1. Samenwerken met beroepsgroepen in de keten

Samenwerken met beroepsgroepen in de keten 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Samenwerken met beroepsgroepen in de keten 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt van je verwacht? 
Aan de hand van de eindopdracht onderzoek je welke kennis en vaardigheden je nodig hebt om als Verpleegkundige te kunnen deelnemen aan een overleg in de praktijk.
En zullen we onderzoeken welke voorwaarden er nodig zijn voor het examen dat aan dit onderwerp is gekoppeld. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Marc Bakker vertelt in het kort het belang van klinisch redeneren in samenwerking met andere collega's en andere disciplines. 
Welke ervaring heb je met klinisch redeneren in samenwerking met anderen?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Materiaal It's learning 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 
  • Bekijk de module
  • Welke Consortiumopdracht wordt er verwacht?
  • Welke onderwerpen zitten er in?
  • Wat is de eindopdracht?
  • Aan welk examen is deze opdracht gekoppeld en wat zijn de voorwaarden? 
  • Tijd: 15min
timer
15:00

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eindopdracht 
Met de klas de Rubric afstemmen. 


Slide 7 - Tekstslide

1. Een onvolledig of niet correct uitgewerkte casus geen punten. 
Authenticiteitsverklaring uit de praktijk.

2. Een juiste toelichting, onderbouwing.  van het dilemma geeft recht op twee punten.
Examen 
Onderzoek welke Consortiumopdracht moet worden gedaan en wat wordt er verwacht bij het examen? 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Proces
  • Er is een leergroep gevormd waarbij een samenwerkingscontract is opgesteld. Voeg dit bij je opdracht. 
  • Er is een casus ingebracht vanuit de praktijk en deze is van feedback voorzien door de medestudenten uit de peergroep
  • Er zijn relevante opdracht – en casusgerichte leervragen geformuleerd en beschreven.

Slide 10 - Tekstslide

Vorm op school een peergroep van maximaal 4 studenten. Binnen deze peergroep breng je alle vier een casus in vanuit de praktijk die voldoet aan de criteria uit de eindopdracht (zie bijlage).
Formuleer samen leervragen rondom deze eindopdracht en jouw casus. Verzamel vervolgens antwoorden en geef elkaar peerfeedback aan de hand van de rubrics..
Binnen je peergroep organiseer je 1x een MDO. Jij bent de verpleegkundige die een diagnose inbrengt van jouw casus. Je medestudenten nemen de rollen van andere disciplines op zich. 
Datum inleveren eindopdracht
Week 46. Uiterlijke inleverdatum 23 januari 2025 (in It's learning) + bijbehorende Consortiumopdracht. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkgroepen maken
Maak een groepje van 6 personen, en stel met elkaar een samenwerkingscontract op. 
Tijd: 30min
timer
30:00

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zes stappen van klinisch redeneren
1. Oriënteren op de situatie
2. (klinische) probleemstelling
3. Aanvullend onderzoek
4. Beleid
5. Verloop 
6. Evaluatie 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 1: oriënteren op de situatie 
  • Begin met de persoonsgegevens,  beschrijving van de situatie en voorgeschiedenis?
  • Hoe gaat het met jouw cliënt/patiënt?
  • Maak gebruik van redeneerhulp(en). 
  • Wat is jouw rol bij deze stap? 

Slide 14 - Tekstslide

Het is de bedoeling dat je de situatie van de patiënt overziet. Je gaat het (klinische) beeld van de patiënt beoordelen en presenteren. Maar misschien nog wel belangrijker is het kunnen beargumenteren wat je ziet. Daar leer je van!  Bijvoorbeeld je patiënt is uit bed gevallen in je nachtdienst. 
Stap 2: klinische probleemstelling 

Beredeneer de problematiek en de prioriteit. Standaard vragen:
  • Aan welke verpleegkundige diagnose denk je? 
  • Welke medische diagnose speelt er? 
  • Welke redeneerhulp kan je inzetten voor deze probleemstelling? 
  • Ook hier niet vergeten wat is jouw rol in deze stap? 


