpleegkundige bevindingen zijn belangrijk voor het vervolg.

Wat kan je verwachten wanneer je bovenstaand beleid (verpleegkundige interventies) hebt ingezet?

Slide 10 - Tekstslide


Wat kan je verwachten wanneer je bovenstaand beleid (verpleegkundige interventies) hebt ingezet?

Slide 11 - Open vraag

Stap 6: Evaluatie: moet er iets veranderen (hoe gaat het nu, moet ik iets veranderen?)
In de laatste stap van het redeneerproces kijk je terug op de stappen. 
Je bepaalt wat er gebeurd is, wat jouw aandeel is geweest in het proces, wat daarin goed ging en wat verbeterd kon worden. 
Je kijkt niet alleen naar je eigen handelen, maar ook naar de samenwerking met de betrokken disciplines. Na deze fase begint het denkproces opnieuw.

Nu is het tijd om terug te kijken en te evalueren. Wat is er goed gegaan en wat kon er beter? Wat heb je ervan geleerd en kun je nu meenemen voor een volgende keer?


Slide 12 - Tekstslide

Nu is het tijd om terug te kijken en te evalueren. Wat is er goed gegaan en wat kon er beter? Wat heb je ervan geleerd en kun je nu meenemen voor een volgende keer?

Slide 13 - Open vraag