2G literatuurles mindmap 4 juni 2024

Programma
  • Wat leer je?
  • Literaire begrippen
  • Verhaal Vrouw Holle
  • Literaire mindmap
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Programma
  • Wat leer je?
  • Literaire begrippen
  • Verhaal Vrouw Holle
  • Literaire mindmap

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • AMN toets
  • klaar? lezen of laptop
  • pauze (iedereen klaar!)
  • Literaire begrippen
    verhaal lezen
    mindmap

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je nog?
literaire begrippen:
open plek,  tijd en ruimte,
personages, (vertelperspectief)

Overleg in groepjes
presenteren in de klas

Slide 3 - Tekstslide

Perspectief
* Ik-verteller: De verteller is de ik-figuur, je ziet het verhaal door zijn/haar ogen
* Personale verteller: de verteller is onzichtbaar, hij staat buiten het verhaal. Hij vertelt over één hij of zij, je ziet het verhaal door haar/zijn ogen.
* Alwetende verteller: De verteller staat buiten het verhaal, maar geeft er soms wel commentaar op. Hij volgt meerdere personages, hij weet van alle personages wat zij zien, denken en voelen

Slide 4 - Tekstslide

Tijd
 -chronologisch, alles wordt verteld in een volgorde, van begin tot eind, --- terugverwijzing: er wordt kort herinnerd over iets dat in het verleden is gebeurd, -flashback: in het verhaal word je meegenomen naar het verleden, -flashforward: je wordt meegenomen naar de toekomst

Slide 5 - Tekstslide

Literaire mindmap
Luisteren naar het verhaal: Vrouw Holle
  • Maak aantekeningen!
  • Literaire mindmap maken:
open plek
personages
ruimte, tijd
perspectief

Slide 6 - Tekstslide

Open plekken
Niet alles in een verhaal is meteen duidelijk. Sommige situaties roepen vragen op. Het kan om van alles gaan; een personage dat vreemde dingen doet, een situatie die raadselachtig is, je ziet de relatie niet tussen gebeurtenissen, sprongen in de tijd, enzovoorts

Slide 7 - Tekstslide

Ruimte
Ruimte: -plaats, -voorwerpen, -weer en klimaat, -tijdstip

De ruimte bepaalt de sfeer van het verhaal

(voorbeeld: 's avonds, donker,
in het bos, voetstappen)




Slide 8 - Tekstslide

Personages
Een personage in een verhaal omschrijf je door de belangrijkste eigenschappen te noemen. Die vind je letterlijk in de tekst, of je leidt het karakter af door wat hij/zij zegt of doet. We zoeken dan naar zoveel mogelijk kenmerken van een personage: uiterlijk, man/vrouw, leeftijd, karakter…

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide