24 november chapitre 2 introduction 2thv

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

BONJOUR et BIENVENUE!

Bonjour

et 

bienvenue!!

 Afspraken

• Altijd je huiswerk af & hou goed de planning bij 
• Altijd je spullen bij je hebben : boek, schrift en agenda
• Actief meedoen in de les
• Elkaar respecteren
• Stel vragen als je iets niet (zeker) weet!!!

Les questions

1. Bonjour, ça va? 

2. Comment tu t'appelles? 

3. Tu as quel âge? 

4. Tu habites où? 

Les réponses

1. Salut, ça va bien.

2. Je m'appelle (Marjorie).

3. J'ai (douze) ans.

4. J'habite à (Hilversum).

Bonjour ! Comment ça va ?

Hoe gaat het?

• Comment ça va?

Ça va

Ça va bien

Ça va mal

Super!

• Merci et toi? 
  

Hoe vraag je in het Frans hoe iemand heet?

1. Comment ça va?
2. Comment tu t'appelles?
3. Quel âge as tu?
4. Tu aimes voyager?

Hoe zeg je "goedemorgen" in het Frans?

1. Bonne chance
2. Beaucoup
3. Bonne nuit
4. Bonjour

Doei/dag =

1. à demain
2. au revoir
3. bonjour
4. salut

Comment tu t'appelles? (geef antwoord op deze vraag)

Tu habites où?

Ça va?

Je m'appelle Wies. Wat betekent deze zin?

J'habite à Amsterdam

Ça va bien!

Maintenant:

* Herhalen ww aller + oefenen met verbuga.eu

*  Intro chapitre 2, leçon 1 WB maken opdrachten 1 tot met 6

* Huiswerk noteren in je agenda: -herhalen voca A en leren voca B afmaken 

Het werkwoord 'aller'

'Aller' betekent in het Nederlands 'gaan'.

'Aller' is een onregelmatig werkwoord, net als 'être' en 'avoir' die je eerder hebt geleerd.

Het werkwoord 'aller' vervoegen:

Frans	Nederlands
je vais	ik ga
tu vas	jij gaat
il/elle va	hij/zij gaat
on va	wij gaan
nous allons	wij gaan
vous allez	u gaat/jullie gaan
ils/elles vont	zij gaan

Vul de goede vorm van 'aller' in:
je ...

1. vais
2. vas
3. va
4. vont

Vul de goede vorm van 'aller' in:
on ...

1. vas
2. va
3. allons
4. allez

Vul de goede vorm van 'aller' in:
vous ...

1. allons
2. allez
3. aller
4. vont

Vul de goede vorm van 'aller' in:
elle

1. vais
2. vas
3. va
4. vont

Vul de goede vorm van 'aller' in:
Les amis ...

1. va
2. allons
3. vont
4. aller

Vul de goede vorm van 'aller' in:
nous ...

1. allons
2. allez
3. vont
4. aller