Slide 15 - Tekstslide

Je bevindt jezelf in een situatie, maar wat is nu eigenlijk het probleem? In deze stap is het de bedoeling dat je kunt aantonen wat feitelijk de problemen zijn. Daarbij onderscheid je niet alleen lichamelijke (somatische) en mentale (psychosociale) aspecten, maar je moet ze ook zo nodig kunnen linken met elkaar. Heeft het één met het ander te maken? Lokt het lichamelijke het mentale wellicht uit? Het is ook in deze stap dat je onderzoekt welk probleem prioriteit heeft en welke wellicht op de lange baan geschoven kan worden. In deze stap zoeken verpleegkundigen vaak uit welke orgaansystemen worden aangesproken bij dit probleem (bijvoorbeeld het zintuiglijke systeem, het ademhalingsstelsel of het bewegingsstelsel). Een voorbeeld kan zijn: je patiënt is uit bed gevallen, want hij is nachtblind en kon daardoor niet goed zien. Als prioriteit is het somatische deel: bloed de patiënt actief? Is er schade aan/in het hoofd? Minder prioriteit heeft op dít moment het minder goed kunnen zien in het donker. Dat probleem pak je later aan, wanneer de problemen met de hogere prioriteit zijn bekeken. 
Redeneerhulpen 
  • Zelfredzaamheidsradar
  • Spinnenweb van Huber.
  • Risicosignalering
  • SCEGS Methode
  • ICF 
  • enz
MindMaps- Marc Bakker 
  • Spijsverteringsstelsel 
  • Activiteiten en participatie 
  • bloedwaarden (blz 36)
  • Orgaansystemen 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 3: aanvullend onderzoek 
  • Beredeneer welke informatie nog nodig is (medisch en verpleegkundig) 
  • Welke aanbevelingen t.a.v. aanvullend onderzoek/interventies zou jij in deze situatie willen doen of verwacht je dat nodig is om de diagnose te bevestigen?
  • Welke andere disciplines zullen mogelijk bij deze situatie worden betrokken en waarom.
  • Wat is jouw rol bij deze stap 

Slide 17 - Tekstslide

n de volgende van de 6 stappen ga je bedenken wat je nog meer zou willen weten van de situatie om alles goed te kunnen overzien. En om daarmee weloverwogen keuzes te maken. Is er meer informatie nodig? Heb je de hulp van een andere discipline nodig, zoals een arts? Een voorbeeld kan zijn: ik wil graag weten of deze patiënt koorts heeft door het meten van de temperatuur. Of: om eventuele hersendruk te meten check ik zijn pupillen
Stap 4. Beleid 
Beredeneer hoe de problematiek effectief aangepakt kan 
Standaard vragen:
  • Welke medische behandeling is er nodig en waarom?
  •  Wat is de rol van de verpleegkundige/verzorgende, welke interventies zijn nodig en beargumenteer waarom. (verpleegplan) 


Slide 18 - Tekstslide

Nu kun je echt laten zien wat je waard bent als verpleegkundige. Als je met de arts moet overleggen kun je alvast al je informatie paraat hebben en de arts zo goed mogelijk bijstaan. Eventuele materialen kun je in de tussentijd al bij elkaar zoeken. Let op dat je je positie weet en niet iets doet wat buiten je verantwoordelijk ligt. Je bent niet de dokter en hoeft zijn taken ook niet uit te voeren. Een voorbeeld kan zijn: denk je dat de arts na de val van de patiënt alle
vitale functies wil weten? Dat heb jij reeds bedacht en dus heb je aan de telefoon al deze parameters al genoteerd.
Stap 5: Verloop (kennis) 
Beschrijf het verloop voor de korte en lange termijn. Onderzoek het probleem in de literatuur (noteer de bron) 

Standaard vragen:
  • Welke complicaties of problemen kunnen er ontstaan? (korte termijn / lange termijn)
  • Maak eventueel gebruik van een ordeningssysteem. 
  • Ook hier wat is jouw rol bij deze stap. 

Slide 19 - Tekstslide

Wat zou het gevolg kunnen zijn van het beleid dat is ingezet? Wat kunnen gevolgen zijn op de korte termijn? En op de lange termijn? Welke risico’s loopt de patiënt met dit beleid en kan ik daar als verpleegkundige iets aan doen? Een voorbeeld: je patiënt is gevallen, heeft geen ernstige acute problemen en heeft hoofdpijn aan de val overgehouden. Op de korte termijn kun je hem pijnmedicatie geven. Een oplossing voor het slechte zicht kun je op de lange termijn bijstaan, door bij de arts te opperen een oogarts in consult te vragen voor advies en eventueel behandeling.
Stap 6: Evaluatie (nabeschouwing
Beschouw de zorg en jouw aandeel daarin en wat je geleerd hebt.


Mogelijkheden”
  • Intervisie op de zorg
  • Ethisch beraad op de zorg
  • Reflecteren op kwaliteit van beroepsuitoefening.
  • Of aan de hand van product- en procesvragen. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting / vragen

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies