Wat wil ik echt?

DISCIPLINE!
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
CoachingMBOStudiejaar 1-3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

DISCIPLINE!

Slide 1 - Tekstslide

Wat betekent DISCIPLINE voor jou?

Slide 2 - Open vraag

Betekenis discipline
Iemand die gedisciplineerd is, houdt zich aan protocollen en volgt regels goed op. Hij of zij doet zonder morren wat er verwacht wordt, ook al is dat met tegenzin. 

Gedisciplineerd zijn wil dus zeggen dat je doet wat je moet doen en je niet laat verleiden door andere dingen.

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht

Maak een lijstje voor jezelf waar je moeite voor hebt om niet afgeleid bij te raken.

Slide 4 - Tekstslide

ZELFBEHEERSING

Slide 5 - Tekstslide

ZELFBEHEERSING
Zelfbeheersing wil zeggen dat je in sterk emotionele situaties in staat bent met je eigen emoties om te gaan; je hebt controle over je eigen gedrag, slaagt erin wensen, behoeften en driften in de hand te houden en je weet escalaties te voorkomen. 

Je weet dus niet alleen wat het juiste is om te doen, je handelt er ook naar.

Je hebt het vermogen om weerstand te bieden aan verleidingen!

Slide 6 - Tekstslide

Bij "wat of waarbij" verlies jij je zelfbeheersing?

Slide 7 - Open vraag

Opdracht!
Schrijf voor je zelf handvatten/tips op om niet in de verleiding mee te gaan en wie jou daarbij zou kunnen helpen.

Slide 8 - Tekstslide

WILSKRACHT

Slide 9 - Tekstslide

Betekenis WILSKRACHT
Het vermogen om iets te willen en die wil ook uit te voeren Voorbeeld: `Stoppen met roken vereist veel wilskracht.

Volgens ENCYCLO:
1) Doorzettingsvermogen 2) En allen samen 3) Energie 4) Geestkracht 5) Uithoudingsvermogen 6) Vastberadenheid om iets te bereiken 7) Veerkracht 8) Volharding 9) Wens 10) Wil 

Slide 10 - Tekstslide

Waarmee heb jij laten zien dat je "WILSKRACHT" had?

Slide 11 - Open vraag

ZELFDISCIPLINE
Is de eigenschap die jou in staat stelt om steeds te doen wat je moet doen, ook als je daar geen zin in hebt.

Slide 12 - Tekstslide

Ziet jouw bed er zo uit als je naar school toe gaat?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Breingeheim 1
Zelfdiscipline wint van intelligentie.
Studenten die aan het begin van het schooljaar meer zelfdiscipline hebben, halen hogere cijfers in de loop van het schooljaar dan hun medestudenten die hoger scoren op een intelligentietest.

Slide 15 - Tekstslide

I = impulsen remmen

' Ik heb geen zin' 
  ('geen zin meer')

' Ik wil graag 'even':
  - op whatsapp
  - gamen
  - instagram
  - spelen
  - een serie kijken

'Straks heb ik nog wel 
 tijd..... genoeg'

I = impulsen remmen

' de anderen doen het 
  ook niet'

' het kost mij zoveel
  tijd en moeite pffff
  laat maar....'

' Dit vak, deze leraar 
  vind ik niet zo leuk'

' De vorige keer lukte 
  het (ook) niet...'



Kom op: aan het werk, beginnen!

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Tekstslide

Vier afspraken met jezelf

Bedenk vier afspraken die te maken hebben met huiswerk maken en leren, die je voor de komende week met jezelf wil maken. Bijvoorbeeld goede voornemens of juist wat minder in je boeken zitten en meer ontspannen. 

Slide 19 - Tekstslide

Breingeheim 2
Het voorste deel van je hersenen dat achter je voorhoofd ligt, heeft te maken met motivatie, keuzes maken en aandacht. Maar ook met het kunnen uitstellen van iets wat je graag wilt. 
Stel: je hebt morgen een toets en moet dus leren. Maar je hebt eigenlijk geen zin en zou liever naar een leuke film kijken. Om je er toch toe te zetten om te leren moet je de film uitstellen tot een andere keer. 
Dat noemen we uitstel van behoeftebevrediging
Als je dat kunt ben je een echter doorzetter en is de kans groot dat je je doel bereikt! 
Breingeheim 2

Het voorste deel van je hersenen dat achter je voorhoofd ligt, heeft te maken met motivatie, keuzes maken en aandacht. Maar ook met het kunnen uitstellen van iets wat je graag wilt.
Stel: je hebt morgen een toets en moet dus leren. Maar je hebt eigenlijk geen zin en zou liever naar een leuke film kijken. Om je er toch toe te zetten om te leren moet je de film uitstellen tot een andere keer.

Dat noemen we uitstel van behoeftebevrediging.
Als je dat kunt ben je een echter doorzetter en is de kans groot dat je je doel bereikt! 

