Les 4: Klant ontvangen en omgangsvormen

Klantcontact en omgangsvormen

Uiterlijke verzorging
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmboLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Klantcontact en omgangsvormen

Uiterlijke verzorging

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag
ontvangen van een klant
telefonisch contact
afscheid nemen van een klant

Slide 2 - Tekstslide

Klant ontvangen persoonlijk:
  • begroeting
  • (hand geven)
  • voorstellen en vragen of de klant een afspraak heeft
  • jas / tas aannemen
  • begeleiden naar de stoel
  • installeren
  • koffie/thee aanbieden

Slide 3 - Tekstslide

2

Slide 4 - Video

Wat is er belangrijk als je een klant gaat ontvangen? En afscheid nemen?

Slide 5 - Open vraag

Telefonische begroeting
  • Begroeting ‘Goedemorgen/goedemiddag’, bedrijfsnaam en daarna eigen naam.
  • Vraag waarmee je de klant kunt helpen.
  • Spreek rustig en duidelijk.
  • Laat de klant aan de telefoon niet lang wachten. Vraag eventueel of je terug mag bellen en noteer naam en telefoonnummer
  • Herhaal de gegevens van de klant om te controleren of ze juist zijn
  • Neem netjes afscheid








Slide 6 - Tekstslide

Persoonlijk afscheid 

  • Klantenkaart of spaarkaart verwerken 
  • Maak een kassabon en laat de klant betalen (pin/ contant/ apple pay)
  • Jas en eventueel paraplu aanbieden
  • Eventueel de klant naar de buitendeur begeleiden.
● Wens de klant nog een prettige dag of avond en noem zijn of haar naam.
‘Dag mevrouw de Rooij.’













Slide 7 - Tekstslide

Een klant moet € 21,45 betalen en betaalt met een briefje van € 50,-. Hoe reken je af met de klant? Ze de stappen in de juiste volgorde. Sleep de 1 naar de stap die het eerste komt, een 2 naar de volgende en zo voort.....
Geef een briefje van € 10,- en zeg: "€ 10,- erbij maakt € 30,-.
Trek € 1,45 af van de € 21,45.
Geef een briefje van € 20,- en zeg: "€ 20,- erbij maakt € 50,-
Zeg: "€ 21,45 alstublieft".
Vraag: "Heeft u er € 1,45 bij?" Dit bedrag ontvang je van de klant.
Neem het briefje van € 50 van de klant in ontvangst.
1
2
3
4
5
6

Slide 8 - Sleepvraag

Werken in een schoonheidssalon; moet het zo?....

Slide 9 - Tekstslide

Hoe je met cliënten en collega's om=> omgangsvormen

Slide 10 - Tekstslide

Wat zijn omgangsvormen?
timer
1:00

Slide 11 - Open vraag

Omgangsvormen
Representatief  (passend bij de werkplek)

beleefdheidsregels:
-jezelf voorstellen 
-passend taalgebruik
-houding 
-geen kauwgum
- contact maken en inleven klant

Slide 12 - Tekstslide

Ga met elkaar in een groepje opzoek naar verschillende omgangsvormen
  1.  Welke omgangsvormen kent men in Engeland?
  2.  Welke omgangsvormen kent men in Turkije?
  3.  Welke omgangsvormen kent men in Polen?
  4. Welke omgangsvormen kent men in China?
  5.  Welke omgangsvormen kent men eigenlijk in Nederland? 
  6. Kies nog een land uit waarvan jullie de omgangsvormen wil weten.

Maak aantekeningen van wat jullie als groepje hebben gevonden. Straks komen we bij elkaar en bespreken we met elkaar de gevonden resultaten.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Cultuur & uiterlijk

Slide 15 - Tekstslide

Geef aan waarom de cultuur waarin je leeft invloed kan hebben op je uiterlijk

Slide 16 - Open vraag

Culturen en uiterlijk
De cultuur waarin je leef heeft invloed op je uiterlijk. Sommige uitingen horen bij een bepaalde cultuur.
  • Hennapatronen (Arabië en Azië)
  • Plastische chirurgie (westerse wereld)
  • Tatoeages (meerdere culturen) 
  • Oprekken van de hals (Thailand)
  • Uitrekken van de oorlellen (Afrika)
  • Maken van littekenweefsel (Afrika en Zuid-Amerika)
  • Invlechten van het haar (Afro)

Slide 17 - Tekstslide

KLaar? Maak van blok 1:
opdracht 1, 3, 4, 5, 7 en 10 

Slide 18 - Tekstslide