Herh. Rekenen aan reacties

Herh. Rekenen aan reacties
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Herh. Rekenen aan reacties

Slide 1 - Tekstslide

Welk cijfer moet er op de plek van [a] en [b] staan?
A
a = 6 + b = 12
B
a = 3 en b = 9
C
a = 4 en b = 2
D
a = 6 en b = 6

Slide 2 - Quizvraag

Welk cijfer moet er op de plek van [a] en [b] staan?
A
a = 2 + b = 10
B
a = 3 en b = 5
C
a = 4 en b = 7
D
a = 2 en b = 8

Slide 3 - Quizvraag

Hoeveel gram ijzerchloride ontstaat bij de reactie van 10 gram ijzer?
A
58 g
B
29 g
C
120 g
D
16 g

Slide 4 - Quizvraag

De massaverhouding tussen ijzer en zwavel is 7 : 4. Hoeveel gram zwavel reageert er met 700 gram ijzer
A
4 gram
B
40 gram
C
400 gram
D
4000 gram

Slide 5 - Quizvraag

5 gram waterstof reageert met 40 gram zuurstof. Wat is de massaverhouding
A
5 : 40
B
1 :4
C
1 : 8
D
1 : 16

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de massaverhouding bij de volgende reactie

....P+....O2...P2O5
A
31 : 32: 63
B
124 : 160 : 284
C
31 : 16 : 92
D
31 : 16 : 47

Slide 7 - Quizvraag


Wat is de massaverhouding?
N2+3H22NH3
A
28 : 6 : 34
B
14 : 1 : 15
C
28 : 2: 17
D
14 : 3 : 17

Slide 8 - Quizvraag

14 g stikstof reageert met zuurstof zodat er 78 g stikstofdioxide ontstaat. Wat is de massaverhouding?
A
stikstof: zuurstof = 7:16
B
stikstof:zuurstof=14:39
C
stikstof:zuurstof = 7:39
D
stikstof:zuurstof=7:32

Slide 9 - Quizvraag

Koolstof reageert met zuurstof in de massaverhouding 12,0 : 32,0. Hoeveel gram koolstof reageert er met 45,0 g zuurstof?
A
8,5 gram koolstof
B
45,0 gram koolstof
C
16,9 gram koolstof
D
12,0 gram koolstof

Slide 10 - Quizvraag

waterstof en zuurstof reageren in massaverhouding 1:8. Heb ik te veel zuurstof als ik 4 gram waterstof laat reageren met 36 gram zuurstof?
A
Ja
B
ja, ik heb 4 gram te veel
C
nee, ik heb 0,5 gram waterstof te weinig
D
nee, ik heb 4 gram te weinig

Slide 11 - Quizvraag

Massaverhouding 1 calcium: 1,75 chloor

4 g calcium + 10 g chloor -> ?
A
11 gram
B
12 gram
C
13 gram
D
14 gram

Slide 12 - Quizvraag