Slide 20 - Tekstslide

Mentale spier
Zelfdiscipline werkt als een spier. Dat betekent dat je zelfdiscipline kunt aanleren en trainen. En dat je er in de toekomst beter in kunt worden.

Slide 21 - Tekstslide

Breingeheim 3, Even doorzetten!
Vind je iets moeilijk? 
Zet even door en de volgende keer gaat het gemakkelijker. 
Hoe dat komt? 
Stel het je voor als een tocht door een dicht bos. Met veel inspanning lukt het je om er door heen te komen. Je hebt een pad gemaakt. De volgende keer als je weer door het bos moet lopen, neem je weer dat pad. Hoe vaker je over het pad loopt, hoe meer het wordt aangetrapt. 
Op het laatst loop je er ontspannen en met plezier over heen. Het kost je geen enkele moeite meer! 

Hetzelfde gebeurt in je hersenen. 

Slide 22 - Tekstslide

Hoe kun je jezelf motiveren om je aan je plan te houden?

Slide 23 - Open vraag

Meer tips
  • Vraag hulp: laat anderen je aansporen om vol te houden. 
  • Denk niet teveel na over andere keren toen het niet lukte om door te zetten. Begin gewoon opnieuw. 
  • Wanneer je doorzet, zie je resultaat. Dit motiveert nog meer om je aan je plan te houden. 

Slide 24 - Tekstslide

Begin klein
Wanneer je een lange to do lijst hebt is het belangrijk om klein te beginnen. 
Begin met iets wat je vrij snel kunt afronden, zodat je al meteen een goed gevoel over jezelf kunt hebben. 
Dat motiveert!

Slide 25 - Tekstslide

Wilskracht is geen onuitputtelijke bron
Je kunt zelfdiscipline trainen! Experiment:
Zij lieten een groep studenten een tijdje vasten en plaatsten hen hongerig in een zaal met twee schalen: eentje met heerlijke chocoladekoekjes en eentje met slechts radijsjes. 
De ene groep mag zoveel koekjes eten als ze willen, de andere groep krijgt op het hart gedrukt alleen de radijsjes te eten, waarbij het bakje met de koekjes wel binnen handbereik ligt. Daarna moeten ze ingewikkelde wiskunde opdrachten maken, die eigenlijk niet oplosbaar zijn.

Slide 26 - Tekstslide

Welke groep geeft het eerste op?
A
De groep die onbeperkt koekjes mocht eten
B
De groep die zich moest beheersen niet van de koekjes te eten

Slide 27 - Quizvraag

Wilskracht is geen onuitputtelijke bron
Dit simpele experiment maakt duidelijk dat wilskracht geen oneindige bron is, maar een energie die je zuinig moet inzetten.

Wanneer je al je wilskracht al hebt aangewend voor kleine dagelijkse keuzes, heb je minder mentale energie over voor de belangrijke zaken. Je gaat enorm opzien tegen nieuwe taken en hebt geen power meer om jezelf te motiveren.

Slide 28 - Tekstslide

Ontwikkel gewoontes
Ontwikkel gewoontes die passen bij je doelen. 
Wanneer je veel gewoontes hebt, hoef je je beperkte hoeveelheid zelfdiscipline niet aan te spreken. Je kunt het beste een nieuwe gewoonte ontwikkelen door kleine veranderingen aan te brengen in je gedrag. Wanneer de verandering namelijk te groot is, zul je het minder goed vol houden. 
Dus pas je gedrag aan in kleine stapjes en erg belangrijk bij het creëren van een nieuwe gewoonte: houd vol!

Slide 29 - Tekstslide

Hoe lang duurt het om een nieuwe gewoonte echt in je systeem te krijgen?
A
6-8 weken
B
gemiddeld 66 dagen
C
9,5 weken

Slide 30 - Quizvraag

Maak vooraf een plan
Als je van tevoren nadenkt: 'als dit of dit gebeurt, dan doe ik zo of zo', dan ben je goed voorbereid en kost het minder energie. Maak bijvoorbeeld een plan: als iemand vraagt of ik af wil spreken, zeg ik dat ik eerst even mijn huiswerk af ga maken en dat ik daarna kom. 

Slide 31 - Tekstslide

Niet te streng
Stel duidelijke doelen voor jezelf, maar leg de lat niet te hoog. Lukt het je vandaag niet zo goed om te leren? Spreek dan met jezelf af dat je maar tien minuutjes aan je huiswerk gaat werken. Zet een timer. Bedenk na tien minuten: zit je er eigenlijk wel lekker in en wil je nog even doorwerken? Of is het echt genoeg geweest voor vandaag? Dan ben je in ieder geval begonnen!

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Intrinsieke motivatie

komt vanuit jezelf. Je wilt iets zelf, bijvoorbeeld omdat je het heel leuk vindt!
Extrinsieke motivatie

ontstaat vanuit de omgeving. Dingen van buiten jezelf motiveren je iets te doen!

Slide 34 - Tekstslide