,

DEF@ctO | VO2 | les 14 | deel 1 | lezen | achtergrondartikel

les 14 deel 1
VO 2
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsLezen+1Middelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Introductie

Doel: ik weet wat de kenmerken van een achtergrondartikel zijn.

Instructies

De lesstof van les 13 & 14 zijn onder andere gebaseerd op les 7 van Vlot Nederlands
Thema: eten (snacks, feest, koken, pepernoten, strooigoed, snert, wedstrijd)

De leerlingen maken kennis middels een achtergrondartikel over de traditie van strooien (Sinterklaas).

De les start met een woordweb. De leerlingen maken samen een woordweb rondom ‘wat is een achtergrondartikel?’
Daarna leren ze wat een achtergrondartikel is. [Het geeft meer informatie over een onderwerp dan een nieuwsbericht.]
Daarna leren ze de kenmerken van een achtergrondartikel en beantwoorden ze een aantal vragen.
Let op: In een achtergrondartikel kan wel een mening staan, namelijk van deskundigen. Die is dan wel betrouwbaar, want je gaat ervan uit dat een deskundige veel van het onderwerp weet.

Dan lezen de leerlingen een achtergrondartikel over strooigoed en beantwoorden vragen hierover.

Instructies

Onderdelen in deze les

les 14 deel 1
VO 2

Slide 1 - Tekstslide

Bezoek onze website:
Les 14 deel 1
 lezen
Doel: ik [her]ken de kenmerken van een achtergrondartikel.
Ik kan passende informatie uit de tekst halen en in goede zinnen verwoorden.

Slide 2 - Tekstslide

Bespreek de doelen van deze les.
Bron afbeelding.

Waar denk je aan bij het woord achtergrondartikel?

Slide 3 - Woordweb

De leerlingen maken samen een woordweb rondom het begrip 'achtergrondartikel'.
Bron afbeelding.

Een achtergrondartikel geeft meer informatie over een onderwerp dan een nieuwsbericht. Daardoor weet je na het lezen van zo'n artikel meer over dat onderwerp dan je zou weten wanneer je een nieuwsbericht over hetzelfde onderwerp leest.
Wat is een achtergrondartikel?

Slide 4 - Tekstslide

Lees samen met de leerlingen wat een achtergrondartikel is.
Bron afbeelding.

Kenmerken achtergrondartikel
Een achtergrondartikel:
- vertelt vaak iets over het ontstaan/de geschiedenis van iets;
- legt onderdelen/begrippen die met een onderwerp te maken hebben uit;
- laat vaak deskundigen aan het woord.
- doel is informeren;
- bestaat uit een inleiding, kern en slot.
Kenmerken van een achtergrondartikel

Slide 5 - Tekstslide

Lees samen de kenmerken van een achtergrondartikel.

Een achtergrondartikel is _____ dan een nieuwsbericht
A
kleiner
B
groter

Slide 6 - Quizvraag

Antwoord: B Groter

In een achtergrondartikel staat nooit de mening van iemand.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Antwoord: niet waar: deskundigen geven hun mening in een achtergrondartikel!
We lezen het achtergrondartikel.
(klik op de tekst om te vergroten)

Slide 8 - Tekstslide

bron: ‘Vlot Nederlands’ van Fros van der Maden (Edutekst 2018/2019). p. 93

Ken jij de specerijen die in pepernoten zitten?
(peper, nootmuskaat, kaneel, gember en kruidnagels)
Waar komen deze specerijen vandaan?

Het strooien van munten gaat terug op een oude legende
Wat is een legende?
Praten over de tekst...

Slide 9 - Tekstslide

Mondeling.

Die specerijen werden drie eeuwen
geleden voor het eerst door zeelui uit het Verre Oosten naar Europa gebracht.

Een legende = een oud verhaal. 


Pepernoten zijn piepklein. Dat betekent heel klein.
Ken je meer woorden met zo'n voorvoegsel?

Slide 10 - Woordweb

Bijvoorbeeld: doodstil, peperduur, kletsnat, springlevend, schatrijk, 

Hoe lang bestaat de pepernoot al?

Slide 11 - Open vraag

Antwoord: zeker ongeveer 5 eeuwen

Wat hebben rijst en confetti met pepernoten te maken? 

Slide 12 - Open vraag

Antwoord: rijst en confetti worden, net als pepernoten, rondgestrooid bij een ritueel. 

Welke soorten snoep zitten er in strooigoed?

Slide 13 - Open vraag

Antwoord: schuimpjes, hartjes en chocolademunten

Wat betekent 'fatsoenlijk'? 
Waarom staat dit woord in de tekst tussen aanhalingstekens?

Slide 14 - Open vraag

Antwoord: netjes, eerbaar. De aanhalingstekens laten zien dat dit woord ironisch bedoeld is.



Waarom zit de chocola in zilver- of goudfolie?
A
Dan lijken de chocolademunten meer op echte munten.
B
Dan is de chocola meer waard.
C
Dan smelt de chocola niet.
D
Dan is het nog een verrassing wat er in zit.

Slide 15 - Quizvraag

Antwoord: A Dan lijken de chocolademunten meer op echte munten.
Meer oefenen en herhalen?
Bestel hier 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tot de volgende keer
bronnen:
naar: ‘Vlot Nederlands’ van Fros van der Maden (Edutekst 2018/2019).   




Slide 17 - Tekstslide

Bezoek onze website: