3.3 politiek en samenleving

1 / 38
volgende
Slide 1: Video
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 38 slides, met tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Waar gaan we het vandaag over hebben? 

3.3: Politiek en samenleving blz. 46:
In deze paragraaf leer je: 
  1. Hoe de leef- en werkomstandigheden van arbeiders verbeterden.
  2. hoe socialisten streefden naar gelijkheid
  3. wat veranderde in het onderwijs
  4. Hoe de positie van vrouwen verbeterde.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Schrijf 5 woorden op die bij jou opkomen tijdens het kijken van de video. 

Wat zie je in de video?

De fabrikant liegt en buit zijn werknemers uit. Er is ook sprake van kinderarbeid. 
Leven en werken in armoede:
  • 19e eeuw: arbeiders werken in slechte omstandigheden in fabrieken.
  • laag loon, 12- 16 uur werken per dag, zonder een dag vakantie
  • Geen werk = ontslag en geen geld
  • ziek of arbeidsongeschikt = geen inkomen
  • kinderarbeid noodzakelijk om rond te komen.
Samen lezen blz 46 ' Leven en werken in armoede.' 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De sociale kwestie

Door wie en hoe moesten de arbeiders hulp krijgen? = SOCIALE KWESTIE (discussie)

Naam voor het probleem van de slechte werk- en leefomstandigheden van de arbeiders. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.3 Leven en werken in armoede
  • Sociale kwestie: Het probleem van de slechte werk- en leefomstandigheden van de arbeiders. 
  • Als gevolg van de industriële revolutie. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

U heeft recht op 6 weken zwangerschapsverlof en minstens 10 weken bevallingsverlof. In totaal heeft u recht op minstens 16 weken verlof. Een deel van het bevallingsverlof mag u gespreid opnemen.
Maak individueel in stilte
Opdracht 1 + 3 blz 52 in je boek. 

Eerder klaar? Maak opdracht 2. 
timer
5:00

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Streven naar meer gelijkheid:
  • Doel sociale wet: ondersteuning voor mensen die minder goed voor zichzelf konden zorgen.
  • 1874 Kinderwetje van Houten: kinderarbeid in werkplaatsen en fabrieken werd verboden. 

blz 47 samen lezen 

Slide 9 - Tekstslide

In de Nederlandse samenleving van de 19e eeuw was kinderarbeid heel normaal. Maar waar de kinderen op het platteland relatief goed, veilig werk hadden, daar hadden de groeiende groep arbeiderskinderen in de steden het slecht. Rond 1860 werkten een half miljoen Nederlandse kinderen in fabrieken.

De liberalen die in de regering zaten, waren voorstanders van kinderarbeid, ondanks de slechte werkomstandigheden. Het was namelijk zo dat kinderen minder loon kregen, wat zorgde voor minder kosten voor de werkgever. Door zo min mogelijk kosten te maken, kon Nederland goed concurreren met het buitenland.

Na een onderzoek van de overheid werden de slechte werkomstandigheden van de kinderen in de fabrieken in de jaren '60 van de 19e eeuw eindelijk erkend. Er kwamen steeds meer tegengeluiden. In de jaren '70 kwam er ook een nieuwe liberale regering die een tegenstander was van kinderarbeid. Binnen deze regering was het uiteindelijk de liberale politicus Samuel van Houten die het Kinderwetje, naar hem vernoemd, heeft bedacht. Dit was het Kinderwetje van Van Houten.

In 1874 werd er op aandringen van Van Houten een wet aangenomen die het verbood om kinderen die jonger dan 12 waren, in dienst te hebben of te nemen. Ze mochten dus niet in fabrieken werken, maar wel thuis en op het land. Dit werd gedaan om jonge kinderen te beschermen voor zwaar werk, fabrieksongelukken en verwaarlozing. Het Kinderwetje was de eerste sociale wet in Nederland. Voor het eerst greep de overheid via sociale wetgeving in om de levensomstandigheden van kwetsbare burgers te verbeteren. Het werd echter bijna niet gecontroleerd of de wet werd nageleefd, waardoor kinderarbeid in de fabrieken toch bleef bestaan. Vanaf 1882 kwam er daarom een Arbeidsinspectie, die de fabrieken controleerde en eventueel boetes uitdeelde voor het niet naleven van de wet. 
Kinderwetje 1874
De fabriekskinderen: "Leve mijnheer van Houten", 1874, Elias Spanier.

Slide 10 - Tekstslide

Schema uitdelen. 

Huiswerk: mapje voor GS aanschaffen. 


Slide 11 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag! 
Opdracht 5, 6 blz. 53 werkboek. 

Schrijf de volgende begrippen + omschrijving over: 
sociale wetten, socialisten, klasse, uitgebuit. 


