In deze les zitten 24 slides, met tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
3.3 Politiek en samenleving blz. 46
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Huiswerk controle
De begrippen in je schrift: sociale wetten, socialisten, klasse, uitgebuit.
Hierna samen lezen ' streven naar meer gelijkheid.' blz 47
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Vorige les...
Wat is het socialisme ook al weer?
Wat is het verschil tussen gematigden en radicalen socialisten?
Geef een voorbeeld van een sociale wet.
Samen lezen blz 47 'veranderingen in het onderwijs.'
Slide 3 - Tekstslide
Wat is het socialisme ook al weer?
De samenleving is verdeeld in klassen. Opkomen voor de arbeiders.
Socialisten: gematigden en radicalen.
Geef een voorbeeld van een sociale wet.
Kinderwetje van Houten, woningwet, veiligheidswet.
Voor mezelf: huiswerk controleren en kort uitleggen wat er aan de hand is. Eventueel samen lezen.
Politiek
Socialisten zetten zich in voor arbeiders en willen een overheid die hun helpt.
Punten waar de socialisten zich voor inzetten:
Algemeen kiesrecht
Betere leef- en werkomstandigheden
Arme mannen mochten niet stemmen.
Hoe kunnen de arbeiders hun situatie via politiek verbeteren als ze niet kunnen stemmen?
Slide 4 - Tekstslide
Zoals in paragraaf 2 vermeld had in het begin 11% vd mannen kiesrecht. Dat werd uiteindelijk uitgebreid naar 25%. In 1917 kwam er algemeen kiesrecht voor mannen en in 1919 voor vrouwen.
de SDAP (sociaal-democratische arbeiderspartij), onder leiding van Pieter Jelles Troelstra, deed in 1894 wel mee aan de verkiezingen, met meer succes. Troelstra wilde dat er meer sociale wetgeving zou komen: de overheid moest het volk beschermen.
Socialistische denkbeeld (socialisme) (1)
De samenleving is verdeeld in klasse. De arbeidersklassen werden uitgebuit door de bezittende klasse: de fabriekseigenaren.
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Socialistische denkbeeld (socialisme) (2)
Twee typen socialisten:
De gematigde (streven naar geleidelijke veranderingen via de politiek).
Radicalen
Slide 6 - Tekstslide
Rood verwijst naar bloed, woede.
Sociale Wetten
Kinderwetje van Samuel van Houten
(kinderen onder de 12 mochten niet meer werken in werkplaatsen en fabrieken).
Woningwet: mensen met een laag inkomen zouden een fatsoenlijke (daglicht, schoonwater) woning kunnen huren.
Veiligheidswet: regels voor de veiligheid in de fabrieken.
Kinderarbeid verdween pas met het leerplicht van 1901.
Slide 7 - Tekstslide
Wat was het kinderwetje van Houten ook alweer?
Politieke stromingen
- Liberalen
- Socialisten
- Katholieken (confessionelen)
- Protestanten (confessionelen)
Samen lezen blz 47 'veranderingen in het onderwijs.'
Slide 8 - Tekstslide
Schema uitdelen en bespreken.
Neem volgende vragen over in je schrift en beantwoord deze:
Welke politieke stroming zorgden ervoor dat er sociale wetten kwamen?
Wat zijn sociale wetten?
Waar streven de socialistennaar?
Wie zijn confessionelen?
Gebruik de tekst op blz. 47.
timer
6:00
Slide 9 - Tekstslide
Liberalen.
Wat zijn de liberalen? zij streven naar veel vrijheid in de politiek. De overheid moet zich zo min mogelijk met de bevolking bemoeien.
sociale wetten: wetten die steun bieden aan mensen die minder goed voor zichzelf kunnen zorgen.
socialist: iemand die in de politiek streeft naar meer gelijkheid.
confessionelen: katholieken en protestanten.
Onder een confessionele partij verstaat men een politieke partij die zich baseert op een confessie, dat wil zeggen een bepaalde godsdienstige geloofsleer.
Hierna schema uitdelen en uitleggen.
Veranderingen in het onderwijs
Openbare school: door de overheid gestichte school.
Kregen subsidie van de overheid.
Bijzondere school: school gesticht vanuit een bepaalde geloofsovertuiging. Niet door de overheid gesticht.
Kregen geen subsidie. --> maar dat willen ze wel!
Aantekening
Slide 10 - Tekstslide
Wat is een openbare school precies? Wat is een bijzondere school precies? Wie was abraham kuyper?
Voor mezelf: huiswerk controleren en kort uitleggen wat er aan de hand is. Eventueel samen lezen.
Openbare scholen:
Door de overheid gestichte scholen.
Kregen subsidie van de overheid.
Kinderen moeten logisch leren denken.
