§1.7 Bloembollenbedrijf 2

1.7
Begrippen:
  • Markt                                                             Kartel
  • Homogeen
  • Heterogeen
  • Monopolistische concurrentie
  • Volkomen concurrentie
  • Oligopolie
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

1.7
Begrippen:
  • Markt                                                             Kartel
  • Homogeen
  • Heterogeen
  • Monopolistische concurrentie
  • Volkomen concurrentie
  • Oligopolie

Slide 1 - Tekstslide

Vraag en aanbod

Slide 2 - Tekstslide

Vraag en aanbod
Vraag
Hoeveelheid producten dat er vanuit de markt gevraagd wordt
Aanbod
Hoeveelheid producten dat er op de markt aangeboden wordt

Slide 3 - Tekstslide

Transparantie van de markt
iedere marktdeelnemer heeft alle informatie over een product op de markt.


Slide 4 - Tekstslide

Marktvormen
Toegankelijkheid:  factoren die de toegang tot de markt of tot een nieuwe sector beïnvloeden.

Transparantie van de markt: Een markt waarbij alle kopers en verkopers volledig op de hoogte zijn van alle omstandigheden die de koop en verkoop beïnvloeden

Slide 5 - Tekstslide

Combinaties maken marktvormen
5 verschillende marktvormen:
  1. Volkomen concurrentie
  2. Monopolistische concurrentie
  3. Heterogeen Oligopolie 
  4. Homogeen oligopolie
  5. Monopolie

Slide 6 - Tekstslide

heterogeen <=> homogeen
homogeen = in de ogen van de consument is er geen onderscheid
heterogeen = in de ogen van de consument is er wel onderscheid

Slide 7 - Tekstslide

Heterogeen
Een heterogeen product onderscheid zich ten opzichte van andere "soortgelijke" producten. Iphone vs samsung galaxy bijvoorbeeld

Slide 8 - Tekstslide

Homogeen
Een homogeen product heeft eigenschappen die veel met elkaar gemeen hebben.

De diesel bij de shel is exact hetzelfde als de diesel bij BP

Slide 9 - Tekstslide

Maximale winst berekenen bij Volkomen concurrentie
Kenmerken Volkomen concurrentie:

Veel vrager, veel aanbieders
Homogeen product
Transparante markt
Vrije toe- en uittreding

Slide 10 - Tekstslide

Soorten monopolie
Hoe kan een monopolie ontstaan?
1. Wettelijke monopolie
De overheid geeft of heeft het alleenrecht op de verkoop
2. Natuurlijk monopolie
De investeringen om een bedrijf te beginnen zijn zo hoog dat geen enkel ander bedrijf de concurrentie wil aangaan
3. Technische monopolie
Een bedrijf bezit als enige de technische kennis om een product te maken
4.  Economisch monopolie
Een bedrijf bezit een alleenrecht op het produceren van het product (patent)

Slide 11 - Tekstslide

HOMOGEEN Product:
HETEROGEEN Product

Slide 12 - Tekstslide

Wat is een monopolie ?

Slide 13 - Tekstslide

Oligopolie
  • Twee of enkele aanbieders van een product.
  • Moeilijke toetreding tot de markt.
  • Heterogeen of homogeen oligopolie.

Slide 14 - Tekstslide

Monopolie (wanneer er slechts één aanbieder actief is op de markt)
Oligopolie (wanneer er slechts enkele aanbieders actief zijn die samen meer dan 80-85% marktaandeel hebben)
Monopolistische concurrentie (wanneer er veel aanbieders actief zijn met een uniek maar makkelijk vervangbaar product)
Volledig vrije mededinging (wanneer er heel veel aanbieders actief zijn met allemaal een klein marktaandeel)
Monopolie (wanneer er slechts één aanbieder actief is op de markt)
Oligopolie (wanneer er slechts enkele aanbieders actief zijn die samen meer dan 80-85% marktaandeel hebben)
-Monopolistische concurrentie (wanneer er veel aanbieders actief zijn met een uniek maar makkelijk vervangbaar product)
-Volledig vrije mededinging (wanneer er heel veel aanbieders actief zijn met allemaal een klein marktaandeel)

Slide 15 - Tekstslide

Wat is geen kenmerk van een oligopolie?
A
veel aanbieders
B
producten kunnen zowel heterogeen als homogeen zijn
C
aanbieders zijn prijszetters
D
prijs wordt bepaald door vraag en aanbod

Slide 16 - Quizvraag

Monopolie
A
is een leuk spel
B
is een marktvorm
C
een aanbieder, geen concurrentie
D
De antwoorden A, B en C zijn goed

Slide 17 - Quizvraag

monopolistische concurrentie betekent...
A
veel vragers, veel aanbieders, heterogeen product
B
veel vragers, veel aanbieders, homogeen product
C
veel vragers, weinig aanbieders, homogeen product
D
veel vragers, weinig aanbieders, heterogeen product

Slide 18 - Quizvraag

dit is GEEN kenmerk van de volkomen concurrentie:
A
veel aanbieders
B
transparante markt
C
moeilijke toetreding
D
vraag en aanbod bepalen de prijs

Slide 19 - Quizvraag