marktvormen

Marktvormen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Marktvormen

Slide 1 - Tekstslide

Markt voor supermarkten en markt voor eieren. Wat is het verschil?

Slide 2 - Tekstslide

Marktvormen
Een marktvorm is het geheel van omstandigheden waaronder ondernemingen met elkaar concurreren.
Kenmerken:
Aantal aanbieders
Aantal vragers
Aard van het product (homogeen of heterogeen)

Slide 3 - Tekstslide

homogene producten
Consumenten zien de producten van de verschillende aanbieders als hetzelfde.

Slide 4 - Tekstslide

heterogene producten
Als de consument vindt dat er verschil is tussen de producten van de verschillende aanbieders.

Slide 5 - Tekstslide

Martkvorm
  • Hoeveel aanbieders zijn er?
  • Hoeveel vragers zijn er?
  • Zijn de producten verschillend of hetzelfde?

Marktvorm:
Hoeveel macht heeft de producent.
Hoeveel macht heeft de consument.

Slide 6 - Tekstslide

Volkomen concurrentie
Veel aanbieders
Veel vragers
homogene producten
individuele aanbieder heeft geen invloed op verkoopprijs
--> de evenwichtsprijs ontstaat
Enige marktvorm waarbij geldt: P = MO = GO

Slide 7 - Tekstslide

Monopolistische concurrentie
Veel aanbieders
veel vragers
heterogeen product
Er is geen aanbieder die de markt beheerst, er is dus geen aanbieder met een groot marktaandeel

voorbeelden: restaurantjes, cafe's, spijkerbroeken

Slide 8 - Tekstslide

Oligopolie
Beperkt aantal aanbieders
veel vragers
1 of 2 bedrijven hebben de macht, groot marktaandeel
-->marktaandeel = afzet merk / afzet markt x 100
- kartelvorming (illegaal)
homogeen oligopolie: olie
heterogeen oligopolie: mobiele telefoon

Slide 9 - Tekstslide

monopolie
1 aanbieder
veel macht voor aanbieder

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

MONOPOLIE
VOLKOMEN CONCURRENTIE
MONOPOLISTISCHE CONCURRENTIE
OLIGOPOLIE
2
Aanbieders: één

Heterogeen / homogeen: beide

1
Aanbieders: veel

Heterogeen / homogeen: heterogeen


3
Aanbieders: enkele

Heterogeen / homogeen: beide

4
Aanbieders: veel

Heterogeen / homogeen: homogeen

Slide 12 - Sleepvraag

Wat voor een marktvorm vormen de terrasjes in Maastricht?
A
volkomen concurrentie
B
monopolie
C
oligopolie
D
monopolistische concurrentie

Slide 13 - Quizvraag

I Bij homogene goederen is de concurrentie feller dan bij heterogene producten
II Naarmate er minder concurrentie is, hebben aanbieders meer invloed op de prijs van hun product.
A
Beide beweringen zijn juist.
B
Beide beweringen zijn onjuist.
C
Bewering I is juist en bewering II is onjuist.
D
Bewering I is onjuist en bewering II is juist.

Slide 14 - Quizvraag

Veel vragers, veel aanbieders, homogeen product.
A
Monopolie
B
Volkomen concurrentie
C
Homogeen oligopolie
D
Monopolistische concurrentie

Slide 15 - Quizvraag

Heterogene producten kunnen voorkomen op de volgende marktvormen.
I. volkomen concurrentie
II. oligopolie

A
Beide zijn goed
B
I is goed en II is fout
C
I is fout en II is goed
D
Beide zijn fout

Slide 16 - Quizvraag

Welke marktvorm hoort bij de markt van telefoons.
A
Oligopolie
B
Monopolistische concurrentie
C
Monopolie
D
Volkomen concurrentie

Slide 17 - Quizvraag