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag! 
Lees voor jezelf: 'Veranderingen in het onderwijs.' blz. 47 + 48. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Streven naar gelijkheid:
  • Socialisten streefden in de politiek naar meer gelijkheid en minder verschil tussen arm en rijk.
  • opkomen voor belangen van de arbeiders
  • industrie-arbeiders vormden een klasse (bevolkingsgroep) die werd uitgebuit door de bezittende klasse: fabrieksarbeiders.
  • Radicale socialisten: met gewelddadige opstand een eind maken aan deze klasse strijd. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.3 Politiek en samenleving blz. 46

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk controle
Opdr. 5 + 6 blz 53 werkboek. 

De begrippen in je schrift: sociale wetten, socialisten, klasse, uitgebuit. 
Hierna samen lezen ' streven naar meer gelijkheid.' blz 47 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Politiek
Socialisten zetten zich in voor arbeiders en willen een overheid die hun helpt.
Punten waar de socialisten zich voor inzetten:
  • Algemeen kiesrecht
  • Betere leef- en werkomstandigheden
Arme mannen mochten niet stemmen. 
Hoe kunnen de arbeiders hun situatie via politiek verbeteren als ze niet kunnen stemmen?

Slide 17 - Tekstslide

de SDAP (sociaal-democratische arbeiderspartij), onder leiding van Pieter Jelles Troelstra, deed in 1894 wel mee aan de verkiezingen, met meer succes. Troelstra wilde dat er meer sociale wetgeving zou komen: de overheid moest het volk beschermen.
Socialistische denkbeeld (socialisme) (1)
De samenleving is verdeeld in klasse. De arbeidersklassen werden uitgebuit door de bezittende klasse: de fabriekseigenaren. 




Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Socialistische denkbeeld (socialisme) (2)
Twee typen socialisten:
De gematigde (streven naar geleidelijke veranderingen via de politiek).
Radicalen

Slide 19 - Tekstslide

Rood verwijst naar bloed, woede. 

Sociale Wetten
  • Kinderwetje van Samuel van Houten
  • (kinderen onder de 12 mochten niet meer werken in werkplaatsen en fabrieken). 

  • Woningwet: mensen met een laag inkomen zouden een fatsoenlijke (daglicht, schoonwater) woning kunnen huren. 

  • Veiligheidswet: regels voor de veiligheid in de fabrieken.
Kinderarbeid verdween pas met het leerplicht van 1901. 

Slide 20 - Tekstslide

Wat was het kinderwetje van Houten ook alweer?

Het rapport vestigde de aandacht op het belang van weersbestendigheid, bezonning, luchtverversing, watertoevoer en de afvoer van urine en ontlasting.

De Ongevallenwet werd in 1901 ingevoerd. Het was de eerste sociale-verzekeringswet in Nederland. De Rijksverzekeringsbank moest deze wet uitvoeren.

In het begin gold de Ongevallenwet alleen voor de gevaarlijke industriële bedrijven. De ‘loontrekkers’ in die bedrijven waren door de nieuwe wet verzekerd tegen de financiële gevolgen van een bedrijfsongeval. De Nederlandse Veiligheidswet van 1895 was een algemene arbeidsveiligheidswet. De wet bestreek de gehele industrie of een groot deel daarvan en was gericht op de bescherming van iedereen die verbleef in een fabriek of werkplaats, waarin een krachtwerktuig of een oven stond. Via deze wet werd de weg vrijgemaakt voor een toename van het aantal veiligheidsvoorschriften
Politieke stromingen
- Liberalen
- Socialisten
- Katholieken     (confessionelen)
- Protestanten   (confessionelen)

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Neem volgende vragen over in je schrift en beantwoord deze:
  • Welke politieke stroming zorgden ervoor dat er sociale wetten kwamen?
  • Wat zijn sociale wetten?
  • Waar streven de socialisten naar?
  • Wie zijn confessionelen?

Gebruik de tekst op blz. 47. 
timer
6:00

Slide 22 - Tekstslide

Liberalen. 

Wat zijn de liberalen? zij streven naar veel vrijheid in de politiek. De overheid moet zich zo min mogelijk met de bevolking bemoeien. 

sociale wetten: wetten die steun bieden aan mensen die minder goed voor zichzelf kunnen zorgen. 

socialist: iemand die in de politiek streeft naar meer gelijkheid. 

confessionelen: katholieken en protestanten. 
Onder een confessionele partij verstaat men een politieke partij die zich baseert op een confessie, dat wil zeggen een bepaalde godsdienstige geloofsleer. 

Hierna schema uitdelen en uitleggen. 

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk 

Lees blz. 47 ' Veranderingen in het onderwijs.' 

Maak: opdracht 7 + 8 


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Blz 48

Slide 25 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?

Herhaling stukje vorige les .

Huiswerk over de openbare en bijzondere scholen. 

Vrouwengelijkheid. 
Vorige les...
  • Wat is het socialisme ook al weer?
  • Wat is het verschil tussen gematigden en radicalen socialisten? 
  • Geef een voorbeeld van een sociale wet. 


Samen lezen blz 47 'veranderingen in het onderwijs.'

