Les 5 Beenverbindingen

Les 5
Beenverbindingen

nu eerst een samenvatting
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Les 5
Beenverbindingen

nu eerst een samenvatting

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Leerdoelen
• Ken je de vier manieren waarop beenderen/botten met elkaar
verbonden zijn.
• Ken je de onderdelen van een gewricht en hun functies.
• Begrijp je de werking gewrichten;.
• Kun je kogel-, rol- en scharniergewrichten onderscheiden.

Slide 3 - Tekstslide

Beenverbindingen
Er zijn vier soorten beenverbindingen:
  1. vergroeid
  2. naadverbinding
  3. kraakbeenverbinding
  4. verbinding door gewrichten

Slide 4 - Tekstslide

Vergroeid
Als beenderen met elkaar vergroeid zijn is er geen beweging
tussen deze botten meer mogelijk. Ze vormen dan één geheel.
Onderaan de rug, aan het uiteinde van de wervelkolom, zit het
heiligbeen. Het heiligbeen bestaat uit vergroeide botten.

Slide 5 - Tekstslide

Naadverbinding
De schedelbeenderen zijn met een naadverbinding met elkaar
verbonden. Bij de geboorte tot ongeveer het tweede levensjaar
zijn de schedelbeenderen alleen met een fontanel met elkaar
verbonden. Als een kind motorisch in staat is om te springen zijn
de schedelbeenderen vergroeid. Een vergroeide schedel biedt
meer bescherming aan de hersenen bij vallen en stoten.
Een naadverbinding is stevig.

Slide 6 - Tekstslide

Kraakbeenverbinding
Tussen de wervels zitten kraakbeenschijven.
Hierdoor is de rug geen starre pijp, maar kan hij soepel bewegen.
Ook tussen het borstbeen en de ribben zit een
kraakbeenverbinding.
Beenderen die met een kraakbeenverbinding met elkaar
verbonden zijn kunnen een klein beetje ten opzichte van elkaar
bewegen.

Slide 7 - Tekstslide

Verbinding door gewrichten
De botverbindingen die bewegingen mogelijk maken, zijn
verbindingen met gewrichten. 

3 typen:
1) kogel-, 2) rol- en 3) scharniergewrichten

Slide 8 - Tekstslide

KAHOOT
je eigen voornaam
niet schreeuwen, 
niet (fout) voorzeggen
iedereen doet mee


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link