les 9

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
OndernemenMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Strafwerk ondertekend terug
  • Twan (afw)
  • Dawid (afw)
  • Brandon (afw)

Slide 2 - Tekstslide

schaarste

Slide 3 - Woordweb

consumeren

Slide 4 - Woordweb

Consumeren
Alle behoeftes die mensen vervullen, 
dus alle goederen en diensten 
die echt gekocht worden.
kopen

Slide 5 - Tekstslide

Behoeften
Alles wat een mens nodig heeft, graag wil hebben of wil doen
(die zijn vaak oneindig, we willen altijd meer of andere dingen).

Daarom moeten we keuzes maken:                         
  • Wat is belangrijk?
  • Heb je genoeg geld?
  • Heb je genoeg tijd?
PRIORITEITEN
SCHAARSTE

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Produceren
Alles wat gemaakt of gedaan wordt
Onbetaald
door consumenten
Betaald
door producenten (bedrijven)

Slide 8 - Tekstslide

Consumeren is …
A
Een bedrag opzijleggen voor een latere grote aankoop
B
Iets maken waarmee je in je eigen behoefte kan voorzien
C
het kopen van goederen of diensten
D
Invloed uitoefen op andere mensen om iets te kopen

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de beste omschrijving van schaarste?
A
Schaarse producten zijn zeldzaam.
B
Door schaarste kunnen mensen bijna niks kopen
C
Door beperkte middelen ontstaat schaarste.
D
Schaarste ontstaat doordat mensen te weinig willen kopen.

Slide 10 - Quizvraag

Prioriteiten zijn
A
Wat je als eerste koopt
B
Wat je het belangrijkst vindt
C
Wat het duurste is
D
Wat je het liefste wil

Slide 11 - Quizvraag

Je moet prioriteiten stellen omdat:
A
je weinig tijd en geld hebt
B
je niet altijd kan doen wat je leuk vindt
C
je alleen kan doen wat je leuk vindt
D
je alle tijd hebt

Slide 12 - Quizvraag

Waarvoor produceren
consumenten thuis?
A
om geen geld uit te geven
B
je kunt niet alles uitbesteden
C
om geld uit te geven
D
voor de eigen en elkaars behoeften

Slide 13 - Quizvraag

Schaarste ontstaat door
A
tekort tijd
B
tekort geld
C
te weinig producten
D
te weinig producenten

Slide 14 - Quizvraag

Produceren is
A
verkopen aan consumenten
B
het maken van goederen
C
het leveren van diensten
D
het maken van goederen en het leveren van diensten

Slide 15 - Quizvraag

Betaald produceren
A
als je het zelf niet kan
B
als je er zelf geen tijd voor hebt
C
als je er geen zin in hebt
D
als je er geen geld voor over hebt

Slide 16 - Quizvraag

Belangrijke prioriteiten
Minder belangrijke prioriteiten
Spelcomputer
Frisdrank
Schoenen
Avondeten

Slide 17 - Sleepvraag

Slide 18 - Video

Huiswerk: maken de 3 opdrachten 
in de classroom bij les 9

Slide 19 - Tekstslide