Thema 8 Stevigheid- bs 3 Beenverbindingen

Basisstof 3: Beenverbindingen.
In deze basisstof gaan we kijken naar de verschillende manieren
waarop beenderen met elkaar verbonden zijn.
TB: blz.87
WB: blz. 111
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Basisstof 3: Beenverbindingen.
In deze basisstof gaan we kijken naar de verschillende manieren
waarop beenderen met elkaar verbonden zijn.
TB: blz.87
WB: blz. 111

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Zoals in het filmpje te zien  is, zijn je botten op verschillende manieren met elkaar verbonden. 

Slide 3 - Tekstslide

Vergroeid
Botten die aan elkaar gegroeid zijn tot één geheel noem je vergroeid.

Je kunt ze niet afzonderlijk van elkaar bewegen.

Heiligbeen en staartbeen zijn vergroeide beenverbindingen.

Slide 4 - Tekstslide

Naadverbinding
Je schedelbeenderen zijn verbonden met een onbeweeglijke naadverbinding. 

Deze verbinding ontstaat pas na de geboorte.
Bij een baby zitten de schedelbeenderen nog niet helemaal aan elkaar gegroeid.
Tussen de beenderen zitten vliezen (fontanel). 
Rond de 1,5 jaar oud zijn de schedelbeenderen aan elkaar gegroeid.
 


Slide 5 - Tekstslide

Kraakbeenverbinding
Wanneer twee botten met kraakbeen verbonden zijn, noemen we dit een kraakbeenverbinding.
De verbinding tussen de ribben en het borstbeen is hier een voorbeeld van.
Er is weinig beweging mogelijk bij een kraakbeenverbinding.

Slide 6 - Tekstslide

Gewricht
Een gewricht is een beenverbinding waarbij veel beweging mogelijk is.
De 2 beenderen die met elkaar verbonden zijn, zijn de gewrichtskom en de  gewrichtskogel.
De gewrichtskogel kan bewegen in de gewrichtskom.

Slide 7 - Tekstslide

Gewricht
Het gewrichtskapsel  houdt het gewricht bij elkaar. En het maakt gewrichtssmeer aan.
Gewrichtssmeer werkt als een soort vet, dat ervoor zorgt dat de botten soepel bewegen.
Het kraakbeenlaagje zorgt ook voor het soepel bewegen en houdt slijtage tegen.

Slide 8 - Tekstslide

Gewricht
Sommige gewrichten hebben extra stevigheid nodig, zoals het 
heupgewricht.
Deze hebben kapselbanden
om ervoor dat de botten bij elkaar blijven.

Slide 9 - Tekstslide

Drie typen gewrichten die allemaal een andere manier van bewegen  hebben.
Kogelgewricht:  heup en schoudr. Beweging in verschillende richtingen mogelijk.
Scharniergewricht: elleboog en knie. Alleen een heen en weer beweging mogelijk.
Rolgewricht: tussen spaakbeen en ellepijp. Het ene bot rolt om het andere bot heen. 

Slide 10 - Tekstslide

Opdrachten
Op de volgende slides ga je oefenen met de stof.
Daarna maak je de opdrachten in je werkboek.
vanaf blz 111. Opdr. 13 t/m 18.

Slide 11 - Tekstslide

Gewricht
Naadverbinding
Vergroeid
Kraakbeenverbinding

Slide 12 - Sleepvraag

Sleep de beenverbinding naar de juiste beenderen
Twee teenkootjes
De wervels van het heiligbeen
Het heupbeen en het dijbeen
Ribben en het borstbeen
Gewricht
Vergroeid
Gewricht
Kraakbeen

Slide 13 - Sleepvraag

Slide 14 - Link

Slide 15 - Link