1. Samenwerken met beroepsgroepen in de keten

Samenwerken met beroepsgroepen in de keten 
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Samenwerken met beroepsgroepen in de keten 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt van je verwacht? 
Aan de hand van de eindopdracht onderzoek je welke kennis en vaardigheden je nodig hebt om als Verpleegkundige te kunnen deelnemen aan een overleg in de praktijk.
En zullen we onderzoeken welke voorwaarden er nodig zijn voor het examen dat aan dit onderwerp is gekoppeld. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Marc Bakker vertelt in het kort het belang van klinisch redeneren in samenwerking met andere collega's en andere disciplines. 
Welke ervaring heb je met klinisch redeneren in samenwerking met anderen?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Materiaal It's learning 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 
  • Bekijk de module
  • Welke Consortiumopdracht wordt er verwacht?
  • Welke onderwerpen zitten er in?
  • Wat is de eindopdracht?
  • Aan welk examen is deze opdracht gekoppeld en wat zijn de voorwaarden? 
  • Tijd: 15min
timer
15:00

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eindopdracht 

Slide 7 - Tekstslide

1. Een onvolledig of niet correct uitgewerkte casus geen punten. 
Authenticiteitsverklaring uit de praktijk.

2. Een juiste toelichting, onderbouwing.  van het dilemma geeft recht op twee punten.

Slide 8 - Tekstslide

4. Een uitgebreide toelichting per disciplines waarom deze betrokken is bij de zorg. Geeft recht op twee punten. 

5. Wanneer dit uitgebreid is, toegelicht op de casus (dus heel praktijkgericht) recht op twee punten. 

Slide 9 - Tekstslide

Bij al deze punten geld. Knip en plakken vanuit de literatuur geen punten. (beschrijf in eigen woorden)

Bij al deze punten geldt. Wanneer er een duidelijk koppeling is met de casus dan krijg je twee punten. 
Examen 
Onderzoek welke Consortiumopdracht moet worden gedaan en wat wordt er verwacht bij het examen? 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Proces
  • Er is een leergroep gevormd waarbij een samenwerkingscontract is opgesteld. Voeg dit bij je opdracht. 
  • Er is een casus ingebracht vanuit de praktijk en deze is van feedback voorzien door de medestudenten uit de peergroep
  • Er zijn relevante opdracht – en casusgerichte leervragen geformuleerd en beschreven

Slide 12 - Tekstslide

Vorm op school een peergroep van maximaal 4 studenten. Binnen deze peergroep breng je alle vier een casus in vanuit de praktijk die voldoet aan de criteria uit de eindopdracht (zie bijlage).
Formuleer samen leervragen rondom deze eindopdracht en jouw casus. Verzamel vervolgens antwoorden en geef elkaar peerfeedback aan de hand van de rubrics..
Binnen je peergroep organiseer je 1x een MDO. Jij bent de verpleegkundige die een diagnose inbrengt van jouw casus. Je medestudenten nemen de rollen van andere disciplines op zich. 
Datum inleveren eindopdracht
Week 46. Uiterlijke inleverdatum 14 november! (in It's learning)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkgroepen maken
Maak een groepje van 6 personen, en stel met elkaar een samenwerkingscontract op. 
Tijd: 30min
timer
30:00

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zes stappen van klinisch redeneren
1. Oriënteren op de situatie
2. (klinische) probleemstelling
3. Aanvullend onderzoek
4. Beleid
5. Verloop 
6. Evaluatie 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 1: oriënteren op de situatie 
  • Begin met de persoonsgegevens,  beschrijving van de situatie en voorgeschiedenis?
  • Hoe gaat het met jouw cliënt/patiënt?
  • Maak gebruik van redeneerhulpen. 
  • Jouw leervragen en feedback van medestudenten.
  • Wat is jouw rol bij deze stap? 