Bijzondere scholen:
Niet door de overheid gestichte scholen
Katholieken en protestanten stichtten deze bijzondere scholen om ook godsdienst op school te mogen geven.
Krijgen geen subsidie van de overheid... maar dat willen ze wel!!!
Verschil openbare en bijzondere school
Slide 11 - Tekstslide
wellicht in het schema als aantekening geven:
liberalen: oprichters openbare school
Confessionelen: bijzondere school.
ARP Abraham Kuyper.
Abraham Kuyper & onderwijs
Abraham Kuyper
Oprichter van de ARP (Antirevolutionaire Partij, de eerste politieke partij van Nederland, 1879)
Kuyper wilde dat bijzondere scholen, net als openbare scholen, geld van de overheid kregen.
Een politieke partij is een organisatie die vanuit bepaalde ideeën probeert invloed te hebben op het bestuur van het land.
Slide 12 - Tekstslide
Abraham Kuyper verzette zich tegen de invloed van de liberalen op het onderwijs.
Oprichter van de ARP (Antirevolutionaire Partij, de eerste politieke partij van Nederland, 1879)
Kuyper wilde dat bijzondere scholen, net als openbare scholen, geld van de overheid kregen. Politieke partijen ontstonden in Nederland in de tweede helft van de negentiende eeuw. Hun doel was om de belangen van verschillende delen van de bevolking in politiek opzicht te vertegenwoordigen.
In 1879 richtten leden van de Nederlandse Hervormde Kerk de Anti-Revolutionaire Partij (ARP) op. Deze partij verwierp de principes en de gevolgen van de Franse Revolutie van 1789. Volgens de ARP ontleende de staat zijn macht niet aan het volk, maar aan God. Zo’n jaar of tien later werd de ARP de partij van de uit de Hervormde Kerk getreden gereformeerden.
In 1980 fuseerden zij tot één partij, het Christen Democratisch Appèl (CDA). Sindsdien is het CDA dikwijls de grootste partij in het parlement geweest, maar de laatste jaren is dat niet langer het geval.
De in 1946 opgerichte Partij van de Arbeid (PvdA) komt voort uit de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP), die in 1894 was ontstaan om de belangen van de arbeiders te behartigen.
De oprichting van politieke partijen aan het eind van de negentiende eeuw bracht ook de liberalen op soortgelijke ideeën. Tot dan toe moesten de liberalen als voorvechters van individuele vrijheid niets hebben van partijvorming
Maak rustig in tweetallen:
Opdracht 7 + 8 paragraaf 3.3 bladzijde 53 en 54
Lees blz. 48 positie van de vrouw.
Maak opdr. 9 + 10.
timer
2:00
Slide 13 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Blz 48
Slide 14 - Tekstslide
Wat gaan we vandaag doen?
Herhaling stukje vorige les .
Huiswerk over de openbare en bijzondere scholen.
Vrouwengelijkheid.
VRIJHEID
Samen lezen blz 48 ' De positie van de vrouw.'
Slide 15 - Tekstslide
Wat is het? vrijheidsbeeld.
Vrijheid
wat betekent dat voor jou?
Mindmap op het bord.
Het Vrijheidsbeeld werd op 28 oktober 1886 door Frankrijk aan de Verenigde Staten geschonken ter ere van het eeuwfeest van de Onafhankelijkheidsverklaring en als teken van vriendschap. De vrouw die op het beeld wordt afgebeeld heeft in haar linkerhand een plaquette waarop in het Romeinse de datum van de Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring is te lezen: JULY IV MDCCLXXVI (4 juli 1776). Aanvankelijk was het overigens de bedoeling dat het beeld aan de opening van het Suezkanaal zou komen.
Het 225 ton wegende beeld staat symbool voor het welkom heten van Amerikanen, gasten en immigranten en bevindt zich op op het Liberty Island. Daarnaast staat het beeld ook symbool ook voor de Amerikaanse democratie en de vriendschap tussen Frankrijk en Amerika. Inclusief sokkel is het Vrijheidsbeeld 93 meter hoog, exclusief sokkel 46 meter.
3.1 De positie van de vrouw
Feminisme: een beweging die in de 19e eeuw opkwam voor vrouwenrechten. Zij eisten:
Dezelfde rechten als mannen. (=emancipatie)
Kiesrecht.
Dat meisjes mochten doorleren en gelijke lonen voor gelijk werk.
Slide 16 - Tekstslide
Feminisme = emancipatie (van het Latijnse emancipatio) is het streven naar een volwaardige plaats in de samenleving vanuit een achtergestelde positie.
Discriminatie = onderscheid maken tussen mensen of groepen met de bedoeling iemand of een groep achter te stellen.