Slide 26 - Tekstslide

Wat is het socialisme ook al weer? 

De samenleving is verdeeld in klassen. Opkomen voor de arbeiders. 

Socialisten: gematigden en radicalen. 

Geef een voorbeeld van een sociale wet. 
Kinderwetje van Houten, woningwet, veiligheidswet. 

Voor mezelf: huiswerk controleren en kort uitleggen wat er aan de hand is. Eventueel samen lezen. 


Veranderingen in het onderwijs
  • Openbare school: door de overheid gestichte school. 
  • Kregen subsidie van de overheid. 
  • Bijzondere school: school gesticht vanuit een bepaalde geloofsovertuiging. Niet door de overheid gesticht. 
  • Kregen geen subsidie. --> maar dat willen ze wel! 
Aantekening

Slide 27 - Tekstslide

Wat is een openbare school precies? Wat is een bijzondere school precies? Wie was abraham kuyper?
Voor mezelf: huiswerk controleren en kort uitleggen wat er aan de hand is. Eventueel samen lezen. 




Openbare scholen:
  • Door de overheid gestichte scholen.
  • Kregen subsidie van de overheid.
  • Kinderen moeten logisch leren denken. 


    Bijzondere scholen:
    • Niet door de overheid gestichte scholen
    • Katholieken en protestanten stichtten deze bijzondere scholen om ook godsdienst op school te mogen geven. 
    • Krijgen geen subsidie van de overheid... maar dat willen ze wel!!!
    Verschil openbare en bijzondere school

    Slide 28 - Tekstslide

    wellicht in het schema als aantekening geven:

    liberalen: oprichters openbare school 

    Confessionelen: bijzondere school.

    ARP Abraham Kuyper. 
    Abraham Kuyper & onderwijs
    Abraham Kuyper verzette zich tegen de invloed van de liberalen op het onderwijs.

    Oprichter van de ARP (Antirevolutionaire Partij, de eerste politieke partij van Nederland, 1879)

    Kuyper wilde dat bijzondere scholen, net als openbare scholen, geld van de overheid kregen. 
    Een politieke partij is een organisatie die vanuit bepaalde ideeën probeert invloed te hebben op het bestuur van het land. 

    Slide 29 - Tekstslide

    Politieke partijen ontstonden in Nederland in de tweede helft van de negentiende eeuw. Hun doel was om de belangen van verschillende delen van de bevolking in politiek opzicht te vertegenwoordigen.

    In 1879 richtten leden van de Nederlandse Hervormde Kerk de Anti-Revolutionaire Partij (ARP) op. Deze partij verwierp de principes en de gevolgen van de Franse Revolutie van 1789. Volgens de ARP ontleende de staat zijn macht niet aan het volk, maar aan God. Zo’n jaar of tien later werd de ARP de partij van de uit de Hervormde Kerk getreden gereformeerden.

    In 1980 fuseerden zij tot één partij, het Christen Democratisch Appèl (CDA). Sindsdien is het CDA dikwijls de grootste partij in het parlement geweest, maar de laatste jaren is dat niet langer het geval. 

    De in 1946 opgerichte Partij van de Arbeid (PvdA) komt voort uit de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP), die in 1894 was ontstaan om de belangen van de arbeiders te behartigen.

    De oprichting van politieke partijen aan het eind van de negentiende eeuw bracht ook de liberalen op soortgelijke ideeën. Tot dan toe moesten de liberalen als voorvechters van individuele vrijheid niets hebben van partijvorming
    Schoolstrijd
    De confessionelen werden steeds groter. 

    Bijzondere scholen worden vanaf 1917 door de overheid betaald, net als de openbare scholen. 

    Slide 30 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Maak rustig in tweetallen: 
    Opdracht 7 + 8  paragraaf 3.3 bladzijde 53 en 54


    timer
    5:00

    Slide 31 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    VRIJHEID
    Samen lezen blz 48 ' De postie van de vrouw.' 

    Slide 32 - Tekstslide

    Wat is het? vrijheidsbeeld.

    Vrijheid 

    wat betekent dat voor jou?

    Mindmap op het bord. 
    3.1 De positie van de vrouw
    • Feminisme: een beweging die in de 19e eeuw opkwam voor vrouwenrechten. Zij eisten:
    • Dezelfde rechten als mannen. (=emancipatie)
    • Kiesrecht. 
    • Dat meisjes mochten doorleren en gelijke lonen voor gelijk werk.

    Slide 33 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Feministen organiseerden zich om sterker te staan in organisaties. 

    Welke acties ondernemen de Dolle Mina's allemaal?

    Slide 34 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 35 - Link

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 36 - Video

    Deze slide heeft geen instructies

    Huiswerk
    • Opdracht 9 + 10  blz 54.
    Schrijf de volgende 
    begrippen over:
    • Discriminatie.
    • Feminisme.
    • Emanicpatie.

    Slide 37 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 38 - Video

    Koppeling heden.