Slide 16 - Tekstslide

Het is de bedoeling dat je de situatie van de patiënt overziet. Je gaat het (klinische) beeld van de patiënt beoordelen en presenteren. Maar misschien nog wel belangrijker is het kunnen beargumenteren wat je ziet. Daar leer je van!  Bijvoorbeeld je patiënt is uit bed gevallen in je nachtdienst. 
Stap 2: probleemstelling 
Formuleer een verpleegkundige PES en een dilemma 
Beredeneer de problematiek en de prioriteit. Standaard vragen:
  • Aan welke verpleegkundige diagnose denk je? 
  • Redeneerhulpen
  • Formuleer een PES (één) 
  • Formuleer een dilemma 
  • Het is goed als het probleem en dilemma in relatie staan met elkaar. 
  • Ook hier niet vergeten wat is jouw rol in deze stap? 


Slide 17 - Tekstslide

Je bevindt jezelf in een situatie, maar wat is nu eigenlijk het probleem? In deze stap is het de bedoeling dat je kunt aantonen wat feitelijk de problemen zijn. Daarbij onderscheid je niet alleen lichamelijke (somatische) en mentale (psychosociale) aspecten, maar je moet ze ook zo nodig kunnen linken met elkaar. Heeft het één met het ander te maken? Lokt het lichamelijke het mentale wellicht uit? Het is ook in deze stap dat je onderzoekt welk probleem prioriteit heeft en welke wellicht op de lange baan geschoven kan worden. In deze stap zoeken verpleegkundigen vaak uit welke orgaansystemen worden aangesproken bij dit probleem (bijvoorbeeld het zintuiglijke systeem, het ademhalingsstelsel of het bewegingsstelsel). Een voorbeeld kan zijn: je patiënt is uit bed gevallen, want hij is nachtblind en kon daardoor niet goed zien. Als prioriteit is het somatische deel: bloed de patiënt actief? Is er schade aan/in het hoofd? Minder prioriteit heeft op dít moment het minder goed kunnen zien in het donker. Dat probleem pak je later aan, wanneer de problemen met de hogere prioriteit zijn bekeken. 
Redeneerhulpen 
  • Zelfredzaamheidsradar
  • Spinnenweb van Huber.
  • Risicosignalering
  • SCEGS Methode
  • ICF 
  • enz
MindMaps- Marc Bakker 
  • Spijsverteringsstelsel 
  • Activiteiten en participatie 
  • bloedwaarden (blz 36)
  • Orgaansystemen 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 3: aanvullend onderzoek 
  • Beredeneer welke informatie nog nodig is (medisch en verpleegkundig) 
  • Welke aanbevelingen t.a.v. aanvullend onderzoek/interventies zou jij in deze situatie willen doen of verwacht je dat nodig is om de diagnose te bevestigen?
  • Welke andere disciplines zullen mogelijk bij deze situatie worden betrokken en waarom.
  • Wat is jouw rol bij deze stap 

Slide 19 - Tekstslide

n de volgende van de 6 stappen ga je bedenken wat je nog meer zou willen weten van de situatie om alles goed te kunnen overzien. En om daarmee weloverwogen keuzes te maken. Is er meer informatie nodig? Heb je de hulp van een andere discipline nodig, zoals een arts? Een voorbeeld kan zijn: ik wil graag weten of deze patiënt koorts heeft door het meten van de temperatuur. Of: om eventuele hersendruk te meten check ik zijn pupillen
Stap 4. Beleid 
Beredeneer hoe de problematiek effectief aangepakt kan 
Standaard vragen:
  • Welke medische behandeling is er nodig en waarom?
  •  Wat is de rol van de verpleegkundige/verzorgende, welke interventies zijn nodig en beargumenteer waarom. (verpleegplan) 


Slide 20 - Tekstslide

Nu kun je echt laten zien wat je waard bent als verpleegkundige. Als je met de arts moet overleggen kun je alvast al je informatie paraat hebben en de arts zo goed mogelijk bijstaan. Eventuele materialen kun je in de tussentijd al bij elkaar zoeken. Let op dat je je positie weet en niet iets doet wat buiten je verantwoordelijk ligt. Je bent niet de dokter en hoeft zijn taken ook niet uit te voeren. Een voorbeeld kan zijn: denk je dat de arts na de val van de patiënt alle
vitale functies wil weten? Dat heb jij reeds bedacht en dus heb je aan de telefoon al deze parameters al genoteerd.
Stap 5: Verloop (kennis) 
Beschrijf het verloop voor de korte en lange termijn. Onderzoek het probleem in de literatuur (noteer de bron) 

Standaard vragen:
  • Welke complicaties of problemen kunnen er ontstaan? (korte termijn / lange termijn)
  • Maak eventueel gebruik van een ordeningssysteem. 
  • Ook hier wat is jouw rol bij deze stap. 