Discriminatie is mensen anders behandelen, achterstellen of uitsluiten op basis van (persoonlijke) kenmerken. Deze kenmerken worden discriminatiegronden genoemd.
Feministen organiseerden zich om sterker te staan in organisaties.
Welke acties ondernemen de Dolle Mina's allemaal?
Slide 17 - Tekstslide
Dolle Mina was een linkse, radicaal feministische actiegroep, ontstaan in december 1969. Met ludieke acties wilde zij de rechten van vrouwen verbeteren.
mannen nafluiten, hiermee stellen ze de negatieve aandacht een de kaak die vrouwen op straat krijgen. Op deze manier houdt de samenleving een spiegel voor.
Strijden voor abortus, ze sluiten herentoiletten af om het gebrek aan openbare vrouwen toiletten aan te kaarten, verbranding korset.
Ze dringen universiteiten binnen, omdat ze zelf niet toegelaten worden.
Wilhelmina Drukker, strijdster voor vrouwenemancipatie. Haar scheldnaam werd Dolle Mina, werd een erenaam.
Uiteindelijk valt de beweging uit elkaar, er is veel discussie over de koers.
nos.nl
Slide 18 - Link
Deze slide heeft geen instructies
Slide 19 - Video
In 1883 vroeg Aletta Jacobs een stembriefje aan. In de wet stond namelijk dat elke Nederlander die belasting betaalde, mee mocht doen aan de verkiezingen. Maar omdat ze een vrouw was mocht ze toch niet stemmen. Om misverstanden in de toekomst te voorkomen werd er in 1887 een nieuwe wet aangenomen waarin stond dat alleen Nederlandse mannen die belasting betaalden mochten stemmen.
Aletta Jacobs schrijft Thorbecke een brief of ze college's aan de universiteit mag volgen. Thorbecke beantwoord binnen een week naar de vader van Aletta dat ze een proefperiode van 1 jaar krijgt.
Op zijn sterfbed zegt Thorbecke dat Aletta ook examens mag gaan maken. Ze wordt dokter en behaald als eerste vrouw een phD.
Jacobs blijft zich dan inzetten voor het lot van vrouwen. Ze houdt gratis spreekuren, geeft vrouwen voorbehoedsmiddelen en komt op voor vrouwen die in winkels werken en daar de hele dag moeten staan. De inzet van Jacobs leidt er toe dat er een wet komt die winkels verplicht een ‘zitgelegenheid’ voor personeel te hebben.
De Groningse feministe strijdt ook voor het vrouwenkiesrecht. In 1894 richt ze samen met Wilhelmina Drucker de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht op en later participeert ze in de Wereldbond voor Vrouwenkiesrecht. Al die inzet heeft succes. In 1919 wordt het vrouwenkiesrecht ingevoerd en drie jaar later kunnen Nederlandse vrouwen voor het eerst naar de stembus. Aletta is dan 68 jaar oud.
3.1 De positie van de vrouw
Aletta Jacobs
Eerste vrouwelijke arts.
Zij streef ook voor vrouwenkiesrecht.
In 1919 mochten vrouwen gaan stemmen.
Slide 20 - Tekstslide
Feminisme = emancipatie (van het Latijnse emancipatio) is het streven naar een volwaardige plaats in de samenleving vanuit een achtergestelde positie.
Discriminatie = onderscheid maken tussen mensen of groepen met de bedoeling iemand of een groep achter te stellen.
Discriminatie is mensen anders behandelen, achterstellen of uitsluiten op basis van (persoonlijke) kenmerken. Deze kenmerken worden discriminatiegronden genoemd.
Emancipatie is een proces waarbij een persoon en/of een groep evolueert naar meer vrijheid, verzelfstandiging en grotere zelfbe- schikking. (bijv. homoseksuelen, vrouwen, slaven)
Slide 21 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 22 - Video
Koppeling heden.
Maak:
Opdracht 9 + 10 blz. 54.
Schrijf de volgende
begrippen over:
Discriminatie.
Feminisme.
Emanicpatie.
Eerder klaar? maak opdracht 2
Blz. 64.
timer
3:00
Slide 23 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Begintaak
Leg in je eigen woorden uit wat AFZETGEBIED betekent.
2 minuten
Zelfstandig en in stilte
Weet je het niet? Kijk op par. 3.4 (blz. 49)
Eerder klaar? Lees par. 3.4
timer
2:00
Slide 24 - Tekstslide
Het gebied waar ik mijn producten afzet/verkoop.
Ik kan een kolonie gebruiken om mijn producten te verkopen.
Voorbeeld: Europeanen verkochten er hun industrieproducten, zoals katoenentstoffen uit de Nederlandse textiel industrie.
Europeanen verkochten er hun industrieproducten. dat leverde veel winst op.