Slide 21 - Tekstslide

Wat zou het gevolg kunnen zijn van het beleid dat is ingezet? Wat kunnen gevolgen zijn op de korte termijn? En op de lange termijn? Welke risico’s loopt de patiënt met dit beleid en kan ik daar als verpleegkundige iets aan doen? Een voorbeeld: je patiënt is gevallen, heeft geen ernstige acute problemen en heeft hoofdpijn aan de val overgehouden. Op de korte termijn kun je hem pijnmedicatie geven. Een oplossing voor het slechte zicht kun je op de lange termijn bijstaan, door bij de arts te opperen een oogarts in consult te vragen voor advies en eventueel behandeling.
Stap 6: Evaluatie (nabeschouwing
Beschouw de zorg en jouw aandeel daarin en wat je geleerd hebt.


Mogelijkheden”
  • Intervisie op de zorg
  • Ethisch beraad op de zorg
  • Reflecteren op kwaliteit van beroepsuitoefening.
  • Of aan de hand van product- en procesvragen. 

Slide 22 - Tekstslide

Je bent klaar met de situatie, maar de laatste stap is nog een erg belangrijke. Namelijk: wat heb je geleerd of wat zou je een andere keer anders of beter kunnen doen? Heb je soms teveel gefocust op het één en heb je iets anders daardoor te weinig aandacht gegeven? Reflecteer op je eigen handelen en evalueer met een collega of je werkbegeleider. Een voorbeeld kan zijn: mijn patiënt is gevallen en ik heb in de situatie daarna erg gefocust op zijn huidbeschadigingen. Hij bloedde gelukkig niet. Ik heb minder op zijn spraak gelet, daardoor kwam ik er pas later achter dat zijn hij niet helemaal helder sprak.Dat waren de 6 stappen van het klinisch redeneren nog eens uitgebreid uitgelegd. Bedenk dat klinisch redeneren niet goed of fout kan zijn. je kunt er enkel van leren. Iedereen reageert anders in elke situatie. Klinisch redeneren met een collega kan leuke en leerzame nieuwe visies laten zien op een situatie.
Welke evaluatievormen hebben jullie op cliënt gerichte zorg?

Slide 23 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Samenwerking andere disciplines 
  • Maak een overzicht van alle disciplines die binnen en buiten de instelling betrokken zijn bij de zorgverlening aan de doelgroep waar jij werkt.
  • Beschrijf hoe betrokken disciplines met elkaar communiceren met betrekking tot de te verlenen zorg*
  • Beschrijf hoe afspraken worden vastgelegd*
  • Overstijgend is wanneer je de samenwerking koppelt aan wat je beroepspraktijk. 


  
.


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MDO 
  • Beschrijf wat een MDO inhoudt.
  • Beschrijf welke vergadertechnieken belangrijk zijn voor een constructief MDO overleg (onderzoek vergadertechnieken in de literatuur) 
  • Beschrijf welke vaardigheden de verpleegkundige moet beheersen om constructief te kunnen deelnemen aan een MDO.* (idem onderzoek in de literatuur) 
  • Beschrijf waarom er wel of niet sprake is van verbindend samenwerken bij de beschreven casus.


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wetgeving
  • Beschrijf van de onderstaande wetten waarom deze relevant zijn bij het uitwisselen van informatie tussen zorgvrager en zorgverleners.
  • WGBO, AVG, Zorgverzekeringswet , WMO. 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting / vragen

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies